Liederen. Deel 3(1919)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendOpstandige liederen Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Ik zie het weten... Ik zie het weten nog niet in uw oog, Den straal van het begrip, den klaren straal, Den uit de diepte stralenden, die maakt Van uw gelaat een klinkend tafereel. Ik hoor het woord nog niet, het strijderswoord Van uit de hartstreek komend naar de lippen, Het woord dat als een windvlaag sleept en raakt De slapenden, de nog niet aangeslotenen. Ik voel de spanning niet in U, den brand Die heel uw binnenwezen moet doorlaaien; Wanneer ik tot u nader, moet de grond Onder mijn voeten zeggen ‘Dit is de Etna’. Ik voel de sfeer der liefde niet om U, De sfeer waarin de schoonheid wordt geboren, Nog niet is aangeduid in uw gebaar Het een-van-willen-zijn met uwe broeders. Ik zie nog niet om uw vergrijsden mond Een trek van minachting, de hatend koele, Het werelden wegwerpende gebaar Dat op den meester neerziet als op tuig. [pagina 55] [p. 55] Ik zie het raadsel nog niet van uw kop Als een beangstigend onheil gestegen, Uwe gestalten naar de vensters op, De hooge vensterhuizen van uw heer. Ik zie U nog niet grijpen naar het goud Van hen die zich verrijken, uwe belagers, Trapt ze de diepten in, weest als een straf; Dat zij die van U leven U vervloeken. Werpt ze in d'Acheron, verachtlijk maakt Den aanleg van hun geest, om te vergaren Uit uw arbeid hun geld; dat hun geld ga Gelijk een staart, uit hun laag lichaam groeien. Deedt ge dit alles maar, of maaktet gereed De werelden in alle gehuchten en steden Tot een vaststaand verbond, onwrikbaar staal Om alle de opstandigen, de sterken. Ge deedt het niet, ge slaapt, ge zijt gereed Voor uwen meester kreten aan te heffen, Ge zijt gereed wanneer de meester roept In een soldatenpakje te verrekken. Het socialisme is nog niet in U, Een oude slaaf leeft nog in uw twee oogen, Tot uw verbrokkeld denken is nog niet De lichtstraal uwer roeping ingevlogen. Vorige Volgende