gewoonten bestaan. Maar ik heb in 1920 bij mijn bezoek aan Demerara een typisch geval bijgewoond. Een bloedverwant van een mijner kennissen was overleden en mij werd de uitnoodiging tot het bijwoneu der begrafenis gedaan. Toen wij op het kerkhof aangekomen en de begrafenis formaliteiten geeindigd waren, zou ik weer in mijn auto stappen Mijn vriend trok me aan mijn jas en wenkte me, hem te volgen. En zoowaar, achter een der graven stond een flesch Wisky met glazen. Men kan 't onderzoeken, 't is waar.
Maar om op Suriname terug te komen. Een bizondere dank dient gebracht te worden aan de zendelingen der Evang. Broedergemeente en der R.K. Missie voor hun ijver, om de sterfhuis feesten te doen verdwijnen. Want er waren lui die er een beroep van maakten, de sterfhuizen af te loopen, den geheelen nacht op te blijven en de aanwezigen den tijd te korten met negersprookjes. Om de huisbaas of huisvrouw opmerkzaam te maken dat zij ververschingen moesten ronddienen, schreeuwde één hunner midden in het verhaal ‘Batto!’ waarop een lied veel meer straatlied, dan iets voor dergelijke gelegenheid passend door de aanwezigen werd ten gehoore gebracht een zg. sterfhuislied.
IV. Ook worden op de melodie van het Europeesch lied, of soms op eigen melodie straatliederen gezongen. Deze dragen meestal het kenmerk, dat de klank welluidend, maar de bewoordingen vaak zedekwetsend zijn.