raakt met het leven harer vogels, men moet de vergaderingen hebben aanschouwd van de fel krijsende en statig trippelende meeuwen op de zandplaten.
Zeeland geeft de zee in al haar gedaanten en aspecten. Het geeft de zee, gezien van de duinen, gezien van het strand, gezien van de dijken, gezien op de zeeboezem. Het geeft haar, zoals zij zich nauw speurbaar ontwikkelt uit het land. Het maakt u vertrouwd met al haar geluiden, met haar gedaver tegen de duinen van Zoutelande, maar ook met haar als een winde-adem zo vage gesuis, wanneer zij met de oevers van de Schelde spreekt.
* * *
En dàn heeft heel Zeeland van de zee de horizont. - Zeeland heeft niet alleen zee-einders, maar ook land-einders. Nergens in Zeeland is de kim gesloten, en het is die openheid, welke aan dit gewest, ook als de luchten grijs zijn, zijn bizondere kleur verleent. Want er is geen land op de hele wereld dat zo licht, zo blank is als Zeeland. Dat blinkt in de schorren, dat blinkt in het koren, dat blinkt in de lichtgroene wei. En het lijkt wel of de bewoners, door het onbewust gevoel voor de schoonheid hunner aarde, alles
21. een kreek in de schorren
gedaan hebben, om die felle helderheid te versterken. Want de kleuren der huizen, en hekken, wit, rood, groen, de kleuren der pralende bloemen, de kleuren der klederdrachten en van de rode konen der mensen, dat alles tezamen, het schijnt gewassen in Zeelands hemel en Zeelands zee.
* * *
Aan deze bekoring voegen zich andere bekoringen. Ook Zeeland is hier en daar wel wat bedorven door smakeloze nieuwe bouw, en door toeristische ontaarding, maar het heeft er bijster weinig van te lijden gehad. Men is in Zeeland nog op het platte land. Er is een bepaalde bedaardheid in de mensen en hun bewegingen, die den vermoeiden bezoeker uitermate verkwikt. Men vindt in dit stille, van vredige kalmte ademende land zichzelf terug. Men gaat zich afvragen: waarom heb ik mij in mijn leven toch zo dikwijls opgewonden, terwijl het tussen deze mensen in kalmte toch evengoed gaat? Men wordt een nieuw mens, niet alleen door het land, maar ook door de sfeer.
* * *
Tot het landelijk karakter van Zeeland draagt de gesteldheid van het landschap aanmerkelijk bij. Er zijn enige zeer goede autowegen, maar alleen tussen de grote plaatsen. Verkeersbanen, die alle oorspronkelijk natuurschoon hebben vernietigd door als meedogenloze latten zich over alles uit te leggen, bestaan er nog niet. Op Walcheren zijn er nog helemaal geen heirwegen. De overgrote meerderheid der wegen zijn smalle, genoeglijke paden, tussen bomen en heggen zich slingerend, of riggels van dijken, waar het gevaarlijk is voor automobilisten. Maar waar blijft het sportieve van auto-rijden, wanneer het alleen maar met razende vaart over auto-strada's geschieden kan?
* * *
Voor fietsers is Zeeland een paradijs. Het is