Isabella: treurspel(1619)–Samuel Coster– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Tvveede Bedriif. Eerste Toneel. Doralice. Vermakelijcke Wout, daar in zo vredich leven d'Eenvoudigen, die haar tot ned'richeyt begheven. 'k Beken wel dat de lust en rust alleen in't hert Van den vernoechden mensch volmaackt gevonden wert, En lijckwel schijnt de plaats daar oock wat in te moghen: Want ben ick in het hof zo komen tot mijn ooghen En ooren veelderley' bekommernissen in, Die my, 'k en weet niet waar, vervoeren hert en zin: En ben ick bosch-waarts, dan voel ick al mijn ghedachten, Die anders zijn belaan met sorch, zo soet versachten. Ten hoof streckt maar alleen mijn Vorstelijck ghemoedt Tot pracht en overdaat, en hier tot alle goedt. Zo veel vermoghen dan de qua gheleghentheden Ten quaatst', al woud' de ziel zijn tijdt tot goede besteden, Dat zelfs de vrome mensch, door de ghelegenheyt En qua ghewoonte, wort van deuchden af-gheleyt; Ia zo, dat hy sich heel in ondeucht gaat bedelven. Vorige Volgende