Van Godt
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijSijnen naem, by-namen, hoedanigheyden, daden ende wercken
Wercken Godes na zijn Ghetrouwigheyt.VOlbrengt de beloftenisse Exempel Exod: 20, 6 Deut: 2, 9, 19
Bercht de zijne Psalm 30, 21 Jerem: 36, 26
Worpt toe alle nootsakelijcke dingen Luc: 12, 31
Den ghenen die eerst soecken t'rijcke Gods....
Helpt Eszu: 41, 13 Psal: 40, 4, 2 Par: 25, 18
De stadt Gods (zijn Kercke) Psal: 45, 6
Vroech inden dagheraet....
De armen Psalm: 106, 41
Van armoede...
Helpt door zijn oordeelen Psalm 118, 175
Door zijn bermhertigheyt Psal: 93, 18
Staet by (den zijnen) 2 Tim: 4, 17
Keert afdevyanden Exempel 1 Reg: 23, 26 27, 28 Sopho: 3, 15
Is behulpsaem Judic: 7, 12
Die totten Heere roepen 2 Par: 18, 31
Verbindt dat ghebroken was Ezech: 34, 16
Bevestight 1 Cor: 1, 8, 1 Par: 14, 2
Versterckt 2 Tim: 4, 17
Inden dagh der tribulatien Nah: 1, 7
Dat kranck was Ezech: 34, 16
Bewaert Psalm 40, 3
De zielen van zijnen heylighen Psal: 40, 3
Den zijnen Ps. 96, 10 Deu. 1, 31 Joan. 17, 15
Draeght sorge voor de zijnen Mat. 19, 29 Psal 34, 10, 1 Pet. 5, 7 Exempel Elias, 3 Reg. 17, 4, 6, 19, 6 Iten Sampson Judic. 15, 19 etc.
Gheeft den schilt der saligheyt 2 Reg. 22, 36
Broot vanden Hemel om te eten Exo. 16, 15
Spijse Psalm 110, 5
Die hem vreesen....Exem 2 Reg. 17, 27. 28, 29
Allen vleesch Psalm 135, 25
Den hongherighen Psalm 145, 7
Verbreyt Gen. 26, 22
Maeckt den wegh voorspoedigh Gen. 24, 56
Strijdt voor zijn volck Deut. 20, 4
Vernielt die haten (den Godvruchtigen) Ps. 17, 41
Brenght uyt De ghevanghenen Psalm 67, 7
Broot uyter aerden Psalm 103, 15
Wijn....
Verlost 2 Para. 30, 11, 2 Tim. 2, 9 Exempel Exod. 3, 8
De ziele vander doot Psal. 32, 19, 55, 14
Vande verderffenis Job 33, 18
Den ellendighen uyt de handen van die stercker zijn als hy Psalm 34, 10
Den armen van die hem berooven....
Den Godvruchtigen uyt de becoringe 1 Pet. 2, 9
Van t'verslinden des visch Tob. 12, 3
Vande becoringhe Psalm 17, 30
Vanden boosen Man.... 49
Van dat wederseggen des volcx....44
Vande aldersterckste vyanden....18
Wt den strick Psalm 24, 15
Wt de hant vanden Beyr 1 Reg. 17, 37
Vander doot Psalm 55, 14 Job 5, 20
Wt dat midden vande welpens der Leeuwen Psalm 56, 5
Van die haten Psalm. 17, 18
Wt alle verdrucktheden.33, 5
Gelijck een Mussche uyt den strick der Jaghers Psalm 123, 7
De Kinderen van Israel Exod. 6, 6
Sijn Dienaers die in hem gelooven Dan. 3, 95
Wt het midden des vyers Dan, 88
Vande helle....
Van die omringhen Psalm 31, 7
Wt de hant der Egyptenaren Exo. 18, 20
Vande nooden Psalm 24, 17
Vande salvernije Exod. 6, 6
Die in hem betrout Jere. 39, 18
Die in hem hoopt Psalm 90, 14
Den rechtvaerdighen uyt alle verdriet. Psalm 33, 18
Vande ghevanckenis Actor. 5, 19, 12, 7 16, 26, 27
Israel van Pharao Exod. 14, 30
Volbrengt zijn woorden 2 Esd. 9, 8
Leydt int landt van beloften Exod. 13, 5
God heeft de ketenen gebroken Jer. 40, 4 Wildy een ghelijckenis siet Amos 3, 12 Lev. 26, 13
Voedt Psalm 54, 23 Mat. 6, 26, 30
Sijn volck Sap. 16, 20
Metter Engelen spijse...
