Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Op het V. taalcongres. (Antwerpen, 1856) Weer klinkt in echte broedertaal Het welkom allerwegen, O kampers voor de moedertaal, Uit elken mond u tegen; Weer reiken wij U de hand toe, fier en blij. Bij plechtige feestaccoorden Herhaalt ons beider Scheldevloed Des Zuidens groet Den Noorden. De politiek, dat domme ding! Hebbe ons vaneengeslagen, Wij blijven toch den trouwering Aan onze vingers dragen. [pagina 16] [p. 16] Nu als voorheen Zijn wij, trots de grenzen, één. Bij plechtige feestaccoorden Herhaalt ons beider Scheldevloed Des Zuidens groet Den Noorden. Al lang is in 't vergeteboek 't jaar Dertig aangeschreven, De blauwe kiel ligt in den hoek, En haat en veete er neven. Broers heeten thans Al de kindren Nederlands. Bij plechtige feestaccoorden Herhaalt ons beider Scheldevloed Des Zuidens groet Den Noorden. Wij spruiten immers beiden uit Denzelfden Dietschen bloede? Wij roemen immers beiden luid Hetzelfde schoone en goede? Op 'tzelfde blad Stelt geschiednis Belg en Bat. [pagina 17] [p. 17] Bij plechtige feestaccoorden Herhaalt ons beider Scheldevloed Des Zuidens groet Den Noorden. En klinkt niet even stout en fier, Gelijk aan IJ en Amstel, Dezelfde schoone tale hier, Wat mode haar 'nen dam stell'? Galmt heerlijk niet Ginds en hier het Dietsche lied? Bij plechtige feestaccoorden Herhaalt ons beider Scheldevloed Des Zuidens groet Den Noorden. Den dwazen, die, voor rede doof, Nog tweedracht zaaien willen, Omdat de spelling of 't geloof In vorm al iets verschillen, Geve Onze Heer Meer verstand 'nen andren keer! Bij plechtige feestaccoorden Herhaalt ons beider Scheldevloed Des Zuidens groet Den Noorden. Vorige Volgende