| |
| |
| |
Juliette de Wit
door Joke Bellemans
Foto: Paul Luif
Juliette de Wit is op 8 mei 1958 in Amsterdam geboren; zij is de vierde van vijf kinderen. Ze had artistieke ouders die hun kinderen de nodige culturele bagage mee wilden geven. Creativiteit werd gestimuleerd, piano- en balletles was zelfs verplicht voor alle kinderen.
Na de middelbare school koos Juliette de Wit voor de opleiding Illustreren aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Naast Piet Klaasse, van wie ze veel heeft geleerd, kreeg ze les van The Tjong Khing. Daar was ze erg blij mee, want ze bewonderde zijn werk al jaren, vooral de stripboeken. In 1982 studeerde ze af op ‘striptekenen’.
Behalve met illustreren houdt ze zich ook bezig met muziek. Zo speelde ze enkele jaren basgitaar in de band Soulex en zingt ze sinds 1995 in het gospelkoor Loud & Proud.
Juliette de Wit woont in Amsterdam en heeft één zoon, Buster.
| |
Werk
Juliette de Wit heeft nooit schoenen versleten om haar orderportefeuille gevuld te krijgen. Al tijdens haar opleiding kreeg ze een grote opdracht: de fnv vroeg haar de folder Veiligheid op de arbeidsplek te illustreren. Doordat ze zowel gewone illustraties als strips maakte, waren de opdrachten heel gevarieerd, iets wat ze als prettig heeft ervaren. Het eerste kinderboek dat ze van een omslagillustratie voorzag, was Hoera we worden rijk, mijn broertje heeft een krantenwijk van M. Mus (pseudoniem van Selma Vrooland). Dit boek verscheen in 1983 bij Bert Bakker.
Aanvankelijk gaf vooral uitgeverij Querido haar opdrachten, onder meer voor De vondeling (1985) van Nina Bawden. Op het omslag heeft ze Lex, de hoofdfiguur, afgebeeld als een eenvoudige jongen, liggend op een felpaarse
| |
| |
Uit Moord aan de Rivièra van Trude de Jong
bank, terwijl een punker dromerig op hem neerkijkt. Voor andere boeken illustreerde ze ook het binnenwerk, bijvoorbeeld Vrienden van de maan (1989) van Mensje van Keulen, Gwinnie (1991) en De gemaskerde wreker (1992) van Klaas van Assen en De wereld van Buster (1988) van Bjarne Reuter. Met dit laatste boek heeft De Wit een speciale band: zij was zwanger toen ze aan de illustraties werkte. De humor in dit verhaal over een ondeugend lief jongetje werkte zo aanstekelijk, dat ze besloot haar zoon Buster te noemen. De Wit heeft ook de twee vervolgdelen geïllustreerd: Buster plukt de sterren (1988) en Buster en de regenboog (1990).
Verschillende van de door Juliette de Wit voor Querido geïllustreerde boeken zijn later ook als pocket in de serie Jeugdsalamander verschenen. Soms maakte De Wit voor deze serie omslagen voor boeken waarvan de eerste, gebonden versie door iemand anders was gemaakt, zoals Erin de enige van Lydia Rood. Juliette de Wit heeft Erin, die leefde in een ver verleden, afgebeeld bij een kampvuur. Staand, terwijl vrouwen van het volk waartoe hij behoort om het kampvuur heen zitten. De omslagillustratie van de gebonden versie was gemaakt door Annemarie van Haeringen, die Erin afbeeldde als een rennende jongen. Hoewel de illustraties van De Wit en Van Haeringen heel verschillend zijn, zowel wat betreft techniek als het afgebeelde moment, treffen ze allebei goed de sfeer van het boek.
