| |
| |
| |
Jacqueline Wilson
door Vanessa Joosen
Jacqueline Wilson is op 17 december 1945 geboren in het Engelse Bath en groeide op in Kingston upon Thames. Ze werkte een tijdje als journalist en schreef onder andere voor het tienerblad Jackie, waarin ze al op zeventienjarige leeftijd met een verhaal debuteerde. Na de geboorte van haar dochter Emma werd ze fulltime schrijfster. Ze is vooral populair bij kinderen op de basisschool, af en toe publiceert ze ook werk voor jongeren of volwassenen. Haar doorbraak kwam begin jaren negentig met The Story of Tracy Beaker (Het verhaal van Tracy Beaker). De samenwerking met illustrator Nick Sharratt zou hierbij een belangrijke rol hebben gespeeld.
In het Verenigd Koninkrijk is Wilson een van de best verkopende auteurs voor kinderen. Haar productie is fenomenaal, met minstens twee of drie boeken per jaar. Verschillende van haar verhalen zijn bewerkt voor radio of televisie, waaronder Het verhaal van Tracy Beaker en De tweeling. Bovendien bestaat er allerlei merchandising rond de boeken van Wilson en Sharatt, zoals kalenders, dagboeken en postkaarten.
Wilson scoort zowel bij het publiek als bij de critici. Haar werk is in het Verenigd Koninkrijk talloze malen genomineerd voor belangrijke prijzen. Sinds 1995 prijkt haar naam regelmatig op de shortlist van de Carnegie Medal, de belangrijkste Britse onderscheiding voor jeugdliteratuur. Ze won twee keer een Smarties Book Prize (het Britse equivalent van de kinder- en jeugdjury): in 1995 voor Double Act (De tweeling) en in 2000 voor Lizzie Zipmouth. Voor The Illustrated Mum (De getatoeëerde mama) kreeg ze in 2000 de Guardian Fiction Award en een British Book Award voor het beste jeugdboek. In 2005 volgde ze Michael Morpurgo op als de Britse Children's Laureate.
| |
| |
| |
Werk
De meeste boeken van Jacqueline Wilson vallen binnen het genre van het realistische verhaal. Vaak is de hoofdpersoon een meisje, dat in de ikvorm het verhaal vertelt. Thematisch zijn de boeken van Wilson vrij zwaar. Er komen allerlei hedendaagse problemen aan bod, zoals echtscheiding (Het kofferkind), verwaarloosde kinderen en manische depressie (in De getatoeëerde mama), een gehandicapt zusje (in Slaapfeestjes), pesten (in Pestmeiden), de dood van een vriendinnetje (Vicky Angel) en de dood van een ouder (in De tweeling en Mijn poes Mabel). Vaak staan de kinderen alleen met hun problemen en vormen de ouders eerder een last dan dat zij een oplossing aanreiken. Elsa in The Bed and Breakfast Star wordt door haar stiefvader geslagen. Dol in De getatoeëerde mama moet meer voor haar moeder zorgen dan omgekeerd. Wanneer haar zus Ster bij hun vader intrekt, moet Dol voor zichzelf beslissen wat volgens haar de rechten en plichten van ouders en kinderen zijn, en of haar moeder met haar onvoorspelbare gedrag wel een geschikte opvoeder is.
De confrontatie met de harde realiteit wordt meestal gefilterd door de luchtige toon van de ikverteller, die de problemen niet herkent, relativeert of met veel humor te berde brengt. Wilson is vaak vergeleken met Anne Fine, die in een vergelijkbare stijl voor een jong publiek over sociale en persoonlijke problemen schrijft. In de Patrick Hardy Lecture (uitgegeven als Not in Front of the Children!), legt Jacqueline Wilson uit dat ze in haar verhalen steeds een paar grappige anekdotes of lichtvoetige momenten stopt om ervoor te zorgen dat de jonge lezers niet met een al te grimmig verhaal worden geconfronteerd. Zo heeft Andy uit Het kofferkind een speelgoedkonijn waarmee ze allerlei gefantaseerde avonturen beleeft en vindt Elsa uit The Bed and Breakfast Star een uitlaatklep in de moppen die ze vertelt. Wilsons humor ligt ook vaak in de levendige visuele beschrijvingen van intrieste situaties die desondanks een hoog slapstickgehalte bevatten. Zo doet de tienjarige Tracy Beaker haar uiterste best om bij de volwassenen in de smaak te vallen, en denkt ze dat wat make-up haar daarbij kan helpen: ‘Ik zag er nog steeds een beetje pips uit, dus besloot ik om mijn gezicht wat op te fleuren. [-] Ik leende wat blush om mijn wangen een beetje kleur te geven. En toen bedacht ik dat ik ook maar wat hippe roze lippenstift moest proberen. En mascara, om mijn wimpers langer te doen lijken. Ik deed er ook wat van op mijn wenkbrauwen, om ze te doen opvallen. En tot slot bedekte ik mijn hele gezicht met een dikke laag poeder. Ik vond dat ik er best goed uitzag toen ik klaar was. Nou ja, in elk geval anders’ (Het verhaal van Tracy Beaker). De reactie van haar omgeving bevestigt de visuele voorstelling die de lezer zich
| |
| |
Illustratie van Georgien Overwater uit De tweeling
op basis van Tracy's beschrijving kan maken: ‘Ik zag eruit als een vogelverschrikker. Voor Jenny maakt het meestal niet uit hoe je erbij loopt, maar zelfs zij keek geschokt.’
