Van Godt
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijSijnen naem, by-namen, hoedanigheyden, daden ende wercken
Wercken Godes na zijn Miltheyt.Doet zijn besten schat (den Hemel) open. Deut. 28. 12 Jere. 50, 25
Vermeerdert dat gewas vande vruchten onser Rechtvaerdigheyt 2 Cor. 9, 10
Gheeft goede gaven 1 Par. 4. 10 Joan. 15, 16 Matth. 7, 11
Goedertierenheyt Psalm 84, 13
Liefde 1 Joan. 3, 1
Den eeuwighen troost 2 Thess. 2, 16
Een vreesachtigh herte Ezech. 11, 19
Een nieu herte Ezech. 36, 26
Een herte Jerem. 32, 39
Alle beste gaven Jacob. 1, 17
Alle volmaeckte giften...
Den Leeraer der Rechtvaerdigheydt. Joel 2, 23
Spijse den ghedierten Psalm 103, 28
Sijnen eenighen Sone Joan. 3, 16
Cracht Psalm 67, 36
Blijdtschap 2 Par. 20, 27
Gratie Psalm 83, 12
Glorie...
Erffenis...
Wasdom 1 Cor. 3, 7
Den adem Actor. 17, 25
Verstant Joh. 7, 17 Psal. 31, 8, 118, 130
Rechte oordeelen 2 Esd. 9. 13
De Wet Psalm 24, 9
Der waerheyt 2 Esd. 9, 13
Goede gheboden:..
Een welgheleerde Tonghe Isai. 50, 4
Alle dinck Actor. 17, 25
Vrede Isai: 26, 12
Hemelsch Broodt Exod. 16, 15
Een trooster blijvende met ons inder eeuwigheyt Joan. 14, 16
Den pandt des gheests 2 Cor. 1, 22
Penitentie Actor, 11, 18
Tgene daerom gebeden wort 1 Par. 4, 10
Seer groote ende costelijcke beloften. 2 Pet. 1, 4
Wijsheyt 1 Par. 22, 13 Exo. 36, 2, 2 Re. 5, 12, 3 Reg. 4, 29 JAc. 1, 5 Pro. 2, 6
Al dat wy begheren inden Name des Soons Joan. 15, 16
Ruste Isai. 30, 32 Deut. 25, 19
Wetenheyt Dan. 1, 17
De goede hope 2 Thess. 2, 16
Den gheest niet by maten Joan. 3, 34
Den goeden gheest 2 Esd. 9, 20
| |
[Folio 12r]
| |
Sijnen Gheest Num: 11,29
Den Heylighen Gheest....
Den Geest der Liefden 2 Tim: 1, 7
Der soberheyt....
Der kracht....
Des waerheyts Joan. 14, 17
Het landt Exod: 12, 25
Sijn vreese in onse herten Jere: 32, 40
De waerheyt Mich: 7, 20
Eenen wegh Jere: 32, 39
Victorie door onsen Heere Jesum Christum 1 Cor: 15, 57
Het leven Actor: 17, 25
God is niet begerigh om giften 2 Par: 19, 7
Behoeft onse goederen niet Psalm 15, 2
| |
Wien Godt gheeft.Die inden wegh misdoen een wet Psal: 24, 8
Den Heydenen penitentie Actor: 11, 18
Die heeft Matth: 13, 12
Die de onderwijsinghe verstaen wetenheydt. Dan: 2, 21
Den vermoeyden kracht Esai: 40, 29
Een yeghelijcken het leven den adem ende alle dinghen Actor: 17, 25
Den kleynen kinderen verstant Psal: 118, 130
Die begheren goede dinghen Matth: 7, 11
Den Wijsen wijsheyt Dan: 2, 21
Die zijnen Naem vreesen d'erffenisse Ps. 36, 29
Maect overvloedigh onse Liefde tot malcanderen ende tot allegader 1 Thess. 3, 12
Maeckt een Maeltijt der vetter Isai. 25, 6
Doet wassen Genes. 17, 6
Maeckt een kort woort Rom. 9, 28
Vermenighvuldight de kinderen der menschen. Psalm. 11, 9
De kracht Isai. 40, 29
De vrucht der boomen Ezech. 36, 30
De terwe Ezech. 36, 29
De menschen Ezech. 36, 10
Het groeysel des velts Ezech. 36, 10
Gratie 1 Pet, 1. 2
Vrede...
In den Gheloovighen...
T'volck van Israel Deut. 1, 10
T'zaet Abrahams Genes, 22, 17
Davids Jere: 33, 22
De kracht inde ziele Psalm 137, 3
De visioenen Ose. 12, 10
Belooft de benedijdinghe Deut. 15, 5
Te woonen in de duysternis 2 Par. 6, 1
De vermenighvuldiginghe des zaedts. Genes. 22, 17
Rust Josu. 22, 4
Vreede....
Te strijden voor den zijnen Josu. 23, 10
Een goet lant Deut. 1, 35
Vloeyende van melck ende onigh. Deut. 6, 3
Wien? te weten:
Abraham Genes. 28, 4
Den Patriarchen Deut. 1, 35
David 2 Par. 1, 9
T'volck van Israel Josu. 23, 5
Het eeuwigh leven den Gheloovighen 1 Joan, 2, 25
Gheeft ons macht Deut. 8, 18
Wijsheyt Eccl. 1, 10
Den ghenen die hem beminnen....
Aenbiedt t'gheloove Actor. 17, 31
Allen menschen....
Gheeft Vreve 1 Par. 20, 30
Bereyt dingen die noch gehoort noch ghesien zijn Isai. 64, 4
Den ghenen die hem verwachten....
Doet goedt Josu. 24, 20
Weldaden 4 Esd. 1, 17
Oock den ondanckbareb...
Gheeft het broot vanden Hemel bereyt sonder arbeyt Sap. 16, 20
Ruste 2 Par. 32, 22
Cracht Psalm 29, 8
Comt voor met de gebenedijdinghe der soetigheyt Psalm 20, 4
Rekent Abraham tot Rechtvaerdigheyt dat hy Gode ghelooft heeft Gen. 15, 6
Phinees zijn wercken Psalm 105, 31
Abraham t'gheloof Rom. 4, 5
Vervult de begheerten met goeden Psal. 102, 5
Den Gheloooighen met alle blijdtschap ende vrede Rom. 15, 13
Bezaeyt het huys van Israel Jerem. 31, 27
Van Juda...
Verleent alle ding Genes. 33 11
Goede dinghen Psalm 12, 6
Ghewenschte dinghen Psal. 19, 5, 203
Een goede gave Prov. 4, 2
Verstant Psalm 15, 7
Reghen onsen lande Deut. 28, 12
Ruste Deut. 3, 20
Welvaren Prov. 11, 31
Den gheest Galat. 3, 5
Een nieuwen gheest Ezech. 11, 19
Het eeuwighe leven Psalm 20, 5
|
|