Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh
(1631)–D.V. Coornhert–
AuteursrechtvrijD.V. Coornhert, ‘Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh’, uit: D.V. Coornhert, Wercken. Deel I, Jacob Aertsz. Colom, Amsterdam 1631
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: Cat. Ned. Lett. UBA 195
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh van D.V. Coornhert in de eerste druk van een uitgave uit 1631, getiteld Wercken. Deel I. Het jaar van de eerste druk van het oorspronkelijke werk is onbekend.
redactionele ingrepen
fol. 242: het foutieve folionummer 247 is gewijzigd in 242.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[fol. 231r]
t’AMSTERDAM.
By Iacob Aertsz Colom, 1631.
[fol. 231v]
Cort Inhouden vande Cappittelen.| Cap. 1.2.3.4. | Dat des Duyvels wet zwaar is. |
| Cap. 5. | Onderscheyt tusschen de noodtsakelijcke ende onnootsakelijcke dinghen. |
| Cap. 6. | Vanden Duyvel. |
| Cap. 7. | Van des Duyvels beloften. |
| Cap. 8. | Ofmen deur de voorsz middelen oock verkrijcht het beloofde. |
| Cap. 9. | Of Rijckdom den mensche magh brenghen tot een volkomen ghenoeghsaamheyt. |
| Cap. 10. | Of de Rijcken die veel hebben, en̄ veel (maer nochtans min dan sy wel vermogen) verteeren, de genoeghsaamheyt naast zijn. |
| Cap. 11. | Vanden Deurbrenghers. |
| Cap. 12. | Vanden Ghierighen. |
| Cap. 13. | Vanden dubbelt-ghierighen. |
| Cap. 14. | Van state of moghentheyt. |
| Cap. 15. | Ofmen door wellust de voorsz genoegsaamheyt magh vercrijgē. |
| Cap. 16. | Van des Duyvels wetten. |
| Cap. 17. | Van Zonde int ghemeen. |
| Cap. 18. | Van Hoovaerdigheyt. |
| Cap. 19. | Van Gulsigheyt. |
| Cap. 20. | Van Oncuyscheyt. |
| Cap. 21. | Van toorn of gramschappe. |
| Cap. 22. | Van Nijdigheyt. |
| Cap. 23. | Van Traagheyt. |
| Cap. 24. | Van verscheyden Zonden int ghemeen. |