Vanaf 1987 kreeg Juliette de Wit geregeld opdrachten van uitgeverij Leopold, waarvoor ze met name veel omslagen maakte, zoals bijvoorbeeld voor Zwart op wit (1988) van Akky van de Veer en Houd de dief! (1990) van Henk van Kerkwijk. Soms illustreerde zo ook het binnenwerk, zoals voor De familie Schreeuwstra (1989) van Dolf Verroen. Voor Wat een vakantie! (1990), samengesteld door Rindert Kromhout, maakte ze een grappig, bladzijvullend stripverhaal in zwart-wit over de ‘ontmoeting’ met een kakkerlak in een wc-hokje op een camping.
| |
| |
Voor Trude de Jong illustreerde ze onder meer de drie ‘moordboeken’ over de vriendinnen Fransje en Dientje die voor detective spelen: Moord in Amsterdam (1990), Moord aan de Rivièra (1992) en Moord in Istanbul (1996). De verhalen spelen aan het begin van deze eeuw. Voor Moord aan de Rivièra bracht De Wit samen met de schrijfster een bezoek aan Nice, waar ze foto's maakte.
Veel jonge kinderen kennen het werk van Juliette de Wit van de boekjes over de hond Bor en zijn baasje Bas, voor beginnende lezers geschreven door Kees de Baar. Tussen 1989 en 1992 bracht uitgeverij Meulenhoff zes van deze boekjes uit; vanaf 1997 verschijnen de nieuwe verhaaltjes alleen nog op CD-Rom.
Sinds 1993 werkt ze ook steeds vaker voor uitgeverij Zwijsen, waarvoor ze onder meer De blauwe aansteker (1994) van Frank Herzen en Lieve droomkop (1995) van Hans van de Waarsenburg illustreerde.
Juliette de Wit wordt wel een ‘mensentekenaar’ genoemd. Uitgevers vragen haar wanneer er een flink aantal afbeeldingen met mensen en/of straattaferelen gemaakt moet worden. In het begin van haar carrière gebruikte ze verschillende soorten potloden voor de zwartwit-illustraties, en kleurpotloden voor de tekeningen in kleur. Voor contouren, schaduwen en accenten gebruikte ze diverse gewone potloden. In deze periode maakte ze werk met relatief veel details en fijne lijntjes, zoals het omslag van Hoera we worden rijk, mijn broertje heeft een krantenwijk (1983) en de illustraties in We zien wel wat het wordt (1985), een dichtbundel van Willem Wilmink. Het omslag van Je moet Ruth zeggen (1985) van Marilyn Sachs, gemaakt met kleurpotlood, is al wat krachtiger van lijnvoerig.
Op een zeker moment is Juliette de Wit overgeschakeld op het gebruik van viltstiften, waarbij ze diverse soorten potloden gebruikt voor bepaalde accenten, naast afdekwit en een soort bleekwater om sommige kleuren wat zachter te maken. Volgens eigen zeggen heeft ze ongeveer tien jaar nodig gehad om deze techniek onder de knie te krijgen. Een groot deel van haar illustraties is in deze techniek gemaakt, vooral veel omslagen in kleur, maar ook zwartwit-illustraties in het boek. Voor het omslag van De tweede oorlog (1989) van Billi Rosen combineerde ze twee technieken: de achtergrond is in viltstift, de hoofdpersonen op de voorgrond zijn uitgewerkt in kleurpotlood.
Sinds 1997 gebruikt Juliette de Wit soms de computer voor haar werk. Onder meer het omslag van Dat kan toch niet! (1998) van Renny Hofstra en de tekeningen in Kadima wil het liefst naar huis (1997) van Janne Poort-van Eerden, over een Somalisch meisje in Nederland, maakte ze op de computer. Omdat ze doorlopend opdrachten heeft, ontbreekt haar de tijd om de vele mogelijkheden van de computer te leren kennen en ermee te experimenteren. Daarom is ze ook met viltstiften
| |
| |
Uit De wereld van Buster van Bjarne Reuter
en - in mindere mate - potloden blijven werken. In de loop der jaren is haar werk minder gedetailleerd geworden. Toch kan gezegd worden dat het vrij dicht bij de realiteit staat, iets wat de meeste uitgevers ook willen.
