Talen in beweging
(2012)–Leonie Cornips– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
De geconstrueerde tegenstelling Holland-LimburgDe inwoners van de nieuwe provincie konden zich uiteindelijk als Limburger identificeren omdat zij in het proces van Limburger-worden ook tegelijkertijd Nederlander-werden.Ga naar voetnoot42 Ad Knotter spreekt dan ook over een proces van negatieve integratie. Identificaties als 'Limburger' werden mogelijk in oppositie met 'de Hollander'. In die tegenstelling kon men culturele praktijken, waardoor men zich als verschillend van de 'Hollander' beleefde, als eigen en uniek bestempelen en zich zo tegelijkertijd van de Hollander distantiëren. Thijs Wöltgens verwoordde zijn beleving over deze tegenstelling waarin hij de Limburger als zeer passief voorstelt als volgt:Ga naar voetnoot43 '(Toch is) het idee van “Limburgers” [is] een constructie achteraf. Anderen hebben ons tot Limburgers gemaakt. Die anderen zijn allereerst de “Hollanders”. Zij hebben onze identiteit gecreëerd. Wij waren wingewest, zij de republiek. Wij waren Katholiek, zij Calvinistisch. Wij waren onderdanen, zij hadden de macht. En na de ontwikkeling van de mijnindustrie: wij waren ondergronds en zij commandeerden vanuit veilige kantoren. Deze tegenstellingen, het verzet tegen de Hollanders, heeft het verschijnsel Limburger opgeleverd.' Uit deze passage blijkt ook hoe in de beleving van Wöltgens de tegenstelling tussen Holland en Limburg aanwezig blijft maar telkens door de tijd heen nieuwe vormen en uitdrukkingen krijgt. Kijkend naar de historische context in de vroege negentiende eeuw, dan is taal wel zeer waarschijnlijk een attribuut geweest in de geconstrueerde tegenstelling tussen Limburg en Holland. Na toetreding tot het Koninkrijk in 1815 kreeg het nieuwe gebied Limburg te maken met het besluit van koning Willem I die het Nederlands als officiële taal in geheel Limburg voorschreef. Ambtenaren die vanaf 1 januari 1823 niet over voldoende kennis van het Nederlands beschikten, moesten naar de Waalse en/of Duitse gebieden overgeplaatst worden. Hennequi, de burgemeester van Maastricht die in die tijd uitsluitend het Frans beheerste, schreef koning Willem I dat hij afstand deed van zijn functie. Het Nederlands was in Limburg onbekend daar iedereen het lokale dialect sprak en de bovenlaag in meer formele domeinen het Frans en/of Hoogduits gebruikte al naar gelang waar men woonde.Ga naar voetnoot44 Het kan niet anders dan dat het Nederlands met Holland en het dialect met de lokale gemeenschap geassocieerd werd. |
|