vaars daar een geheele maant over gebloct is, als sommige duysenden van beuselinghen in vveynich uren by den anderen gekrabbelt, die zo vol letter falen, boeck-staaf falen, en koppel falen zijn, dat, al vvas het geheele Oceanus Iuris vvit papier, zo soudet noch niet ghenoech zijn om alle de misslagen met hare ontvverringen te begapen. Ick vveet vvel dat oordeloose menschen, ja die de naam oock voeren van geleert, noch evenvvel met hare Latijnsche knippel-veerskens zeer loffelick daar van spreecken, 't ooch hebbende alleen op het snel, en niet op het haar onbekende vvel. Dan deze slachten de smakelose veraasden, die de schielick gegroeyde paddestoelen, veel eerder geloof ick Kampervvt nieusgiericheydt, als om de kauvv diese over haar hebben noellen. ter maaltijdt voor vvat leckers aan laten dienen, in plaatse Fungi. van voedtsame, eetbare en langdurige spyse.
Ick segghe mijn meeninghe, sonder dat ick yemande maat ofte vvet begheer te stellen vvat dat hem zal moeten behaghen: Neen, dan vvyse maar alleen de misbruycken aan, daar inne de dosynvverckers, haar zelven kittelende dat-ze moeten lachen, zoo reuckeloos vervallen, dat-ze de slechten met een zeeckere op-gheblaesentheyt haere leuren voor vvat vvonders inde handen moffelen. Siet eens, ist niet een groote zotterny die meest ons alle plaacht, dat vvy de over-schoonste schepselen, hups op hare leden, vvel in 't vleysch, fris van vervve met een gemeen ooch alleenelijck beschouvven? en dat vvy, alsser inde kramen, een misdracht sonder beenen, met tvvee hoofden, de neus op 't voorhooft, de oogen in de neck te kijcken is, aan zodanige vvanschapene dutten des natuurs met groote vervvonderinge tijdt en ghelt nieusgierich verspillen?
Even alleens vvorden de luyden ghetrocken tot verscheyden spelen, achtende, by ghebreck van verstant, 'tgoet voor quaat, en 'tquaat dat niet een lit aan 'tlijf en heeft dat na een Spel gelijckt, voor vry vvat puycx; daar ick niet garen met de Gember, die in de Peperhuyskens van dat bekladde papier gehaalt vvort, de soppe over myne schaapshoofden bereydt zoude vvillen hebben, vresende voor opbreken. Dat zy zo het vvil, men lake tgoede en men love het quade, ick zal door het ghesnater van een hoop klootjes volck der ouden goede voorgang na te treden nummer laten, maar een eenige gesonde oordelaar ten gevalle, pogen te doen alsmen doen moet, en niet geliick het een kudde van vveet-nieten garen hadden.
Vaart vvel. S.A. Coster.