Met oordeel Ezech. 34, 16
Met Hemelsch broot Exod. 16, 15
Omgort den zijnen met kracht ten strijde Ps. 17, 33
Slaet alle die teghen David zijn Psalm 3, 8
Beveelt den Raven Eliam te voeden 3 Reg. 17, 4
Oock de Vrouwe....9
Brengt door den rechten wegh Genes. 24, 27
Volmaeckt 1 Pet. 5, 10
De ooren (der gheloovigen) Psal. 39, 7
De voeten (der Geloovigen) Psal. 17, 34
Gaet voor Exod. 13, 21 Isai. 52, 12
Bereyt een vrouwe voor Isaac Genes. 24, 44
Verleent alle ding overvloedigh om te ghebruycken 1 Tim. 6, 17
Broot om te eten 2 Cor. 9, 10
Comt voor op den dagh des lijdens Exempel Jacob Genes. 31, 24, 2 Reg. 22, 19
Draeght Esai. 46, 4
Sijn volck Deut. 1, 31
Gelijck een mensch zijn kleyn kint pleegh te draghen...
Op de vleughelen vanden Aernen. Exod. 19. 4
Met sterckte Exod. 15, 13
Proeft gelijck een vermanende vader Sap. 11, 11
Brengt voort cruyt totten dienst der menschen Psalm 103, 14
Is by en ontrent den bedructen van herten Ps. 33, 19
Alle den ghenen die hem aenroepen in waerheyt Psalm 144, 18
Beschermt Genes. 14, 20
Den genen die zijnen naem kent Ps. 90, 14
Die simpelijck wandelen Prov. 2, 7 Gen. 20, 6
Die in God hoopt Psalm. 90, 25
Van versmaedtheyt Exempel Abraham Genes. 12, 17
Van t'gewelt der Godlosen Exempel Loth Genes. 19, 11
Van de zonde Exem Abimelech. 20, 6
Strijdt voor den zijnen 2 Par, 20, 22, 29 Exo. 14, 14
Versoeckt zijn Schapen self Ezech. 34, 11
Dat verloren was Ezech. 34, 11
Brengt weder dat verworpen was....
Verlost den armen Psalm. 33, 7
Van alle zijn tribulatien....
Verzadight de ydele ziele Psalm 106, 9
De hongherighe ziele Jer. 31, 25....
Met goeden....
Jerusalem Psalm 147, 14
Mette bloeme vande terwe....
Israel Psalm 80, 17
Met hemels broot Psalm 104, 40
Wt den steen met honigh. 80, 17
| |
[Folio 11r]
| |
De arme van Sion Psalm 131, 15
Met brooden....
Kent de droefheyt zijns volcx Genes.
Betuynt zijn Wijngaert Isai. 5, 2
Bewaert David 1 Reg: 25, 39
De disipulen Christi Joan: 17, 11
Van quaedt....
(Den gheloovighen) Psalm 11, 8
Van't boose gheslachte....
Sijnder heyighen voeten 1 Reg: 2, 9
Is sorghvuldigh over (den Gheloovighen) 1 Pet: 5, 7 Psalm 93, 18
Stelt de voeten (der Geloovigen) op een ruym plaetse Psalm 30, 9
Op den steen Psalm 39, 3
Worpt om de lagen der ongoddelijcken Exempel 1 Reg: 23, 28 Prov: 10, 3
Legget zijn hant onder den vallende Ps: 36, 24
Ontfangt de Weduwen ende Weesen Psal: 145, 9
Verweckt den H. Geest eens jonghen kindts, wiens naem was Daniel Dan: 13, 45
Bedeckt den Rechtvaerdighen met zijn rechte handt Sap. 5, 17
Houdt (der Geloovigen) rechte hant Ps: 72, 24
Besoeckt Genes: 21, 1
Siet het verdriet Israels 4 Reg: 14, 26, 20
Openbaert zijnen wille 2 Par: 11, 2, 3, 4
Pijnight niet de ziele vanden Rechtvaerdigen met hongher Prov: 10, 3
Geeft inder eeuwigheyt geen wanckelbaerheyt den rechtvaerdighen Psal: 54, 23
Gheeft niet tot slipperen den voet van die hulpe van hem verwacht Psalm 120, 3
Verlaet niet, die hem liefhebben Dan: 14, 37
Den rechtvaerdigen Exempel Joseph. Psalm 36, 33 Sap: 10, 14
Die hem soecken Psalm 9, 11
Sijn heylighen Psalm 36, 28
Die in hem hopen Judith 13, 17
Versmaedt niet zijn gevangenen Psal: 68, 34
Laet niet toe den zijnen te zondigen Gen: 20, 6
Den zijnen te beschadigen Gen: 31, 7
En sluymert niet die Israel bewaert Ps: 120, 4
Vergheet niet den roep der Armen Psal: 9, 13
Sions Isai 49, 15
Laet niet toe den zijnen te besmetten Judit: 13, 20
Verstoot zijn volck niet Psalm 39, 14
En laet de roede der zondaren niet op't lot der rechtvaerdighen Psalm 124, 4
|
|