| |
| |
| |
De Pé Hawinkels Wandelroute
- Jacco Cornelissen, René van Hoften, Han Rouwenhorst en Frits Robeerst
Deze wandeling is gecentreerd rond twee stadswijken waar Pé het meest actief was. De eerste wijk is Nijmegen-Oost waar we vanuit het station en via de Oranjesingel naar toe lopen. De tweede wandelwijk is het Nijmeegse centrum, waar we vanuit Nijmegen-Oost naar toe lopen.
1. | De start van de wandeling naar Nijmegen-Oost begint bij het CS van Nijmegen, Stationsplein. De plek waar Pé Hawinkels in Nijmegen arriveerde na treinreizen vanuit Limburg, de Randstad, Ravestein (waar hij in de zomer badmeester was van het zwembad aldaar). En vandaar ook vertrok naar alle windrichtingen, in de tijd dat hij nog geen auto reed. |
2. | Huize Diogenes, Van Schaeck Mathonsingel, studentensociëteit met een voor het conservatief-katholieke milieu van de jaren zestig een wat modernere inslag. Pé kwam er als nuldejaars student in 1960 bij en was er een hele tijd lid van. Hij werd zelfs praeses van het Diogenesbestuur, al duurde dit niet al te lang. |
| |
| |
3. | Het gebouw op de hoek van de Van Schaeck Mathonsingel vlakbij de Stadsschouwburg. Hier stond in Pé's studententijd het gebouw Stella Maris, de universiteitsbibliotheek. Het pand is later door brand verwoest en door nieuwbouw vervangen. |
4. | De Stadsschouwburg. Hierin werd door Nederlandse toneelgezelschappen zoals de Haagse Comedie en het Zuidelijk Toneel Globe menig maal een toneelstuk opgevoerd dat door Pé Hawinkels uit het Grieks, Latijn, Engels of Duits vertaald was, zoals Antigone van Sophokles. |
5. | Via het Keizer Karelplein links de Oranjesingel op. Een van de eerste panden is de voormalige boekwinkel van Dekker v.d. Vegt, tegenwoordig hotel-restaurant Manna. Pé betrok van Dekker v.d. Vegt boeken voor zijn bibliotheek, zijn ‘boekenspelonk’ aan de Mr. Franckenstraat. |
6. | Oranjesingel nr. 16. Hier woonde Pé Hawinkels in 1961 enkele maanden in bij zijn vriend Gerard Pekelharing. Op de bovenste verdieping is een mooi schrijfbalkon. |
7. | Oranjesingel 42, thans Villa Lux. Het is het voormalige politiek-cultureel centrum O42 en daarvoor de studentenmensa. Pé was hier in de drukbeklante ruimtes menigmaal gast of zelfs spreker bij allerlei bijeenkomsten en manifestaties. Hier ging hij ook naar het studentenrestaurant. Hij klaagde nogal eens over de kwaliteit van het eten:
‘[...] de paardendiarrhee die hier voor spinazie doorgaat, de voze schapenkloten die men hier aardappelen noemt, de zeugmoederkoek die op het menu als rode bieten staat omschreven en het koeiengeil waar men ijskoud jus, zjuu of saus tegen zegt.’
|
8. | De Van Schevichavenstraat oversteken, links de Oranjesingel blijven volgen. Het eerste gebouw links, met de gele bakstenen, is het Nijmeegse kantongerecht. Of Pé hier wel eens moest zijn is onbekend. Wel was hij eens te gast bij het gerechtshof in Arnhem. |
9. | Oranjesingel verder aflopen, oversteken en de Berg en Dalseweg inlopen. Aan de linkerkant op de hoek van de Berg en Dalseweg en de Mr. Franckenstraat had Pé op nr. 88-90 (in Pé's tijd was daar huisnummer 82) zijn studenten- en werkkamer. In dit grote pand van huisarts dokter Craenendonck woonden veel studenten op kamers, ook Pé. Links naast de garage ziet men twee ramen aan de voorkant van zijn kamer, op de eerste verdieping. Pé had daar ook een gezamenlijk keukentje, waar hij met vrienden wel eens tomatensoep of nasi klaarmaakte. Hij at meestal buitenshuis, onder andere in de reeds genoemde mensa van O42. |
| |
| |
10. | Tegenover Pé's kamer, op de Mr. Franckenstraat 21-23-25 (nu een antiekwinkel en een makelaardij), was vroeger onder andere een kruidenierszaak waar Pé zijn dagelijkse boodschappen deed. De eigenaars waren niet altijd even vriendelijk tegen de langharige Pé! Gelukkig lachte hij erom. |