Emoties weet ze goed te treffen door bijvoorbeeld de pupillen van de ogen, de wenkbrauwen en de mond precies op de goede plaats te zetten, hoewel het vaak om niet meer dan een puntje of streepje gaat. Een mooi voorbeeld hiervan is de dromerige blik van Marijn op pagina 37 van Het raadsel van de Regenboog (1992), dat Jacques Vriens schreef ter gelegenheid van de Kinderboekenweek 1992. Ook heel sprekend is de eerste afbeelding in De wereld van Buster van Bjarne Reuter, wanneer jongens uit Busters klas na de gymles z'n kleren hebben afgenomen en hem vragen orang-oetang te spelen. De uitdrukking op het gezicht boven het bleke blote jongenslijf spreekt boekdelen.
Soms geeft De Wit een bepaalde spanning aan een illustratie door de situatie die ze afbeeldt net niet helemaal frontaal in beeld te brengen, zoals op het omslag van Het plan-Stoffel (1993) van Martha Heesen en - in iets sterkere mate - het omslag van Cas en de kindervanger (1994) van Pieter Feller. Bij het omslag van het jongerenboek Verleden week (1990) van Aidan Chambers heeft ze een origineel idee vormgegeven: drie fragmenten uit het boek zijn afgebeeld alsof ze op snippers papier staan die over elkaar heen liggen.
Het lukt haar goed de sfeer van een afgebeelde situatie weer te geven. Een aardige vergelijking is het verschil tussen de griezelige sfeer in Vrienden van de maan van Mensje van Keulen en de vaak knusse taferelen in Mijn vader is een motorduivel (1998) van Selma Noort.
Ook van tijdschriften kreeg Juliette de Wit door de jaren heen opdrachten. Zo heeft ze illustraties gemaakt voor de Blauw Geruite Kiel van Vrij Nederland, voor de bladen Bobo, Okki, Taptoe en Hello You! Ook voor bladen voor volwassenen maakte ze werk, zoals voor Hello baby, Kinderen en vanaf 1998 een maandelijkse strip in J/M, een blad voor ouders met kinderen van 4 tot 14 jaar.
Juliette de Wit bezoekt regelmatig scholen om over haar vak te vertellen en met kinderen en hun begeleiders van gedachten te wisselen. Ook ver- | |
| |
zorgt ze lezingen en workshops voor docenten en andere volwassenen die zich bezighouden met kinderliteratuur en/of het vak van illustrator. Verschillende pabo's hebben haar gevraagd over haar beroep te komen vertellen aan aankomende docenten.
| |
Waardering
Juliette de Wit heeft voor haar illustraties nooit een prijs ontvangen. Omdat ze al vanaf de kunstacademie nooit zonder opdrachten zit, kan men er vanuit gaan dat haar werk toch wordt gewaardeerd. Goede kinderboekuitgevers die weten waar kinderen in geïnteresseerd zijn, vroegen haar steeds weer werk te leveren. Ook schrijvers geven blijk van hun tevredenheid. Ze werkte onder meer intensief samen met Trude de Jong en Mensje van Keulen.
Zoals het veel illustratoren vergaat, wordt ook het werk van Juliette de Wit bij boekbesprekingen niet of slechts in een paar zinnetjes besproken. In het algemeen hebben de recensenten een positief oordeel. Jan Smeekens was net als vele andere recensenten enthousiast over de illustraties in Lein de Liefde (1985) van Trude de Jong. ‘Hoewel Lein strikt genomen geen kind meer is,’ schrijft hij, ‘blijft ze ook in de illustraties van Juliette de Wit een tiener die nog droomt, gist en minder weet dan ze zou willen. De tekening waar ze Anna in haar kleedkamer opzoekt (pag. 56) laat dat heel mooi zien: een door de wol geverfde, Tina Turnerachtige popster tegenover een schroomvallig meisje’.
Regelmatig wordt door een recensent gezegd dat het omslag van een boek uitnodigt tot lezen. Rindert Kromhout over Vrienden van de maan: ‘Zij maakte een aantrekkelijk omslag dat er zo spannend uitziet dat maar weinig mensen die het boek in handen krijgen niet onmiddellijk zullen beginnen te lezen.’
