Liederen. Deel 1(1917)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendLiederen van huisvlijt Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] De koperling. In deze tent, wij zullen u vertoonen De moeder van de menschheid, zoekend rijst; Haar oude tastend handje weg aanwijst; Een koperling komt om de twee uur loonen. Wat zijn twee uren in tijds eeuwigheid? Een vlokje blauws, tot streepjes weggedreven; Maar koper is een tastbaar tikkend feit, En van twee koperlingen kan zij leven. Week-in, week-uit, om het bedongen geld, Ligt zoo het moedermensch naar rijst te graaien Met uitgesperde vingers op de belt, Waaruit bij vlagen komen geuren waaien. Zij heeft te komen dagelijks, contant, Om alle week te winnen honderd spieën. - Zij heeft een rechter en een linker hand, Twee oogen, mond en hart, een schoot en knieën. [pagina 19] [p. 19] Zij heeft een hand. - De hand is een sieraad, De hand kan zien en denken en verhalen En op het doek soms bevende vertalen, Wat in de menschenziel geschilderd staat. Zij heeft een mond. - De mond kan sprookjes zeggen, Ontbloeid aan kinderlijke fantasie, Het nooit getaste in de woorden leggen, Alsof ge 't voor Uw oogen leven zie. Zij heeft ook oogen. - Oogen zijn getwee Een glanzend wonder, waaruit komt geblonken, De schatten van de binnenwaartsche zee, De ziel der menschheid in ons neergezonken. En al die dingen zijn geen duit meer waard Voor deze vrouw, die zich weet uit te rekken En uit de belt van stof de korrels trekken, Dan honderd koperlingen, wèl gegaard. Maar ònze handen zullen eens afrukken De wereld uit zijn voeg, dat stort inéén De bouw om dit bedrijf, tot goore stukken Belt van glas en puin en kalk en steen. En ònze monden zullen eens uitschreeuwen Den zegetocht der werkers op de aard', En luiden in het nieuwe vrije leven Het Socialisme, ons geopenbaard. [pagina 20] [p. 20] En deze oogen zullen eens aanschouwen De moeder, die voor koperling neerligt, Opgaan als edelste van alle vrouwen, Een heerscheresse onder zonnelicht. Wees stil mijn mond, die sprookjes wilde zeggen, Ontbloeid aan kinderlijke fantasie, Het nooit geziene in de woorden leggen, Die gij dan voor uw oog gebeuren zie. Wees stil, wees stil - wij moeten u vertoonen De menschenmoeder zoekend naar wat rijst; Haar gele tastend handje weg aanwijst; En koperling komt alle twee uur loonen. Vorige Volgende