11. | Doorlopend op de Berg en Dalseweg is links een van de eerste panden café Trianon, met terras, mooie inpandige lambrizeringen en gastvrij. Jarenlang was dit Pé's stamcafé, immers vlakbij zijn studenten- en werkkamer gelegen. |
12. | Iets terug aan de rechterkant op de hoek van de Berg en Dalseweg en de Dominicanenstraat, voorbij de Maria Geboortekerk, ziet men de restaurants resp. Lodewijk en Van Dam. Op deze plek verkocht een mevrouw in een café-achtige ruimte ook rookwaren en sterke drank. Pé was daar regelmatig klant. Soms ook samen met zijn vriend Herman Brood, als die bij hem op bezoek was. Loopt men de Dominicanenstraat in, dan ziet men na zo'n honderd meter links de Dominicanen-kleuterschool. Hier speelde Pé Sinterklaas voor de kindertjes, maar viel toen ook nog even flauw vanwege te strak gespannen haarspelden waarmee zijn eigen kapsel was verborgen onder de Sinterklaaspruik. |
13. | Loop nu een stukje in de richting van het Traianusplein over de Mr. Franckenstraat. Na zo'n zestig meter ziet men rechts een zijstraat, de Regentessestraat. Loop die straat in. Halverwege rechts, bij veel bomen in de tuin, bevindt zich het ‘huis met het muurtje’. Pé viel van een vrij hoog muurtje van de woning aldaar (of misschien wel van een dak - het was donker, want nacht), waar hij klimmenderwijs op weg was naar een amoureuze ontmoeting met een jonge dame, onverhoeds naar beneden. Het feest ging dus niet door. Pé raakte gewond en moest zich onder doktersbehandeling stellen. Loop na deze plaats des onheils rechtdoor en buig dan af naar rechts, zodat men na zo'n tachtig meter weer op de Berg en Dalseweg komt. |
14. | Iets hogerop op de Berg en Dalseweg het voormalige prachtige gebouw van de school en het internaat Canisius College. Vroeger een echt rooms-katholiek bolwerk. Op de terreinen eromheen zijn veel vindplaatsen van Romeinse oorsprong. Het oude Museum Kam, met veel Romeinse vondsten, ligt hier vlakbij. Pé studeerde in zijn eerste studiejaar in Nijmegen Klassieke talen. Een mooie plek om bij in de buurt te wonen! Niet voor niets vertaalde Hawinkels vaak Griekse dramateksten. |
15. | Verder de Berg en Dalseweg op kan men naar rechts de Dommer van Poldersveldtweg inslaan. Hier was aan de linkerkant het café van Baas Thieke, waar Pé en zijn vrienden vaak bijeen kwamen. Thans is hier een restaurant, ooit Zusje Oost geheten. |
| |
| |
16. | Tegenover het café van Baas Thiecke, aan Minister Elandstraat 90, was Pé's eerste studentenkamer in Nijmegen. Het bijzondere was dat zijn kamertje zo klein was dat zijn bed overdag rechtop in een muurkast moest staan. Anders kon hij zich nauwelijks bewegen! |
17. | Doorlopend naar de Daalseweg ligt daar op het pleintje het Badhuis aan de Koolemans Beynenstraat. De eenvoudige studentenkamers van toen hadden nog geen eigen douche en men ging dan toch wel één keer per week naar het badhuis. |
18. | Verder naar beneden richting centrum op de hoek van de Daalseweg en de Groesbeeksedwarsweg zat vroeger de autohandel van Ronnie en Tonnie. Pé kocht er zijn eerste Citroën DS, een ‘snoek’. Misschien ook omdat hij gecharmeerd was van Ingrid, de verloofde van of Ronnie of Tonnie of afwisselend. Pé kwam er zo geregeld dat er gesproken werd over ‘Ronnie, Tonnie en Pé’ als drie-eenheid. |
19. | Schuin daar tegenover lag vooraan in de Van den Havestaat smulrestaurant annex cafetaria Moeke Nas, voor een snelle en nachtelijke portie nasi of bitterballen. |
20. | Verder lopend over de Daalseweg sla je rechts de Jacob Canisstraat in. Op de hoek stond een protestants- christelijke kleuterschool. Daar was Pé wel eens Sinterklaas voor de kinderen, samen met zijn vriend Jacco Cornelissen die uiteraard een ludieke Zwarte Piet speelde.