De reacties op Moord in Amsterdam, genomineerd door de Kinderjury 1991, variëren van ‘mooi geïllustreerd’ tot een iets uitvoeriger mening van Joke Linders in het Algemeen Dagblad: ‘De tekeningen van Juliette de Wit zijn voor het merendeel geslaagd, minder karikaturaal dan in haar eerdere werk. Gebouwen, kledij en de inrichtingen van huizen zijn mooi, tijdgebonden gesitueerd, maar Dientje, het spichtige zusje van de dienstmeid ziet er wat ouwelijk uit. De huiselijke scène in de Eerste Jan Steenstraat lijkt rechtstreeks ontleend aan Jetses impressies van Afke's Tiental. Zo houden de kinderboekenmakers van nu hun voorgangers in ere’.
Carolien Zilverberg sprak zich negatief uit over de illustraties in Het raadsel van de regenboog van Jacques Vriens. Zij noemt Juliette de Wit ‘een illustratrice die momenteel erg en vogue schijnt te zijn’, en zegt verder: ‘Ik ben niet kapot van al die grimmige types die ze tekent (veel gefronste wenkbrauwen en hangende mondhoeken)’.
| |
| |
| |
Bibliografie
Keuze uit door Juliette de Wit geïllustreerde kinderboeken
|
M. Mus (ps. Selma Vrooland), Hoera we worden rijk, mijn broertje heeft een krantenwijk. Amsterdam, Bert Bakker, 1983. |
Nina Bawden, De vondeling. Amsterdam, Querido, 1985. |
Trude de Jong, Lein de Liefde. Amsterdam, Sjaloom, 1985. |
Marilyn Sachs, Je moet Ruth zeggen. Amsterdam, Querido, 1985. |
Marilyn Sachs, Het nijlpaard. Amsterdam, Querido, 1985. |
Willem Wilmink, We zien wel wat het wordt! Amsterdam, Bert Bakker, 1985. |
Carole Vos, Bomenkind. Amsterdam, Sjaloom, 1987. |
Bjarne Reuter, De wereld van Buster. Amsterdam, Querido, 1988. |
Bjarne Reuter, Buster plukt sterren. Amsterdam, Querido, 1988. |
Akky van de Veer, Zwart op wit. Amsterdam, Leopold, 1988. |
Kees de Baar, Bas en Bor. Groningen, Meulenhoff Educatief/Middelburg, RPCZ, 1989. |
Kees de Baar, Bor en de muis. Groningen, Meulenhoff Educatief/Middelburg, RPCZ, 1989. |
Mensje van Keulen, Vrienden van de maan. Amsterdam, Querido, 1989. |
Billi Rosen, De tweede oorlog. Amsterdam, Querido, 1989. |
Dolf Verroen, De familie Schreeuwstra. Den Haag, Leopold, 1989. |
Jacques Weijters, Niet meer bang zijn. Tilburg, Zwijsen, 1989. |
Kees de Baar, Bor moet in bad. Groningen, Meulenhoff Educatief/Middelburg, RPCZ, 1990. |
Kees de Baar, Een baasje voor Bor. Groningen, Meulenhoff Educatief/Middelburg, RPCZ, 1990. |
Aidan Chambers, Verleden week. Amsterdam, Querido, 1990. |
Trude de Jong, Moord in Amsterdam. Amsterdam, De Harmonie, 1990. |
Henk van Kerkwijk, Houd de dief! Amsterdam, Leopold, 1990. |
Rindert Kromhout (samenstelling), Wat een vakantie! Amsterdam, Leopold, 1990. |
Bjarne Reuter, Buster en de regenboog. Amsterdam, Querido, 1990. |
Jacques Vriens, Tinus in de war. Houten, van Holkema & Warendorf, 1990. |
Klaas van Assen, Gwinnie. Amsterdam, Querido, 1991. |
Kees de Baar, Bor en de dief. Groningen, Meulenhoff Educatief/Middelburg, RPCZ, 1991. |
Kees de Baar, Bor helpt bas. Groningen, Meulenhoff Educatief/RPCZ, 1991. |
Paul van Loon, Kind te koop. Tilburg, Zwijsen, 1991. |
Jacques Vriens, Ha/Bah* naar school. Houten, van Holkema & Warendorf 1991. |
