Max Blokzijl
In het Novembernummer 1939 van de Leipziger Illustrierte, een luxueus gedrukt maandblad, verscheen een zestal artikelen, in een onderling verband te zamen gebracht. De artikelen, met mooie foto's geïllustreerd, waren gewijd aan Nederland, aan België, aan Luxemburg. Over elk van die drie landen schreef een Duitscher, en naast de drie Duitsche artikelen, stonden een artikel van een Nederlander over Nederland, een artikel van een Belg over België, en een artikel van een Luxemburger over Luxemburg. De oorlog was toen aan den gang, doch beperkte zich, nadat Polen was verslagen, tot een dikwijls dramatischen strijd ter zee, tengevolge van het optreden der Duitsche U-booten. Nederland, België en Luxemburg lagen in den stormhoek van het westen, waar de wind nog niet was opgestoken, doch reeds toen stond vast, dat ze met de Scandinavische landen onder den voet zouden worden geloopen bij het offensief, dat in Duitschland werd voorbereid en dat het snelle en verrassende omtrekken der Maginotlinie en den stormloop naar de westkust beoogde. Het was op dat oogenblik zaak, de aandacht der kleine landen af te leiden. De Duitsche garantie hunner onzijdigheid was hun door Hitler gegeven - het Duitsche woord wordt gegeven, om op het juiste oogenblik te worden verbroken, zoo luidt de leer in den Nazi-Talmoed! Nu had de propaganda haar taak. In het Novembernummer van de Leipziger Illustrierte schreef een Duitscher allervriendelijkst over Nederland, over België en over Luxemburg, en de uitgenoodigde Nederlander, de uitgenoodigde Belg en Luxemburger voegden hun woord in stijl er aan toe.
Over Nederland schreef de Duitscher, dat het zulk een prachtig, goedgeordend land was, en over ons volk, dat het zulk een uitstekend en arbeidzaam volk was. Wij waren welvarend, schreef hij, maar wij verdienden onze welvaart ook en waren haar waard. En hij herinnerde aan wat Nederland met uiterst gewillige credieten in Duitschlands moeilijke uren voor Duitschland had gedaan. Ook in menig ander opzicht was Duitschland voor de hulp en den bijstand in zijn toenmalige ontreddering dank aan Nederland verschuldigd, en, mocht het zich ooit voordoen, dat Nederland in moeilijke omstandigheden zou komen, dan zou Duitschland zijn dankbaarheid toonen en even gul Nederland bijspringen en helpen, als wij Duitschland hadden geholpen en bijgesprongen waren.
En naast dat artikel van den Duitscher stond het artikel van den Nederlander.
Die Nederlander schreef, dat het nu oorlog was en dat Nederland neutraal wenschte te blijven. Dat wenschte het vanzelf al, omdat Nederland,