Vanaf hier lopen we terug over de Daalseweg en Prins Hendrikstraat naar het centrum, de tweede wijk uit deze wandelroute, we steken de Oranjesingel schuin over en starten op: |
21. | De Hertogstraat. Aan het einde van de Hertogstraat ligt rechts café-restaurant Credible. Een pand eerder is het café waar de Vereniging van studenten Nederlands genaamd Achter het Vercken haar domicilie had. Pé was daar ook vaak, onder andere samen met zijn vriend en medestudent Jo Bertram. Weer enige panden daarvóór lag het gebouw van de studentenvereniging Telemachus. Jo Bertram was daar lid van en ook enige jaren praeses van deze vereniging. |
22. | Vanaf het einde van de Hertogstraat steken we schuin over naar de Ridderstraat bij cultureel centrum De Lindenberg. We gaan op Ridderstraat de eerste straat rechts in en komen op de Sint Anthoniusplaats met de woning van Pé's vrienden Elzo Dibbets en Marianne Janssen (veel feesten!) |
| |
| |
23. | Vanuit de Ridderstraat vervolgen we de weg rechtsaf naar de Muchterstraat waar in de jaren zestig de fameuze Stellakelder van Pa van Boxtel was gelegen en waar Pé een vaste klant was, met name bij de jazzconcerten in het begin van de jaren zestig (o.a. Johnny Griffin en Donald Byrd) en de popconcerten van midden jaren zestig (o.a. The Golden Earrings). |
24. | Een stukje omlaaglopend in de Muchterstraat gaan we links omhoog de Grotestraat op en belanden op het einde daarvan op de Platenmakersstraat, bij het pand op nr. 14, boven de Bongobar. Woonhuis van vrienden bij wie Pé vaak op bezoek kwam en waar hij ook zijn befaamde houten banken vervaardigde, onder de verzuchting: ‘Ik had eigenlijk het liefst timmerman willen worden. Dan doe je iets echt met je handen. Niet al die intellectuele flauwekul!’ |
25. | Vanuit de Platenmakerstraat lopen we weer de Grotestraat links op en daar lag voorheen in het derde pand bovenaan rechts op nr. 5 de Malandobar van eigenaar/kastelein Bert van Maassen en zijn echtgenote Truus. Onder de kop: ‘Jazz in Malando’ vonden daar vanaf 1972 ook jazzconcerten plaats met o.a. drummer Wim Arentsen en saxofonist Peter van de Locht. Echte free jazz, iedereen mocht op zijn niveau meedoen. |
26. | Iets verder naar beneden op de Grotestraat links lag en ligt nog steeds café Extase, oorspronkelijk een nachtclub genaamd In Extase waar Pé en Frits Robeerst met zijn vrouw Miep van Heeswijk, naar toe gingen. Later werd het een soort jeugdhonk, volgens een beetje chique Franse stijl. Uiteindelijk de nachtkroeg, de discotheek en het hash-hol. |
27. | We lopen de Grotestraat verder naar beneden en slaan dan vervolgens de eerste straat links in, de Pepergas (even flink klimmen) en komen dan bij de Commanderie van St. Jan. In de jaren zestig nog een oorlogsruïne, maar ook een ontmoetingsplaats van dichters, muzikanten, kunstenaars. |
28. | Vanuit de Commanderie steken we schuin de Korenmarkt over en komen op de Grote Markt van waaruit de Stevenskerk is te zien. Pé had een origineel verzoek aan het toenmalige kerkbestuur, om de gerestaureerde kerk niet alleen te gebruiken voor erediensten, maar ook voor concerten, hondenshows, daklozen en vierdaagseslapers. Het kerkbestuur was niet geamuseerd. Enige jaren later zou Pé naam maken met veelbesproken bijbelvertalingen. |
| |
| |
29. | Vanaf de Grote Markt lopen we de Stikke Hezelstraat in, vervolgen onze weg over de Lange Hezelstraat en komen aan het einde daarvan aan het Joris Ivensplein, waar links het Café Chez Jo was gelegen, de bakermat van Pé's jaarkring Avalokitesvara, waar hij ook de praeses van was en het clublied componeerde. |
30. | Van hieruit slaan we af via de Parkweg de Doddendaal in en arriveren op Plein '44, waar links voormalig café Centrum Expres, met befaamd terras was gelegen. Daar ontmoetten de vrienden en studenten elkaar om bij te kletsen en meisjes te versieren. Op een dag kwam er een groep nuldejaars van een rechts studentencorps langs, een lied zingend over de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe ‘dat ie maar zou verrekken’. Pé ergerde zich daar enorm aan. Hij schreef er Smulcusje 78 over. |
31. | En ook op Plein '44, tegenover café Centrum Expres, het woonhuis van Pé's vriend, jazz-slagwerker Pierre Courbois. In de kelder van dat aan de zuidzijde van het plein gelegen pand vond de Nederlandse en Europese free jazz haar oorsprong en waren er bijeenkomsten met kunstenaars o.a. met Ted Feelen. |
32. | Het einde van deze centrumwandeling vindt heel toepasselijk plaats bij Hothouse Het Kroegje. Vanaf Plein '44 lopen we daartoe naar de Molenstraat en slaan op die straat de eerste straat links in, de Vlaamse Gas, fameus horecastraatje. Aan het einde daarvan aan de linkerkant lag het kroegje, gedreven door Jacco Cornelissen en Elzo Dibbets. Pé was hier vaak te gast, draaide jazz- en popplaten, voerde het hoogste woord en imponeerde de aanwezige dames met zijn eruditie en charmes. |
|
|