Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] [Hoe klein, hoe bitter en verstoken] HOE klein, hoe bitter en verstoken Van deemoed blijft het woord waar deze wijs op gaat. Hoe blijft elk bij zijn eigen leed gedoken En keert naar aardes woon het zingende gelaat. En al dit smeeken, heel dit ziek gebed Is armelijk van verlangst om eigen baat En meet uw grootheid naar de eigen maat En deinst voor de erkenning van de wet, Een oogenblik onthuld, als in de bliksemvlagen De openbaring van een wijde streek, Brandende in 't bevreesde hart geslagen En die weer voor de trage smarten week. Vergeef het lied, vergeef het blinde leed Hoe vaak het in de woorden komt gestegen. Haar voeten waren smal en snel, gij weet Hoe mij te moede is, op de bekende wegen. Vorige Volgende