Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh.
DOOR D.V. COORNHERT.
Sap. 5.7.
Wy zijn moede geworden in den wegh der ongerechtigheyt, &c. Wy hebben sware wegen gewandelt.
Sap. 17.22.
Sy waren hen selven swaarder als de duysternisse.
Syr. 21.4.
Alle ongerechtigheyt, is als een swaert aen beyden zijden scharp, welck wondinge niemant genesē mach.
Isa. 57.19.
De Godloosen en hebben geenen vrede.