Talen in beweging
(2012)–Leonie Cornips– Auteursrechtelijk beschermdOnvervreemdbaar bezitsconstructieVragen die in interdisciplinair onderzoek naar taalcultuur dan ook centraal staan, zijn hoe mensen zich identificeren met anderen en met wie tegelijkertijd niet en welke talige elementen in deze processen ingezet worden en welke niet? Een goed voorbeeld hoe onderzoek naar taalcultuur inzicht kan bieden in sociale, en regionale identificaties en de veranderingen hierin is het volgende.Ga naar voetnoot29 Uit onderzoek van | |
[pagina 8]
| |
Pierre Bakkes begin jaren negentig blijkt dat jongeren in het dialect van Montfort, in tegenstelling tot ouderen, nog nauwelijks zinnen zeggen als 'Hij wast zich de handen'.Ga naar voetnoot30 Kaart 2: Verspreidingsgebied onvervreemdbaar bezitsconstructie als 'hij wast zich de handen'Ga naar voetnoot31
Dit type zin - een onvervreemdbare bezitsconstructie genoemd - is verspreid over veel dialecten in het oosten van Nederland. Een constructie als 'Hij wast zich de handen' behoort in Nederland tot een dialect maar de letterlijke Franse vertaling, namelijk 'Il se lave les mains' tot de officiële standaardtaal in Frankrijk. Bakkes schaart deze teruggang in gebruik onder de noemer 'dialectverlies', dat wil zeggen dat dit type zin uit het dialect verdwijnt. Maar, het onderzoek van mijzelf, ook begin jaren negentig, toont aan dat juist de jongeren in Heerlen de onvervreemdbare bezitsconstructie significant meer gebruiken in hun nederlands dan de oudere sprekers.Ga naar voetnoot32 Een type zin dat karakteristiek is voor de oostelijke Nederlandse dialecten verdwijnt dus uit het dialect van de jongere sprekers uit een Limburgs dorp maar wint terrein in het gesproken Nederlands van jongere sprekers 50 kilometer meer naar het zuiden. Of anders gezegd, het Nederlandse 'hij wast zijn handen' dringt door in het dialect van Montfort maar verdwijnt uit het Nederlands van Heerlen voor het dialectische 'Hij wast zich de handen'.Ga naar voetnoot33 Deze tegen-Figuur 1: 'Hij wast zich de handen' in percentagesGa naar voetnoot34
| |
[pagina 9]
| |
gestelde veranderingen kunnen niet geduid worden in taalgeografisch en Laboviaans sociolinguïstisch onderzoek waarin hoe iemand spreekt of hoe iemands grammatica eruitziet, iemands geboorteplek en sociale positie reflecteert.Ga naar voetnoot35 We hebben daarvoor kennis nodig over de symbolische betekenis van de talige vorm die, afhankelijk van wie deze produceert en interpreteert, een potentiële aanwijzing (index) is voor een 'plek', sociale positie of stereotypering. De variant 'Hij wast zich de handen' kan 'een couleur locale' of solidariteit indexeren in het Heerlens Nederlands, gesproken in een stad die in de tijd van het onderzoek als Hollands gezien en beleefd werd maar als iets van 'vroeger' of 'plattelands' in Montfort. Deze kennis is te achterhalen als het interdisciplinair onderzoek naast de talige vorm, ook de context en de taalideologie in samenhang bestudeert. Dit vereist een herzien van gevestigde concepten en methoden van onderzoek waardoor de sterke kanten van zowel taalkundig, sociolinguïstisch als antropologisch onderzoek elkaar kunnen aanvullen en versterken.Ga naar voetnoot36 Kaart 3: Limburg in verhouding tot de Duitse Bond 1839-1867. Uitzondering: vestingen van Maastricht en VenloGa naar voetnoot40
|
|