Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 251] [p. 251] Anna. O gisteren leschte mijnen dorst De wonderdrank van Cana! O gisteren lag aan mijne borst De goudblondlokkige Anna! De joden in de zandwoestijn Verkwikte 't hemelsch manna Vrij minder, dan het harte mijn De kussen mijner Anna! Monarchen, neemt het oost en west, Van Indus tot Savannah, Doch laat in mijnen arm geprest De ranke en rijzige Anna; Dan zie 'k op u minachtend neer, Czarina en sultana, Terwijl ik Anna kus en teer Word weergekust van Anna! [pagina 252] [p. 252] Verga der zonne stralenpracht, Verga uw glans, Diana! U dekke, o starren, donkere nacht, Wanneer ik koos met Anna! Mij is de duisternisse waard, Haar zing ik: hosiannah! Omdat ze trouw bewaart en spaart 't geheim mijns heils met Anna! Vorige Volgende