Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Marie van K. Visioen DAAR was een wonderbaarlijk licht dat zevend door de wolken stroomde. En voor mij doemde een vreemd gezicht, 't was of ik van den hemel droomde: Zóó rein en vol beschroomdheid lag het landschap in de stilte voor mij. De steenen wegen schenen bleek van ingetogen zaligheid. De huizen lagen al' verspreid, in groote, vrome eenzaamheid. De boomen, van een wazig groen, wierpen hun schaduw mat en grijs. Heel uit de verte, 't vogellied klonk als een mysterieuze wijs. 't Was of het gansche landschap week wanneer ik nadertrad, verblijd en toch, alsof 'k niet toeven mocht in deze vreemde hemelstreek... 'k Heb mij eerbiedig neergeleid en heb in deemoed 't hoofd gebogen, totdat het wonder uit den tijd van 't leven weer was heengevlogen. Vorige Volgende