Levende kalck
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijVVaer mede Dirck Coornharts Seepe lichtelijck te niet wert ghemaeckt, ende als eenen Roock verdwijnt
D.V. Coornhert, Levende kalck. VVaer mede Dirck Coornharts Seepe lichtelijck te niet wert ghemaeckt, ende als eenen Roock verdwijnt. Jacob Aertsz Colom, Amsterdam 1630 (uitgave)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: Cat. Ned. Lett. UBA 195
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Levende kalck. VVaer mede Dirck Coornharts Seepe lichtelijck te niet wert ghemaeckt, ende als eenen Roock verdwijnt van D.V. Coornhert in een uitgave uit 1630. De eerste druk dateert van 1583.
redactionele ingrepen
fol. ccc lviir: Christelijick → Christelijck: ‘sonderlinge als dat geschiedt Christelijck’.
fol. ccc lviiv: dot → dat: ‘ongeschickt ende ongeleert is, dat hy in zijne schriften’.
fol. ccc lviiv: Coornherr → Coornhert: ‘Coornhert 8.’.
fol. ccc lviiir: versoncben → versoncken: ‘sinneloos, ende versoncken inde stinckende Secte der Libertijnen’.
fol. ccc lviiir: keeckroover → kerckroover: ‘Want ghy scheldt my voorts te wesen een Wolf een Kerckroover’.
fol. ccc lviiir: Prinre → Prince: ‘Maer waer mede bewijsdy dat ick der Libertijnen Prince ben’.
fol. ccc lviiiv: ntet → niet: ‘U leere houde ick meest voor menschen, niet voor Godes woort’.
fol. ccc lixr: gheensius → gheensins: ‘Maer na mijne achtinghe en hebben gheensins ghedoolt’.
fol. ccc lixr: Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven: ‘of gaet u dat niet aen? [...]aet ghy sulcx niet over?’.
fol. ccc lixv: eyntlijtk → eyntlijck: ‘ende eyntlijck dat wy die Heylighe Schrift niet en verstaen’.
fol. ccc lixv: dot → dat: ‘door u eerst moste weten dat ick Griecx noch Hebreeusch kan’.
fol. ccc lxr: ende ende → ende: ‘nu niet meer u getrouwe ende geleerde Oversetter’.
fol. ccc lxv: warrheyt → waerheyt: ‘die ick met waerheyt ontkenne, ende die ghy niet en vermeucht’.
fol. ccc lxv: sonde → soude: ‘ende believen eenigh schrift int licht soude gheven’.
fol. ccc lxv: uu → nu: ‘Daer siedy uwen Calumnie nu naeckt bestaende’.
fol. ccc lxv: Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken opgelost: ‘al-hoe-wel de alderbeste Mannen ver[r]e zijn verscheyden’.
fol. ccc lxir: uoch → noch: ‘nochtans van die tijdt af niet beter noch wijser gheworden’.
fol. ccc lxir: ijy → gy: ‘Hier inne volchdy wel na u Meester Calvijn, als gy poochde’.
fol. ccc lxiv: alergeleerste → allergeleerste: ‘niet en wiste te antwoorden op die allergeleerste bewijs-redenen der Evangelische ministeren’.
fol. ccc lxiir: wordeu → worden: ‘Ten laetsten de dach soude my te cort worden’.