Zwerftochten door ons land. Noord-Brabant en Zeeland
(1938)–Antoon Coolen, P.H. Ritter jr.– Auteursrecht onbekendIII. Het afzonderlijk karakter der hoofddelen van ZeelandZuid-BevelandWij schreven hierboven over wat aan heel Zeeland gemeenschappelijk is, thans willen wij pogen de bizondere karakters der delen in enkele trekken te schetsen. Zuid-Beveland wordt voor alles bepaald door de lange, hoge dijken, die de afsluitingen van al zijn horizonten zijn. Men voelt het overal: achter dit land is de zee. Die dijken zijn zo hoog als kleine bergen, zodat wie over hun ruggen wandelt of fietst, de goudgele akkers beneden zich ziet. Ze zijn dikwijls beplant met bomen, en onder het gordijn van die bomen de donkere gestalten der boeren of de boerinnen in heur kleurige kledij zich te zien voortbewegen op het rijwiel of in de sierlijk gekartelde boerenwagentjes, met achter de bomenopeningen de heldere hemel, - het geeft een boeiend miniaturenspel, dat men niet licht vergeet. Dan zijn er de boomgaarden, met hun sneeuwige bloesems in de lente, en hun donkerglanzend ooft in de herfst, en aan Zuid-Bevelands dijkige oevers het opengaan van de zilveren stromen met in de verte de vage omtrekken van het land aan de overkant. | |
WalcherenWanneer wij nadenken over de tegenstelling tussen Zuid-Beveland en Walcheren, dan komen wij telkens terug op wat wij eenmaal schrevenGa naar voetnoot1): ‘Tussen Zuid-Beveland en Walcheren bestaat maar één overeenkomst, ze is dat beide beschenen worden door de Zeeuwse hemel. Die maakt de huizen, de heggen, de hekken en velden licht en fris als was het alles altijd pas gewassen, en die doet rust neerdalen op de aarde en in de zielen der mensen. - Maar hoe stil en zacht en plechtig is Walcheren naast Zuid-Beveland. Het is niet toevallig, dat er zovele Zeeuwse sagen spelen op Walcheren, het land der Druïden en van de geheimzinnige godin Nehalennia. Het is niet toevallig, dat daar de hoge hallen rijzen, waar het land bestuurd wordt en de roerloze pleinen liggen, waar de historie fluistert (Middelburg). De praal van Walcheren krijgt statuur door de bescheidenheid van het land, de droom van Walcheren krijgt leven door de ingetogenheid van zijn sfeer. Het is niet breed en machtig, maar diep en klaar, en het draagt een argeloos bezinnen in zijn kleine heldere wateren, zoals een kind in zijne stil-verzekerde ogen. Het land is er vol van smalle, kronkelende paden, die slingeren tussen bosschages en struweel, en er zijn plotselinge verhevelingen van de bodem, en kleine knusse dorpjes onder oude bomen. De natuur is er fijngeciseleerd, afwisselend en teder, ze maakt zich klein en gunt aan haar oude monumenten de heerschappij van het landschap. - En de mensfiguren zijn er stiller en bescheidener-getooid dan op Zuid-Beveland, de kleine glundere boerinnetjes met heur bedeesde kappen, die | |
[pagina 41]
| |
kuiperspoortje middelburg
zedig de gladde haren overhuiven, zonder uitsteeksels van weidse kant, en de donkere boeren met hun minder rijk bespikkelde gespen en knopen.’ * * *
De bekoring van Walcheren is hierin gelegen, dat het een land is van miniaturen. Alles is er innig en vlakbij, in de dorpen, die meestal in ronde kommen om de kerken heen zijn gebouwd en langs de smalle paden. Kom in de avond langs de kleine, kleurige boerenhuisjes. Achter de schuttende linden staan hun kleine ruiten te glinsteren in het rode licht van de avondzon en rode geraniums in de keurige perken die de huizen omgeven, staan voor het laatst te pronken in de lichte dag. Op de deel ziet ge de heldere, groene emmers met hun warme rode binnenwanden naar u toegekeerd, en voor de kleine deur houdt op het kraakzindelijk dorpeltje een hele rij verlaten klompen de wacht, twee kolossale klompen vooraan, en dan worden de paren al kleiner en kleiner, tot heel aan het einde de kleinste muiltjes die nog kleiner dan die van Asschepoester zijn.
