Dat Godts gheboden licht zijn ende leerlijck
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijD.V. Coornhert, Dat Godts gheboden licht zijn ende leerlijck. Jacob Aertsz Colom, Amsterdam 1630 (uitgave)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: Cat. Ned. Lett. UBA 195
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Dat Godts gheboden licht zijn ende leerlijck van D.V. Coornhert in een uitgave uit 1630. Het jaar van uitgave van de eerste druk is niet bekend.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is steeds tussen vierkante haken opgelost.
fol. 214v: t'andrr → t'ander: ‘den Ionghers jonstigh zijn, t'een voor, t'ander na’.
fol. 217r: schrifueren → schrifturen: ‘Dit is valsch, ende teghen den gantschen sinne der schrifturen’.
fol. 217r: bet → het: ‘Hadde hy het gheweten, hy hadde bet ghedaan’.
fol. 218r: secheyden → scheyden: ‘want sonder pijne en scheyden Lijf ende Ziele niet’.
fol. 218r: ljjden → lijden: ‘en laat sijne lieve kinderen gheen ghebreck lijden’.
fol. 219r: reyneu → reynen: ‘want den goeden ende reynen allen dingen goet ende reyn’.
fol. 219v: bet → het: ‘Maar om het te verstaan waar af wy spreken’.
fol. 220r: goetschijnen den → goetschijnenden: ‘die eenen goetschijnenden wegh verkoren hebben’.
fol. 220r: gerakeu → geraken: ‘den eenvuldighen wegh des Levens te geraken’.
fol. 220v: beslagheu → beslaghen: ‘ghenoten werden dan den wegh die van sijn voeten beslaghen werdt’.
fol. 221v: qnaatwillighen → quaatwillighen: ‘te weten voor d'ooghen van den quaatwillighen’.
fol. 222r: bltjven → blijven: ‘een dootslaanden letter, ende blijven alsoo in hare zotheyt’.
fol. 223r: dewelcde → dewelce: ‘te weten die Liefde, dewelce tweereley is’.
fol. 225r: schirftelijck → schriftelijck: ‘De Conscientie bestaat in redelijck of schriftelijck oordeel’.
fol. 226r: sadtbeydt → sadtheydt: ‘is nyet alleen het Eten boven sulcke volle sadtheydt’.
fol. 226r: eeenighe → eenighe: ‘sonder eenighe versadinghe te ghevoelen’.
fol. 226v: vranderinghen → veranderinghen: ‘gheen tijdtlijcke veranderinghen en moghen haar verstooren’.
fol. 227r: eude → ende: ‘ende om dat sy met alle lieflijcke Deughden verselschapt’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[fol. 214r]
Dat Godts Gheboden licht zijn ende leerlijck.
Door
D.V. COORNHERT.
1. Iohan.5.3.
Ende sijne Gheboden en zijn nyet swaar.
Matth.11.29.
Mijn Iuck is soet, ende mijn last is licht.
t'AMSTERDAM,
By Iacob Aertsz Colom, 1631.