Liederen. Deel 3(1919)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendOpstandige liederen Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] [Er is iets glinsterende in mijn hart; -] Er is iets glinsterende in mijn hart; - Tusschen het zand der kleine voorgevoelens Ligt plotseling te glinsteren stukje gruis; Was het een felle wind die dit joeg open, - Wind van begeerte, die in mij opstak, - Wind van begeerlijkheid, - het wonder feit, Alsof ik hoorde in mijn stille hart Oproer, o Proletariaat, - over de aarde Uw klinkend groote stem, uw sterk gejuich, Werkers, uw adem jagend door de ruimte? Er ligt iets glinsterende in mijn hart. Vorige Volgende