Klaas van Assen, De gemaskerde wreker. Amsterdam, Querido, 1992. |
Jan Banen, Waar zijn mijn ouders? Tilburg, Zwijsen, 1992. |
Trude de Jong, Moord aan de Rivièra. Amsterdam, De Harmonie, 1992. |
Henk van Kerkwijk, Pissebed. Amsterdam, Leopold, 1992. |
Jacques Vriens, Het raadsel van de Regenboog. Den Haag, CPNB/Houten, van Holkema & Warendorf, 1992. |
Marja Baeten, Het drumstel. Gorinchem, De Ruiter, 1993. |
Ken Follet, De ruimtetweeling. Houten, van Holkema & Warendorf, 1993. |
Martha Heesen, Het plan-Stoffel. Amsterdam, Querido, 1993. |
Trude de Jong, Een rood schrift met gouden sterren. Tilburg, Zwijsen, 1993. |
Lydia Rood, Erin de enige. Amsterdam, Querido, 1993. |
Jacques Vriens, Ik doe niet meer mee, en andere verhalen. Houten, van Holkema & Warendorf, 1993. |
Pieter Feller, Cas en de kindervanger. Tilburg, Zwijsen, 1994. |
Frank Herzen, De blauwe aansteker. Tilburg, Zwijsen, 1994. |
Renny Hofstra, Ik wil jouw dochter niet zijn. Tilburg, Zwijsen, 1994. |
Robbert Jan Swiers, De erfenis van juffrouw Rozenhals. Groningen, Meulenhoff, 1994. |
| |
| |
Lydia van Andel, Ruzie. Gorinchem, De Ruiter, 1995. |
Maria van Eeden, Tweelingspel. Tilburg, Elzenga, 1995. |
Frank Herzen, De dag van de rover. Tilburg, Zwijsen, 1995. |
M. Luchtenberg, Vrachtwagens. Gorinchem, De Ruiter, 1995. |
Karin van Munster, De glasbak. Gorinchem, De Ruiter, 1995. |
Hans van de Waarsenburg, Lieve droomkop. Tilburg, Zwijsen, 1995. |
Marja Baeten, In een rolstoel. Gorinchem, De Ruiter, 1996. |
René van Harten, Ik wil een zoen. Twello, Van Tricht, 1996. |
Trude de Jong, Moord in Istanbul. Amsterdam, De Harmonie, 1996. |
Henk van Kerkwijk, Ik zie mezelf vliegen. Amsterdam, Leopold, 1996. |
Minke Kraijer, De spaghettislang. Alkmaar, Kluitman, 1996. |
Lydia van Andel, Mijn zusje is anders. Gorinchem, De Ruiter, 1997. |
Maria van Eeden, Kleuren in het donker. Amsterdam, Elzenga, 1997. |
Renny Hofstra, Wat heb jij nou? Tilburg, Zwijsen, 1997. |
Marianne Meulepas, Eten in de snackbar. Gorinchem, De Ruiter, 1997. |
Janne Poort-van Eerden, Kadima wil het liefst naar huis. NZV, 1997. |
Peter Vervloed, De dansmeester. Tilburg, Zwijsen, 1997. |
Renny Hofstra, Dat kan toch niet! Tilburg, Zwijsen, 1998. |
Selma Noort, Mijn vader is een motorduivel. Twello, Van Tricht, 1998. |
Over Juliette de Wit
|
Jan Smeekens, Over Lein de Liefde van Trude de Jong. In: De Faam, 9-4-1986. |
Rindert Kromhout, Jagende wolken als een kudde bange schapen. In: de Volkskrant, 11-11-1989. (Over Vrienden van de maan van Mensje van Keulen) |
Joke Linders, Klassieke inspiratiebronnen. In: Algemeen Dagblad, 31-5-1990. (Over Moord in Amsterdam van Trude de Jong) |
Aukje Holtrop, Over Kinderboeken. In: Vrij Nederland, 7-7-1990. (Over Moord in Amsterdam van Trude de Jong. |
Carolien Zilverberg, Afwassen. In: nrc Handelsblad, 9-10-1997. (Over Het raadsel van de Regenboog van Jacques Vriens) |
Meer informatie over Juliette de Wit: Querido's kinderboekenkalender 1989, 8 mei en 17 mei. |
Op internet: www.querido.nl |
50 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1999
|
|