Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 287] [p. 287] Lord Gregory. Door zwarten nacht en onweer heen Kom ik tot u, en klop, Erbarming smeekend, aan uw steen - Lord Gregory, doe op! Daar ik u minde en hing aan u, Verstiet mijn vader mij - Gevoelt gij geene liefde nu, Gevoel dan medelij! O zeg, herinnert gij u niet Het looverige pad, Waar ik u 't zoet geheim verried, Dat ik lang verzwegen had? Hoe dikwijls zwoert ge, dat ge mij Altijd beminnen zoudt... Mijn hart, van lage valschheid vrij, Heeft nooit uw hart mistrouwd. [pagina 288] [p. 288] Uw hart is hard gelijk een steen, IJskoud is uw gemoed - 'k wil sterven... in het graf alleen, Daar is het wel en goed. O bliksems, slaat me neer, en dat Geëindigd zij mijn leed, Doch straft den valschaard niet om wat Hij Gode en mij misdeed! Vorige Volgende