Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 161] [p. 161] Hij sprak van wonderlijke zaken. Hij sprak van wonderlijke zaken, Waarvan ik nooit nog had gehoord; Ik voelde mijne wangen blaken, Maar zeide niet een enkel woord. Hij sprak van liefde, sprak van trouwe, En zei, dat ik hem had bekoord, En dat hij mij verkoos tot vrouwe - Ik repte niet een enkel woord. Toen heeft hij mij aan 't hart gesloten, Bijkans met kussen mij versmoord - Ik heb hem van mij afgestooten, Doch waagde niet een enkel woord. Nu zie 'k hem slechts in mijne droomen; Hij is misschien op mij verstoord - Ach, zoo hij wilde wederkomen, En vragen om een minzaam woord! Vorige Volgende