Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Verloren! Gij praat en pratelt maar immer voort Van stijl en gedachte, van vorm en woord, O schrandere professoren; Gij acht de Vlaamsche zaak gered, Wordt hier een letterken min gezet En daar een ander verkoren! Gij zijt zoo knap, zoo bijderhand, En spreekt zoo fraai, zoo vol verstand... Intusschen gaat onze taal te schand In de school, waar de kroon eene vreemde spant! - Met de tale gaat het vaderland Verloren! Gij rijmt en rijmelt er maar op aan, Nu op de zon, dan op de maan, Of liefkens oogen en ooren, En meegesleept door het maatgeluid, Zoo droomt gij, dat u de roem ontsluit, O poëten, den schrijn der trezoren! En gij hangt de ivorene lier aan den wand, En klapt u zelven ter eere in de hand... Intusschen zinkt onze taal in het zand, Versmeten voor vreemden toon en trant! - Met de tale gaat het vaderland Verloren! [pagina 112] [p. 112] O rechtgeloovigen, zalvend weet Gij te preeken van 's Heiligen Vaders leed, Wiens val door de hel is gezworen; En hartaanstukkentrekkend is Uw woord, dat smeekt om derenis Met wilden, Chineezen en Mooren! Hoe heerlijk, zaagt gij te allen kant Het vaandel der encycliek geplant... Intusschen staat aan 's graves rand Eene natie hier, wier taal men bant! - Met de tale gaat het vaderland Verloren! O volksverlichters, met woede en schrik Vervullen op beurt uw woord en uw blik Hen, die u zien en hooren; De menschheid ligt u zoo dicht aan het hart, En Bismark nu, dan Bonapart Ontvlamt u en wekt uwen toren! Zoo waant gij te strijden met hand en tand Voor recht en rede, zoo wreed vermand... Intusschen ligt onze taal aan den band, Een volk ontzielt men aan 't Scheldestrand! - Met de tale gaat het vaderland Verloren! Vorige Volgende