Werk
Zimnik is vooral bekend geworden door zijn kinderboeken, die hij zelf met pentekeningen illustreerde. Tekst en illustratie vormen een hechte eenheid: het lijkt of Zimnik met de ene hand tekent en met de andere schrijft, een indruk die nog wordt versterkt door de met de hand geschreven notities in de gedrukte tekst. Bettina Hürlimann zegt over hem: ‘Hij schrijft met lijnen zoals anderen letters schrijven.’
Zimnik ontwikkelde een eigen poëtische stijl in het naoorlogse prentenboek. Romantische, sprookjesachtige elementen worden op een natuurlijke manier gecombineerd met de moderne techniek. Motieven die in al zijn verhalen terugkomen, zijn het geloof in zichzelf van de hoofdfiguren, de grote liefde voor de natuur, liefde voor het leven, vriendschap en dikwijls een muziekinstrument dat een bijna magische betekenis krijgt.
Zijn hoofdfiguren gaan ondanks alles wat er om hen heen gebeurt, hun eigen, eenzame weg, zonder dat ze tragisch genoemd kunnen worden, ook al doordat ze altijd over een groot gevoel voor humor beschikken. Alle verhalen hebben één ding gemeen, hoe verschillend ze verder ook mogen zijn: de wil van de hoofdfiguren om zich op hun eigen manier te handhaven in een steeds technischer en onpersoonlijker wordende wereld.
Kinderen zullen niet altijd de geestige, kleine speldeprikken kunnen ontdekken in de tekeningen en de tekst, maar ook dan blijft er genoeg over. De verhalen zijn zeer geschikt om voor te lezen, omdat de taal heel direct en eenvoudig is.