Naarmate de Winter vorderde en de natte dagen kwamen, verergerde de ongesteldheid van Mevrouw Padelyn op eene dreigende wijze. Rosa, door het opgesloten leven binnen het huis, was weder bleek geworden, en zij ook begon van tijd tot tijd te hoesten.....
Dan nam M. Pavelyn een opperst besluit. Wat men er ook tegen inbracht, zijne echtgenoote zou met hare dochter naar Marseille gaan, en daar bij haren broeder verblijven, totdat de invloed der milde lucht de gevoelbaarheid harer longen hadde genezen. Rosa zou daar insgelijks weder sterk en gezond worden, meende hij. En, om hare opvoeding niet te onderbreken, zou men haar in tusschentijd te Marseille in eene befaamde kostschool voor jonge juffrouwen besteden.
Eens dat dit besluit zich in den geest van M. Pavelyn geheel had gevormd, was er niet op terug te komen. Rosa en ik, wij weenden wel bij de gedachte van zulke lange scheiding; maar het was voor hare gezondheid en voor de gezondheid harer moeder. Daarenboven, in September kwam zij weder, en was zij gezond geworden, zij zou niet naar Marseille terugkeeren.
In alle geval, gedurende die gansche maand zou zij te Antwerpen blijven.
Het was den 10den Februari 1808, te 9 uren des morgens, dat mijne tranende oogen de postkoets zagen vertrekken, die opnieuw het licht mijns levens ontvoerde.
Met de smeekende handen ten hemel bad ik God zoo vurig om gezondheid en sterkte voor haar!