Cirurgia of Hantgewerck int lichame der menschen
(1985)–Johannes Coninck– Auteursrechtelijk beschermd3. De Inhoud van het traktaat.Het hier uitgegeven traktaat (pp. 103-122 van het handschrift)Ga naar voetnoot1 bestaat uit twee delen, waarvan het eerste veel uitvoeriger is dan het tweede. In elk van beide delen is de verdere indeling gebeurd door preciese vragen, waarop dan een min of meer gedetailleerd antwoord volgt.
Het eerste deel bestaat uit tachtig ‘hoofdstukjes’ of vragen die alle handelen over wonden.
De eerste vier handelen over algemeenheden in verband met het ‘hantgewerck int lichame der menschen’ en over | |
[pagina 22]
| |
de soorten wonden. De vragen 5-29 behandelen allerlei aspecten van wonden van het hoofd; de vragen 30-51 bespreken wonden in handen of andere ledematen maar ook spasma, dodelijke wonden, wonden veroorzaakt door dieren, etterende en zwerende wonden en andere mogelijke complicaties die bij wonden in het algemeen, d.w.z. wonden die niet in een bepaald deel van het lichaam gelocaliseerd worden, kunnen voorkomen. De overblijvende vragen (52-80) in dit deel zijn gewijd aan wonden in ogen, lippen, oogleden, neus en andere delen van het aangezicht; hierop volgen wonden in de hals, de keel, de schouders, de armen, de borst, de longen, het hart, het middenrif, de rug, de lever, de buik, de maag, de milt, de nieren, de blaas, de ‘vede’, de ‘moedere’, de darmen, de benen en de ‘cullen’.
Het tweede deel (81-98) behandelt ‘die brekinge ende ontsettinge’, d.w.z. de gebroken en ontwrichte ledematen.
De meeste van de ‘capittels’ in dit deel bespreken de behandeling van breuken en ontwrichte ledematen in het algemeen, zonder preciese localisering in het lichaam. Toch wordt ook aandacht besteed aan een gebroken neus, kaak en sleutel- of borstbeen, en aan ontwrichting van de schouder of de elleboog.
Dit tweede deel lijkt oorspronkelijk te eindigen met het antwoord op vraag 96, dat gevolgd wordt door de woorden: ‘Et sic est finis deo gratias’, maar toch volgen nog - in dezelfde hand en dezelfde inkt - vragen 97 en 98 die bij de voorgaande hoofdstukken aansluiten en er blijkbaar ook nog bijhoren. |
|