Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 289] [p. 289] De sneeuw bedekt de banen. De sneeuw bedekt de banen, Bevrozen zijn de beken - Ik ween zoo bittere tranen... Mijn liefste is heengeweken Naar verre vreemde streken. Langs zee En ree, Door woud en stee Moog' God hem weergeleiden Tot kind en vrouw, Die trouw, Vol rouw, Al schreiend hem verbeiden! De naakte boomen zuchten, De vogels zwijgen allen, [pagina 290] [p. 290] Maar gaat de winter vluchten, Dan zullen zangen schallen In frissche looverhallen. Als hij Tot mij, Wanneer 't ook zij, Zal keeren trouw en teeder, Rijst in mijn hart, Door smart Gesard, De zon der vreugde weder! Vorige Volgende