| |
| |
| |
Woutertje Pieterse Prijs
door Wilma van der Pennen
De Woutertje Pieterse Prijs is in 1987 in het leven geroepen door Stichting Woutertje Pieterse Prijs op initiatief van een aantal landelijk bekende kinderboekrecensenten, met financiële ondersteuning van de Libris-boekhandelaren. De prijs heette dan ook aanvankelijk Libris-Woutertje Pieterse Prijs. Sinds 1998 wordt de prijs gefinancierd door stichting lira (Literaire Rechten Auteurs).
Na het opheffen van de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur in 1985 was er behoefte aan een nieuwe, prestigieuze prijs. Dat leidde tot de oprichting van Stichting Woutertje Pieterse Prijs, die tot doel heeft de kwaliteit van de Nederlandstalige kinderliteratuur te bevorderen, onder meer door het instellen van een nieuwe prijs. Deze prijs is vernoemd naar het personage Woutertje Pieterse uit het gelijknamige verhaal van Multatuli. Dit verhaalpersonage representeert, wat betreft taal en inhoud, de kwaliteit waarnaar Stichting Woutertje Pieterse Prijs streeft. De jury, die door het bestuur van de stichting wordt benoemd, bestaat uit leden die specifieke kennis of deskundigheid hebben op het gebied van jeugdliteraire kritiek, vormgeving, illustraties, literatuur voor volwassenen en cultuur in algemene zin. Bekende juryvoorzitters waren Jan Blokker, Kees Fens, Hedy d'Ancona, Frits van Oostrom, Anton Korteweg en Jan Terlouw; onder de juryleden bevonden zich onder anderen Bregje Boonstra, Kurt Löb, Nicolaas Matsier, Peter van den Hoven, Cornald Maas, Lieke van Duin, Jan Smeekens en Joke Linders.
De boeken die voor bekroning in aanmerking komen, worden beoordeeld op zowel taal en inhoud, als op illustraties en vormgeving. De winnaar krijgt een oorkonde en een geldprijs. Tot 1995 bedroeg die f 10.000,-. Dat jaar is de prijs verhoogd tot f 25.000,-. Inmiddels krijgt de winnaar €15.000.
De uitreiking van de prijs vindt ieder jaar plaats rond de geboortedag van Eduard Douwes Dekker (2 maart). Vanaf de eerste keer wordt de uitreiking ieder jaar opgeluisterd met het roverslied uit Woutertje Pieterse, in 1988 vertolkt door het gelegenheidsduo ‘De Hobona's’ (Aukje Holtrop en Bregje Boonstra). Latere vertolkers waren bijvoorbeeld de broers Frank en René Groothof en Joke van Leeuwen.
| |
| |
| |
Geschiedenis
De eerste keer dat de prijs werd uitgereikt, op 4 april 1988 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, stond de jury onder voorzitterschap van schrijver en columnist Jan Blokker. De prijs was voor Imme Dros voor het boek Annetje Lie in het holst van de nacht (Querido). De keuze voor dit boek werd mede bepaald door de vormgeving die: ‘[-] een boék immers nóg mooier kan maken dan het toch al is’. Naar het oordeel van de jury hebben de illustraties van Margriet Heymans het boek ook grafisch verheven tot een hoogtepunt in de kinderboekenproductie van 1987. Toch verkoos de jury de prijs alleen aan de auteur toe te kennen.
Een jaar later kreeg Margriet Heymans de prijs alsnog, vanwege Lieveling, boterbloem (Querido). De jury was unaniem over het bekronen van de tekst van dit boek. Minder eensluidend was het oordeel over de illustraties.
Het volgende jaar waren er voor de eerste keer twee winnaars: Geerten Ten Bosch en Anne Vegter kregen ieder f 5.000,- voor hun boek De dame en de neushoorn (Querido). Bij die gelegenheid maakte de juryvoorzitter melding van het commentaar dat de voorafgaande bekroningen ten deel was gevallen. Men verweet de jury eenzijdig literair te oordelen. Juryvoorzitter Blokker zette er in zijn juryrapport van dat jaar een citaat tegenover dat hij ontleende aan Bint van Bordewijk: de meester mag niet dalen, de scholier moet klimmen. En hij geeft aan dat de beoordelingscriteria van de jury onveranderd zijn, wat inhoudt dat er ook dat jaar vooral op literaire kwaliteit is gelet.
