Mensen
Klasse-justitie?
door Willem de Wael
Tegenwoordig valt nog wel eens het woord ‘klassejustitie’. Ik denk dan meer aan een mentaliteit. Aan pro-deo-zaken, waarbij je soms het gevoel hebt dat een verdediger er zich niet zó opgegooid heeft als in een gehonoreerde zaak. Ann het feit, dat de geschorste Haarlemse rechter R. niet alleen bevoordeeld was door zijn wetskennis, maar ook door het feit dat hij als bemiddeld man zich door liefst twee gerenommeerde advocaten kon laten verdedigen. Welke gewone man kan dat? Van de week stootte ik op een hele nare zaak. Een gewezen redacteur van een provocerend universiteitsblad en thans publicist, de 27-jarige P.H., moest met een jonge wetenschappelijk medewerker (26) en een student (22) terecht staan, omdat ze de opiumwet hadden overtreden. Ze waren in de bossen tijdens de ‘handel’ betrapt. Het ging om gevaarlijke LSD-tabletten. De publicist Pé Hà. had ze aan beide andere verdachten verkocht alsmede marihuana. Dat is een misdrijf. Ook voor de kopers. Wat gebeurde er? De zaak werd op verzoek van P.H., tot voor kort vechter voor openheid en openbaarheid, achter gesloten deuren behandeld. Vanwege zijn zieke moeder, die het uit de krant zou kunnen lezen. Dat kan men een precedent noemen. Want het is geen alledaagse zaak, dat achter die ‘gesloten deuren’, zoals de overtreding van de opiumwet dat wel is.
*
Ik vind het een ‘verdacht’ precedent, dat aan ‘klassejustitie’ doet denken. Politierechter en officier van justitie wekken de indruk dat ze zich hebben laten manipuleren terwille van de ‘elite’. Van die twee academisch gevormden en de aldus nog te vormen student is het bovendien grensloos laf. Wél tegen het establishment aanschoppen maar er vooral gebruik van maken als het om het eigen belang gaat. Na bedoeld drietal stond een gewone jongen voor het zelfde feit en dezelfde rechter terecht. Die had ook van P.H. marihuana gekocht. Maar hij behoorde niet tot de ‘klasse’, tot de ‘elite’. Hij was zonder beroep. En zijn zaak diende wél in het openbaar. De moeder van hem of van een gewone arbeidersjongen leest ook de krant. En die kan ook ziek zijn. Toen ik bovendien nog las hoe die rechter, door wet gedwongen in het openbaar, te vonnissen, de ‘elite’-verdachten met zachte handschoenen aanpakte, werd ik bijna kotsmisselijk. Als zo'n rechter dan zegt dat hij een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf helemaal afkeurenswaardig vindt ‘omdat verdachten hun toekomst waarschijnlijk in de ambtelijke sfeer zullen moeten zoeken’, dan ben je geneigd te denken, dat sommige gezagsdragers én de bestrijders van dat gezag tóch nog onder een hoedje spelen. Vanwege de ‘elite’. Vanwege het motto misschien, dat rebellerende en LSD-gebruikende studenten van vandaag, het Havanna's rokende establishment
of het gezag van morgen zullen zijn. Het had maar eens 'n arbeidersjongen moeten zijn... Als ik Kamerlid was zou ik minister Polak er vragen over stellen.