Kompleete dichtwerken. Deel 3(1863)–Isaäc da Costa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Aan een vriend mijns zoons, bij zijn vertrek naar een verafgelegen land. Met een bundel poezy. U geleide langs de sporen van het hobblend pekelveld Hy, Wiens alziend oog de droppels van zijn baren heeft geteld En de hairen van ons hoofd! Blijve op 't deinen van die golven, blijve aan 't oostereind der aard 't Beeld en voorbeeld van een moeder in uws harten diepst bewaard, Die gezocht heeft en geloofd. En vertrouwt ge soms een heilgroet aan de vleuglen van den wind, Geef van de eigen keus een teeken aan den zanger, aan den vrind, Die dit bondelken u biedt, Niet tot streeling van de zinnen door een weeke melodij, Maar om 't woord dier hoogste waarheid, die zijn deel en 't uwe zij, En het doel was van zijn lied. Vorige Volgende