De discussie rond de prijs zette zich ook de jaren daarna voort. In 1990 wijdt juryvoorzitter Aukje Holtrop er in het juryrapport opnieuw aandacht aan. Zij verwijst naar het pleidooi voor ‘[-] een kinderliteratuur die, bevoogdend noch hurkend, vooral ruimte biedt aan de verbeelding en een verkenning van een wereld, die groter is dan alleen die van de kinderziel in “jeugdland”.’ Dit pleidooi is in het verleden al eens kernachtig verwoord door een schrijver van jeugdliteratuur: ‘De aard van het kind is niet het klein zijn, maar het groot worden. Niet wij moeten naar hen toe, zij moeten naar ons. Hoe meer wij kinderen omringen met dingen van hun eigen formaat, hoe meer wij hun ontwikkeling afremmen in zijn natuurlijke richting. Het is niet nodig dat kinderen alles begrijpen wat ze te horen krijgen.’ (juryrapport, 1991)
In 1993 is er een uitzonderlijke uitreiking, want dat jaar werd de prijs postuum toegekend. Jaap Lamberton, de tekenaar die samen met Imme Dros Een heel lief konijn (Querido) maakte, overleed nog voordat het boek verschenen was. Overigens had de jury dat jaar graag de jeugdkrant Primeur bekroond, maar dat verbood het reglement van de prijs.
| |
| |
Illustratie van Jaap Lamberton uit Een heel lief konijn van Imme Dros
Eind 1994 werd de verhoging van het prijzengeld bekendgemaakt. Met het bedrag van f 25.000,- is de prijs meteen de hoogste titelprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. Anne Provoost is in 1995 de eerste die dit bedrag in ontvangt mag nemen voor haar boek Vallen (Houtekiet).
Nadat sponsor Libris zich had teruggetrokken, dreigde er een einde te komen aan de Woutertje Pieterse Prijs. Het kostte de stichting moeite om in 1997 het prijzengeld voor de tiende editie bijeen te brengen, wat lukte met de hulp van het Prins Bernhard Fonds, Stichting lira, de Nederlandse Boekverkopersbond, Stichting Lezen en slaa (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). De uitreiking van de prijs aan Joke van Leeuwen voor Iep! werd dan ook aangekondigd als laatste uitreiking. Vanwege het tienjarig bestaan verscheen een bundeling van de juryrapporten van de eerste tien jaren Woutertje Pieterse Prijs (1997). Uiteindelijk is Stichting lira bereid gebleken de prijs te sponsoren.
Vanaf 1998 gaat de uitreiking gepaard met een lezing, de Woutertje Pieterse-lezing. De eerste lezing werd op 5 maart 1988 gehouden door Nicolaas Matsier en is, net als bijna alle daaropvolgende Woutertje Pieterse-lezingen, gepubliceerd in Literatuur zonder leeftijd.
Ter gelegenheid van de viering van het derde lustrum werd een feestboekje uitgebracht met bijdragen, in tekst of illustratie, van tien prijswinnaars: Aangaande het wouterschap: Woutertje Pieterseprijs 1988-2002, samengesteld en geredigeerd door Bregje Boonstra (2002). Weer vijf jaar later, ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan, kwam Stichting Woutertje Pieterse Prijs in samenwerking met de Volkskrant met een serie goedkope herdrukken van tien prijswinnende boeken, onder de titel ‘De schatkist van de jeugdliteratuur’.
