tjes’ van drie kinderen uit één gezin de gebeurtenissen gedurende de maand september reconstrueert. Abortus, werkklimaat, verhouding man - vrouw, politie, vegetarisme, incest, huwelijksontrouw en weglopen komen onder meer aan de orde. De problemen op zich zullen een aantal jongeren ongetwijfeld aanspreken, maar het steeds wisselend vertellersperspectief maakt het de lezer niet gemakkelijk.
Zazapina in de zoo is speelser van opzet. Het is tegelijk een fantastische vertelling over heksen en toverij, een sociaal-kritisch detectiveverhaal en een informatief boek over dieren. Die vermenging van genres geeft het boek echter iets onevenwichtigs.
De verdienste van beide boeken bestaat er vooral uit, dat de verteltechniek en de onderwerpkeuze vernieuwende elementen zijn in de Vlaamse jeugdliteratuur; de uitwerking is echter niet altijd even geslaagd.
Bewustwording van de eigen waarde en waardigheid van de hoofdpersonen en verzet tegen de onderdrukking zijn de voornaamste thema's in Nee Pedro, nee en in twee verhalen die in de middeleeuwen spelen, Marjan; een troubadour moet zingen! en Marjan; ik hoor er ook bij. In de beide laatste boeken, speciaal geschreven om de wat oudere zwakke lezers leesstof te bieden op hun emotioneel niveau, vindt die bewustwording plaats bij een eenvoudig boerenmeisje; Pedro staat model voor de situatie van de Indiaanse bevolking van Zuid-Amerika.
Het oeuvre van Liva Willems overziend kan men een toenemende maatschappelijke betrokkenheid constateren, die gepaard gaat met een steeds grotere inbreng van de verhaalfiguren bij het zoeken naar oplossingen voor hun problemen. ‘Oplossingen die ze niet op een presenteerblaadje aangeboden krijgen. Misschien ongewone. Maar die ze toch kunnen waarmaken.’ Bovendien heeft haar schrijftrant zich op een weldadige wijze versoberd.