Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] François Pauwels Zondares ZE kwam van uit het donker in het licht naar 't bankje der beklaagden toegetreden en aan haar borst droeg ze het slapend wicht waarvoor ze in 't celhuis bloedend had geleden. De rechters zagen slechts de zondares en op hun vragen klonk haar stem gebroken, ze had zich met een bottig tafelmes op haren man, die zoop en sloeg, gewroken. Toen kwam de wanhoop van haar enge cel, het dof berusten in de lange dagen, het leven vloot uit haar vergeelde vel, haar beenen konden nauw het lichaam dragen, het zwellend lijf waarin de vrucht bewoog, - zóó kon de doode na zijn dood zich wreken, - en niemand die zich tot haar nederboog om een klein woord van troost en hoop te spreken. Maar plotseling, toen 't grauwe morgenuur stil voortkroop langs de witgekalkte wanden, ontstak een pijn haar lendenen in vuur en greep ze met haar radelooze handen [pagina 31] [p. 31] naar 't wonder dat zich losbrak uit haar schoot, dan zeeg ze neer en liet het al geschieden tot op den luiden jammer van haar nood de stugge waakster slaap'rig hulp kwam bieden. Wat later klonk opeens het ijl geschrei van 't nieuwe leven in de cel geboren, de moeder hief zich bevend op de zij als om het vreemd geluid beter te hooren, en toen ze 't naakte kinderlijfje zag dat met z'n armpjes raakte aan haar beenen, bloeid' op heur lippen een bedroefde lach die vluchtig kwijnde door haar tranen henen... Zoo stond ze bij des rechters wijs vermaan als heel ver weg en door geen mensch te deren en had ze niet het zwart der toga's aan, toch was ze rijker in haar boevenkleeren, toch bracht ze in de kille, strenge zaal iets mede dat de stemmen zachter maakte, wanneer ze, onaantastbaar, telkenmaal met teedren blik over haar kindje waakte. O, was ik U tot oordeelen gesteld, mijn hart had in zijn nameloos erbarmen voor al Uw leed, het vonnis ras geveld: gij droegt de vrijheid, moeder, in Uw armen! - Vorige Volgende