* * *
De klederdrachten hebben zich op Walcheren volkomen gehandhaafd. Zij vormen een stuk bewegend natuurleven, en ook hier beheerst het miniatuur het landschap. Want het allermooist komen die klederdrachten uit, wanneer er in Biggekerke of Serooskerke een school leeg loopt, die vol geweest is van die kinderboerinnetjes, die krijgertje spelen om de wielen van den glimlachenden fietser. | |
Zeeuws-VlaanderenZeeuws-Vlaanderen is, helaas! een vergeten deel van Nederland. Het ware te wensen, dat wat meer Nederlanders het gingen bezoeken, want de bevolking gevoelt sterk Nederlands, spreekt onze taal zo zuiver als in weinig andere delen van ons land, maar wordt door de geografische afzondering, waarin het verkeert, te zeer op België georiënteerd. Gelukkig zijn er thans goede veerverbindingen, maar wij moeten er dan ook van gebruik maken. Zeeuws-Vlaanderen geeft het volgende beeld: In het oostelijk deel, het land van Terneuzen, het Kanaal van Terneuzen naar Gent, een brede, door zeeschepen bevaren waterweg, met | |
[pagina 42]
| |
grote industrieën langs zijn oevers, maar daar bezijen, als men het land in gaat, naar Axel en Hulst ontluikt een zeldzaam natuurschoon. Heel stille wegen door golvend korenveld, maar overal tussen de akkers en langs de wegen machtige bomengroepen, die er een plechtige statigheid aan verlenen, een grotere somberheid, dan Zeeland elders eigen is. In het westelijk deel, het land van Breskens en Sluis is het zonniger, maar ook daar behoudt het land zijn voornaam en rustig karakter. Weet ge wat ge in het hart van Zeeuws-Vlaanderen ontmoet? De
22. langs de duinenrand bij haamstede
volstrekte kalmte van het platteland. Wij kennen geen landstreek, die zo het wezen der aarde in zich draagt. | |
Schouwen en DuivelandSchouwen is ruiger en opener dan Walcheren. Ook op Schouwen heeft men wel die kleurige, kleine dorpen, in de rondte om de kerken heengebouwd, ook Schouwen wordt doorslingerd met kleine, smalle paden, maar het is groter van allure, het is minder filigraan dan Walcheren. Alleen in het Westen, bij Renesse en Haamstede, daar wordt men gevangen in de bekoring van bossen en doornig struikgewas en begroeide duinen, die aan Walcheren herinnert. De klederdrachten (men draagt er de hoge, Schouwense muts) zijn veel minder schilderachtig dan op Walcheren, en ze zijn er aan het uitsterven. - Maar het heeft de onvergetelijke aantrekkelijkheid van zijn natuurleven. In Schouwen leeft ge met de meeuwen en de kauwen, die niet alleen fladderen om de oude toren van Zierikzee, maar die hun verzamelplaatsen hebben in de broedvijvers achter de dijk tussen Zierikzee en Burgsluis. Als ge aan Schouwen denkt, hoort ge de meeuwenroep en het opfladderen van sterke vleugels. En dan is er het panorama op de zuidelijke dijk, met aan de ene kant het wijde gezicht op de watervlakte der Oosterschelde, waar in de verte Noord-Beveland en Walcheren zich achter elkander verschuilen, en de brede moederlijke toren verrijst van Zierikzee, en, aan de andere kant het wijde gezicht op het brokkelige, donkere land, waartussen de vele torens der Schouwense dorpen. Van de twee gebroeders Schouwen en Duiveland is Schouwen de ruigste en de lokkenste voor den toerist. Duiveland is een land van kalmer schoonheid, aan die van Zuid-Beveland verwant. | |
Noord-Beveland en TholenNoord-Beveland is een eiland van louter boerendorpen en boerenhoeven. Noord-Beveland bereizen betekent daadwerkelijk de oorlog verklaren aan de stad. Het is een sappig, groen land, met een prachtig hoog duin, dat een onvergetelijk vergezicht biedt. Van Tholen is de hoofdstad Tholen, een vriendelijk, ietwat verstorven vissers- en boerenplaatsje met aardige, nauwe straatjes de boeiendste merkwaardigheid. Men doet het beste, het van Bergen op Zoom uit te bezoeken, waardoor men de verrassende tegenstelling ontwaart tussen de Brabantse en de Zeeuwse sfeer. |