het helemaal òm te gaan. Per fiets, per auto, per tram kunt gij over Schoondijke - IJzendijke en Philippine langs de verzande Schelde-arm, de Braakman, het Oosten bereiken. Wat gaan wij in Oost-Zeeuws-Vlaanderen zien?
Wij gaan geen industrieën bekijken, want we hebben vacantie. Maar wij mogen wel weten dat Oost-Zeeuws-Vlaanderen een belangrijk industrieland is, zowel in Terneuzen als in Sluiskil Sas van Gent. Het Kanaal van Terneuzen naar Gent, voor zeeschepen bevaarbaar, is de verkeersader waaraan die industrieën zich hebben gevestigd.
* * *
Maar ons verlangen gaat uit naar het schilderachtige van stad en land, en naar de bekoring van historische monumenten.
Ik leid u over Philippine, aan de ingang van de Braakman, over Sas van Gent, centrum van industrie, maar waar de Kanaaloevers een aardig, fleurig grachtje vormen, - dwars door het Zeeuws-Vlaamse land, met zijn goudgele korenakkers, zijn donkere bomengroepen en zijn belommerde wegen, naar een van de oudste, wonderlijkste stadjes van heel Zeeland, naar Hulst. Zie hier nu een stad onder hoge, beplante wallen begraven. Binnen die wallen ligt de machtige Sint Willibrorduskerk, met zijn blanke steen en
33. bietenoogst in zeeuws vlaanderen
haar rijzige vormen geeft zij de Grote Markt een statig cachet, en tegenover de kerk het oude stadhuis met zijn breed, eigenaardig bordes, waarin drie wapens in hardsteen zijn gebeiteld, binnen die wallen, met heur drie poorten, de Bagijnepoort, de dubbele Poort en de Gentse Poort, liggen de kleine, kronkelende straten met de vriendelijke huizen, maar de donkere wallen overschaduwen alles in Hulst. Beklimt ge heur gebergte, dan ligt daar de kleine stad, zo onwezenlijk, zo droomverloren aan uw voeten, dat ge u even verdwaasd afvraagt, of dit nog iets anders is dan de coulissen van een toneel, dat straks zal gaan beginnen. - Aan de andere kant van de wallen, daar gaat de lokkende afgrond open van diep, roerloos water, waar lissen uit oprijzen en waterlelies drijven - en achter het in betovering bevangen stadje, de diepe, bezonken rust van het land en de bomen, waarin een enkele vogel fluit.
* * *
Van Hulst gaat het nu op Terneuzen aan. De weg loopt langs Axel, het oord van de harddraverijen. Het is een vrolijk, vriendelijk stadje met kleine, kleurige huizen, en wilt ge toeven in zijn omgeving, dan vindt ge bij de Axelse Vlassing één wijde heerlijkheid van water, velden, rietland en fraai geboomte, die u tot mijmeren lokt.
Maar wij willen voort naar Terneuzen. Van Axel komen wij op Sluiskil terug en dan gaat het langs het Kanaal naar het Noorden.
Terneuzen is drukker, tieriger dan de oorden van roerloze rust, die wij verlieten. - Het eerste wat men er bespeurt is de bewegelijkheid van het havenbedrijf, zijn moderne nijverheid en zijn geweldige zeesluizen. - Maar er is te wandelen op de gedeeltelijk nog aanwezige wallen, er is te hengelen in de binnenwateren, er is te zeilen op de Schelde.