In het Engels verschijnen de boeken van Jacqueline Wilson met illustraties van Nick Sharratt. Zijn grappige lijntekeningen in cartoonstijl geven net als de laconieke toon van de vertellende personages een lichte toets aan de thematisch zware verhalen. In de Nederlandse vertalingen worden de prenten van Nick Sharratt soms overgenomen (bijvoorbeeld bij De getatoeëerde mama), maar meestal vervangen door werk van Vlaamse of Nederlandse illustratoren, zoals Harmen Van Straaten (Mijn poes Mabel), Els van Egeraat (Pestmeiden), Georgien Overwater (De tweeling, Het verhaal van Tracy Beaker) en Sylvia Weve (Slaapfeestjes).
De meeste boeken van Jacqueline Wilson worden gelezen door kinderen van acht tot twaalf jaar. Voor iets oudere lezers schreef ze een reeks rond drie vriendinnen: Girls In Love (1997), Girls Under Pressure (1998), Girls Out Late (1999) en Girls in Tears (2002). In deze boeken komen typische problemen van tienermeisjes aan bod: van jongens en uitgaan tot diëten en liefdesverdriet.
| |
Tracy Beaker
The Story of Tracy Beaker verscheen in het Nederlands eerst als Het boek van Terry B. Later werd een nieuwe vertaling gepubliceerd onder de titel Het verhaal van Tracy Beaker. Wilson past in dit boek haar succesrecept toe van een droevig verhaal verteld op een humoristische manier. Tracy Beaker is door haar moeder in de steek gelaten en groeit op in een tehuis. Ze houdt hardnekkig vast aan de overtuiging dat haar moeder haar binnenkort komt ophalen, al is het voor de lezer snel duidelijk dat ze zichzelf voor de gek houdt. Net als vele andere personages in de boeken van Jacqueline Wilson doet Tracy zich veel sterker voor dan ze is. Zo legt ze elke huilbui uit als een aanval van hooikoorts en verbergt ze haar angst gepest te worden achter stoere woorden. Hierdoor vervreemdt ze ongewild van de andere kinderen in het tehuis, die niet door
| |
| |
het harde pantser van Tracy heen kunnen kijken. De lezer krijgt die kans wel, omdat Tracy haar gedachten en gevoelens opschrijft in een soort dagboek.
In Het verhaal van Tracy Beaker treedt een alter ego op van Jacqueline Wilson. Het tehuis waar Tracy verblijft, krijgt bezoek van een schrijfster, Cam. Zij wordt voor het meisje een soort surrogaatmoeder. Tracy's onbeschaamdheid en gevatte toon wekken tegelijkertijd sympathie en antipathie op, en zorgen steeds voor een humoristisch effect. Haar eerste indruk van Cam is bijvoorbeeld verre van positief: ‘Ik heb vaak genoeg schrijfsters gezien in talkshows op tv. Ze zijn altijd heel elegant, net filmsterren, met glitterjurken en hoge hakken en hopen juwelen. Ze lijken een beetje op mam, alleen niet zo knap natuurlijk. De vrouw die daar bij Jenny stond, had net zo goed een doordeweekse maatschappelijk werkster of lerares kunnen zijn. Slordig bruin haar. Geen make-up. Een versleten T-shirt en een vlekkerige jeans. Een beetje de volwassen versie van mezelf op een slechte dag.’ Het opschrijven van haar gevoelens heeft voor Tracy een therapeutische functie: zo vindt ze een creatieve uitlaatklep voor haar frustraties en voor haar behoefte aan zorg en aandacht. Hoewel Het verhaal van Tracy Beaker niet eenduidig positief eindigt, is het slot wel hoopvol. Met een paar kinderen van het tehuis sluit Tracy vriendschap en als ze haar schrijftalent ontdekt, krijgt ze meer zelfvertrouwen.
