denken. Wellicht wordt zij door hen als commercieel oninteressant beschouwd, wellicht zijn zij om onduidelijke redenen alleen maar in strijd met hun rechtzinnigheid - zij bestaat daarom niet minder dan welke andere categorie Nijmegenaren dan ook, zij wordt uit veel zaken geweerd en wil in deze en nog meer zaken niet naar binnen. Deze kleine minderheid staat op straat.
Tot deze minderheid rekenen zich, en worden gerekend, op grond wellicht van hun vaak enigszins individualistisch uiterlijk, een groot aantal in leeftijd, beroep en opvattingen uiterst uiteenlopende individuen. Het zijn de Nijmeegse beeldende kunstenaars, er zijn dichters en journalisten onder, alsmede mensen, werkzaam in vrije of semi-artistieke beroepen: vertalers, graveurs, grafici, etaleurs; verder musici, reserve-onderofficieren en buikdanseressen. Het is een groepering, die niet onder één sociologische kwalificatie te vangen is, het zijn mensen, die kortom in ongeveer alles met elkaar verschillen, maar toch in het oog van buitenstaanders als één groep, één milieu ervaren worden, en zichzelf ook als zodanig zijn gaan zien. Is dus de eenheid die zij vormen het duidelijkst in negatieve termen aan te geven: zij passen niet hier, en worden daar niet geaccepteerd - er zijn ook positieve dingen, die zij gemeen hebben, en die maken, dat zij zich zelfs op de plaatsen waar zij geaccepteerd worden, niet thuis voelen. Het eerste daarvan is een uitgesproken specialistische smaak op muzikaal gebied. Hun voorkeur gaat uit naar free jazz en ethnische muziek, incidenteel naar ultramoderne, seriële muziek; zij hebben weinig bezwaar tegen popmuziek, maar wel om daarvan uitsluitend plichtsgetrouw de laatste nieuwtjes te beluisteren. Hun smaak is persoonlijk, en absoluut on-, misschien zelfs antimodieus, en wat het belangrijkste is, hun smaak betekent veel voor hen. Dat de doorsnee barmuziek helemaal niet bijdraagt tot hun gevoelens van harmonie en integratie hoeft voor goede verstaanders al niet meer gezegd te worden. Die gevoelens, en dat is een tweede punt, varen ook allerminst wel bij de interieurs in de Nijmeegse café's: naar hun smaak altijd gewild, soms burgerlijk, soms hip, maar nooit vertrouwenwekkend. Hun derde eigenaardigheid is een behoefte aan recreatie door werkelijke communicatie, door met
mensen van gedachten te wisselen, bij wie zij zich, en die zich bij hun, thuis en op hun gemak voelen, en die hen niet beschouwen als een buitenbeetje of een curiositeit. Zij staan open voor konstruktief contact met iedereen - maar liefst nadat ook zij, als iedereen, een plaats hebben waar zij ‘thuis horen’, en waar men hen kan opzoeken. Zij willen een ontmoetingspunt, waar initiatief en originaliteit een kans zullen krijgen, en waar men zich niet hoeft te conformeren aan de geprefabriceerde sfeer, die de eigenaar in zijn raadsbesluiten het meest geschikt is voorgekomen.
In het licht van het voorafgaande doen wij een beroep op U, leden van de Nijmeegse Gemeenteraad, om een begin te maken met maatregelen, die ertoe kunnen leiden, dat ook wij, en zij, namens wie wij weten op te treden, binnen afzienbare tijd een café zullen hebben, waar wij naar toe kunen gaan en ons thuis kunnen voelen. Wij stellen U voor om een café te kopen en in overleg met ons zijn bestemming te geven, hetzij een van de gebouwen of lokaliteiten in het centrum, waarvoor momenteel nog naar een bestemming gezocht wordt, voor dit voorstel ter beschikking te houden. Hierbij