| |
| |
| |
Bibliografie
Woutertje Pieterse-lezingen
|
1998: Nicolaas Matsier, Idee 1-3. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 12 (1998), afl. 46, blz. 196-202. |
1999: K. Schippers, De prinses zonder jaartal. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 13 (1999), afl. 49, blz. 214-219. |
2000: Bregje Boonstra, De biegeliaanse kabouter. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 14 (2000), afl. 52, blz. 304-307. |
2001: Cyrille Offermans, Kind van de rekening. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 15 (2001), afl. 55, blz. 250-261. |
2002: Jan Fontijn, Is De kleine Johannes klinkklare imitatie? In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 16 (2002), afl. 58, blz. 254-262. |
2003: Charlotte Mutsaers, Kinderliteratuur, een contradictio in terminis? In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 17 (2003), afl. 61, blz. 138-143. |
2004: Aukje Holtrop, Jetse, Kees en Wouter: aardige jongens van rond 1900. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 18 (2004), afl. 64, blz. 166-172. |
2005: Imme Dros, ‘Miss Laps is a mammal’. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 19 (2005), afl. 67, blz. 138-143. |
2006: Bart Moeyaert, Het voorbeeld van Madonna. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 20 (2006), afl. 70, blz. 156-161. |
2007: Rudy Kousbroek, De reuzenstrijd tegen 't leugenproza. [niet gepubliceerd]. |
Over de Woutertje Pieterse Prijs
|
Verslag van de bekendmaking en uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs. In: Leesgoed 1988... (van 1988-2001 jaarlijks in aflevering 2; vanaf 2003 in aflevering 3) |
Victor Frederik, Hoe houdt een jury haar koffie zuiver?: griffels en Woutertje Pieterse. In: Boekblad, jaargang 156 (1989), afl. 39, blz. 12-13. |
Selma Niewold, Woutertje Pieterse Prijs: ‘de scholier moet klimmen’. In: Boekblad, 16-3-1990. |
Anne de Vries, Het verdwijnende kinderboek: opvattingen over jeugdliteratuur na 1980. In: Leesgoed, jaargang 17 (1990), afl. 2, blz. 64-65. |
Els de Jong-Van Gurp, Jury Woutertje Pieterse in offensief: is De dame en de neushoorn te literair? In: Nederlands Dagblad, 3-4-1990. |
Selma Niewold, Waar is het bekroonde boek? In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 7 (1993), afl. 26, pag. 34-41. |
Jan-Hendrik Bakker, Jury W.P. Prijs hekelt kwaliteit jeugdboeken. In: Haagsche Courant, 5-3-1993. |
website
|
Woutertje Pieterse Prijs (http://www.woutertjepieterseprijs.nl/WPP/homeframe.asp; daar zijn ook de juryrapporten te vinden) |
| |
| |
| |
Lijst van bekroonde boeken
1988
Imme Dros, Annetje Lie in het holst van de nacht. Amsterdam, Querido, 1987. |
|
1989
Margriet Heymans, Lieveling, boterbloem. Amsterdam, Querido, 1988. |
|
1990
Anne Vegter en Geerten Ten Bosch, De dame en de neushoorn. Amsterdam, Querido, 1989. |
|
1991
Paul Biegel, Anderland. Haarlem, Holland, 1990. |
|
1992
Toon Tellegen, Juffrouw Kachel. Amsterdam, Querido, 1991. |
|
1993
Jaap Lamberton. In: Imme Dros, Een heel lief konijn. Amsterdam, Querido, 1992. |
|
1994
Toon Tellegen, Bijna iedereen kon omvallen. Amsterdam, Querido, 1993. |
|
1995
Anne Provoost, Vallen. Antwerpen, Houtekiet, 1994. |
|
1996
Anton Quintana, Het boek van Bod Pa. Amsterdam, Querido, 1995. |
|
1997
Joke van Leeuwen, Iep! Amsterdam, Querido, 1996. |
|
1998
Wim Hofman, Zwart als inkt is het verhaal van Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Amsterdam, Querido, 1997. |
|
1999
Joke van Leeuwen en Malika Blain, Bezoekjaren. Amsterdam, Querido 1998. |
|
2000
Paul Biegel, Laatste verhalen van de eeuw. Haarlem, Holland, 1999. |
|
2001
Bart Moeyaert, Broere. Amsterdam, Querido, 2000. |
|
2002
Peter van Gestel, Winterijs. Baarn, De Fontein, 2001. |
|
2003
Guus Kuijer, Ik ben Polleke hoor! Amsterdam, Querido, 2002. |
|
2004
Edward van de Vendel en Fleur van der Weel, Superguppie. Amsterdam, Querido, 2003. |
|
2005
Thé Tjong-Khing, Waar is de taart? Tielt, Lannoo, 2004. |
|
2006
Imme Dros & Harrie Geelen, Bijna jarig. Amsterdam, Querido, 2005. |
|
2007
Harm de Jonge, Josja Pruis. Houten, Van Goor, 2006. |
|
74 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2007
|
|