In het vervolg, Het lef van Tracy Beaker, is Tracy bij Cam ingetrokken. De schrijfster kan echter niet voldoen aan het ideaalbeeld dat Tracy zichzelf van een gezinsleven heeft voorgespiegeld. Bovendien duikt haar moeder op, en opnieuw ervaart Tracy de confrontatie met de realiteit als bijzonder pijnlijk. Samen met twee andere spijbelaars raakt ze betrokken bij ‘the dare game’ uit de Engelse titel, waarbij de drie kinderen weddenschappen aangaan die steeds gevaarlijker worden. Opnieuw toont Jacqueline Wilson op een genuanceerde manier hoe de integratie van een verwaarloosd kind in de maatschappij niet zonder problemen verloopt. Net als de meeste van haar boeken bevat Het lef van Tracy Beaker een duidelijke boodschap: Tracy moet leren dat de realiteit niet rozengeur en maneschijn is, en dat vriendschap en geborgenheid belangrijker zijn dan materiële rijkdom.
| |
Waardering
De jeugdboeken van Jacqueline Wilson worden zowel door kinderen als volwassenen gewaardeerd. Ze lezen vlot (wat nog bevorderd wordt door de talrijke illustraties), bevatten veel humor en maken maatschappelijke thema's bespreekbaar. In het Verenigd Koninkrijk is Wilson een van de best verkopende auteurs. Maar liefst veertien van haar jeugdboeken haalden de top
| |
| |
200 van de Big Read, de bbc peiling naar de favoriete literatuur van de Britten. In Nederland verscheen een aantal van haar titels in de reeks Rode Ruggen, een serie van uitgeverij Hillen rond het thema ‘lekker lezen’. Toch is haar werk niet oppervlakkig of voorspelbaar. Op de website van Pluizuit (www.pluizuit.be) prees Mik Ghys De tweeling en Mijn poes Mabel om de realistische en herkenbare personages alsook de geslaagde mix van humor en gevoelige trekjes. Jet Marchau noemde Het verhaal van Tracy Beaker in Leeswelp een authentiek boek dat een groot publiek kan aanspreken. Ook De getatoeëerde mama kreeg lovende kritieken, onder andere van Belle Kuijken in De Morgen, vanwege de combinatie van een pakkend verhaal en grappige details. Philip Pullman prees Jacqueline Wilson in The Guardian omdat ze zichzelf nooit imiteert en haar werk steeds meer diepgang geeft.
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde kinder- en jeugdboeken
|
The Bed and Breakfast Star (1994), Girls In Love (1997), Girls Under Pressure (1998), Girls Out Late (1999), Lizzie Zipmouth (2000), Vicky Angel (2000), Girls in Tears (2002). |
Kinder- en jeugdboeken
|
The Story of Tracy Beaker (1991): Het boek van Tracy B. Vertaald door Huberte Vriezendorp. Met illustraties van Nick Sharratt. Houten, Van Holkema en Warendorf, 1993. Het verhaal van Tracy Beaker. Vertaald door Lies Lavrijsen. Met illustraties van Georgien Overwater. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2005. |
The Suitcase Kid (1992): Het kofferkind. Met illustraties van Nick Sharratt. Vertaald door Huberte Vriezendorp. Houten, Van Holkema en Warendorf, 1994. |
Double Act (1995): De tweeling. Vertaald door Suzanne Braam. Met illustraties van Georgien Overwater. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2003. |
Bad Girls (1996): Pestmeiden. Vertaald door Annemie Boonen. Met illustraties van Els van Egeraat. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2003. |
The Illustrated Mum (1999): De getatoeëerde mama. Vertaald door Tom Paulus. Met illustraties van Nick Sharratt. Antwerpen, Houtekiet, 2000. |
The Cat Mummy (2001): Mijn poes Mabel. Vertaald door Suzanne Braam. Met illustraties van Harmen van Straaten. Averbode, Averbode, 2002. |
Sleep-overs (2001): Slaapfeestjes. Vertaald door Suzanne Braam. Met illustraties van Sylvia Weve. Averbode, Averbode, 2002. |
Dare Game (2001): Het lef van Tracy Beaker. Vertaald door Lies Lavrijsen. Met illustraties van Georgien Overwater. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2005. |
Essays
|
Jacqueline Wilson, Not in front of the children! In: Signal (2001), nr. 94 (januari), blz. 17-28. |
Over Jacqueline Wilson
|
Joanna Carey, An Inteview with Jacqueline Wilson. Londen: Mammoth, 2000. |
Belle Kuijken, Moeders en dochters. In: De Morgen, 6-9-2000. |
Nicolas Tucker & Nikki Gamble, Family Fiction. Londen, Continuum, 2001. |
Jet Marchau, Het verhaal van Tracy Beaker. In: Leeswelp (2005), nr. 4 (mei), blz. 159. |
69 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2005
|
|