Comedie van Israel
(1590)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij
[pagina 4]
| |
Argvment.
Ga naar margenoot+ISrael voeghde nieuwe, toe veel oude zonden,
Deed' quaad voor den Heer, zo dat hy afgodeerde,
Ia den Heer verliet, en hem niet en eerde.
Des wert de Heere gram. zo Israel heeft bevonden,
Van God onderworpen den Heydenschen honden:
Die hem zo hardtplaaghden, dat hy zich verneerde,
Zijn zonden bekende een verlossing begheerde.
God weyghert, antwoordt streng, met zijn weldaadts verkonden.
Doe sprac Israel tot God: wy hebben misdaan zwaarlijck.
Doet ons dat u belieft: maar vande handt vervaarlijck
Der wrede vyanden, verlost ons nu en beschermt.
Dit zegghende wierpen zy uyt alle huer palen
D'afgoden en dienden den Heere al tentmalen.
Die doe ghenadelijck henluyder heeft ontfermt.
|
|