| |
| |
| |
Barbara Willard
door Ineke Haykens
Barbara Willard werd op 12 maart 1909 in Brighton in het graafschap Sussex geboren. Zij groeide op in een ‘theatergezin’. Daardoor is zij zich altijd voor toneel blijven interesseren. Van belang is ook, dat zij het grootste deel van haar leven in de nabijheid van de overblijfselen van het ‘oude’ Saksische woud, Andredswald heeft gewoond; dit woud (‘The High Weald’) is voor haar een belangrijke bron van inspiratie geworden.
Vrij spoedig na haar opleiding aan het Convent of La Sainte Union in Southampton begon zij te schrijven. Aanvankelijk schreef zij uitsluitend romans voor volwassenen. Pas in de jaren vijftig begon zij kinder- en jeugdboeken te schrijven. In 1957 verscheen haar eerste kinderboek: Snail and the Pennithores. Uit interviews blijkt, dat ze pas op latere leeftijd het schrijven voor kinderen goed is gaan beheersen.
In 1974 ontving zij de Guardian Award voor The Iron Lily en in 1984 de Whitbread Award voor The Queen of Pharisees' children. Voor het eerste deel van de ‘Mantlemass-serie’, Laurier en Leeuwerik, kreeg zij in 1984 een Zilveren Griffel.
| |
Werk
In Nederland is Barbara Willard voornamelijk bekend door de zeven delen van de boeken over het landgoed Mantlemass: Opkomst en ondergang van Mantlemass. Zij heeft echter veel meer geschreven: ongeveer vijftig jeugdboeken, twintig boeken voor volwassenen en ook nog een aantal hoorspelen en spelen voor de televisie.
Haar jeugdboeken spelen zowel in het heden (The Gardener's Grandchildren, 1978) als in het verleden (Ned
| |
| |
Only, 1985). Over het algemeen worden haar historische verhalen echter het meest gewaardeerd.
Bijna dagelijks zag zij de resten van het Saksische Andredswald (tegenwoordig Ashow Forest). Zij realiseerde zich dat er in dat woud mensen hadden gewoond die in en van dit woud moesten zien te leven, die bomen kapten, een harde strijd om het bestaan moesten voeren, verliefd werden, conflicten moesten uitvechten, enzovoort. Ook was het haar bekend, dat in dit woud in de late middeleeuwen de ijzerindustrie tot ontplooiing kwam. Over dit woud en over de mensen die er leefden is zij gaan schrijven, de boeken over Mantlemass.
De boeken uit deze serie bestrijken de periode tussen 1485, waarin Engeland de nasleep van de Rozenoorlog beleeft, en het midden van de zeventiende eeuw, ten tijde van de burgeroorlog tussen Karel I en het parlement, c.q. Cromwell. Andere politieke kwesties die in de boeken een rol spelen, zijn onder meer de strijd van Hendrik VIII tegen de rooms-katholieke kerk en de zee-oorlogen tegen Spanje. Barbara Willard heeft met haar serie vooral een beeld willen geven van de opkomst en ondergang van een familie. Met de politieke woelingen aan het hof in Londen wil deze familie eigenlijk niets te maken hebben. De politiek bemoeit zich echter wel met hen. Dit is een van de thema's van de serie. Het verhaal over Mantlemass toont aan dat het leven van ‘gewone’ mensen door politieke gebeurtenissen overhoop gegooid kan worden. Dit thema wordt door een van de personen uit de serie als volgt onder woorden gebracht: ‘Als de koning spreekt, hetzij in de staatsraad, hetzij aan tafel, hetzij - om de waarheid te zeggen - in bed... dan is het alsof er een steen in de grote vijver van heel Engeland wordt gegooid. En bij de verste kring van de rimpeling die in het water ontstaat daar staan jij en ik en alle mensen met wie we leven en werken.’ Een van deze ‘rimpelingen’ namelijk de strijd tussen de Royalisten en de Puriteinen, leidt uiteindelijk tot de verwoesting van Mantlemass.
Strikt genomen is in de serie sprake van twee families en twee ‘huizen’: de Mallory's en de Mengels beheren het landgoed Mantlemass en het nabijgelegen Ghylls Hatch. De ‘stammoeder’ van de beide families is Cecily, een adellijk meisje dat met haarvader uit Londen is gevlucht wanneer het geslacht Tudor de Engelse kroon overneemt. Zij trouwt met Lewis Mallory, pleegzoon van buurman Orlebar, die paarden fokt op het landgoed Ghylls Hatch. In het tweede deel, De loot van de brem, gaat Willard iets terug in de tijd. Hoofdpersoon in dit boek is Mengel, de zoon van een eenvoudige timmerman en een ‘wijze vrouw’ die alles van geneeskrachtige
| |
| |
kruiden weet. Hij is verliefd op Catherine, een dochter van Lewis Mallory en Cecily. Omdat hij arm is, lijkt het hem onmogelijk ooit met Catherine te trouwen. Op een dag verdwijnt zijn vader. Na lang speuren komt Mengel achter het geheim van zijn afkomst: zijn vader is een bastaardzoon van Richard III, de laatste Plantagenet op de Engelse troon. Symbool van dit oude koningshuis is een takje van een bloeiende bremstruik. Zijn vader weet Mengel ervan te overtuigen dat het beter is nooit over zijn afkomst te praten, zijn leven zou daardoor in gevaar kunnen komen. Dit wordt het geheim van de familie Mengel. Het wordt telkens aan de oudste van de familie doorverteld. Bovendien erft de oudste ook een zegelring van de Plantagenets, het bewijs van de koninklijke afkomst. Mengel wordt de erfgenaam van een zoon van Lewis en Cecily en trouwt met Catherine. Hun nakomelingen vormen het geslacht van de Mengels.
In de volgende delen van de serie laat Barbara Willard zien hoe deze beide geslachten tot grote bloei komen, maar uiteindelijk ten onder gaan. In elk deel is sprake van drie generaties, er is wel steeds een andere hoofdpersoon. Van belang is, dat de Mengels te maken krijgen met de ontwikkeling van de ijzerindustrie in het woud om Mantlemass. Dit aspect speelt een belangrijke rol in De ijzeren lelie. De hoofdpersoon uit dit boek, Lilias, neemt de ijzergieterij van haar man over. Zij is een voorbeeld van het type vrouw dat in de delen van de serie vaker optreedt: ondernemend, krachtig en doortastend. Ook haar dochter, Ursula, voldoet aan dit beeld. In beschouwingen over de boeken van deze serie wordt erop gewezen, dat Barbara Willard een duidelijke voorkeur heeft voor dit type. Veel mannen daarentegen zijn zwak (de laatste mannelijke Mengel is zelfs zwakzinnig). Het is net of deze mannen de uiteindelijke ondergang van de familie al in zich dragen.
Naarmate de serie zich ontwikkelt is er eigenlijk steeds minder sprake van de kwalificatie ‘jeugdboek’. Een criticus merkte hierover op: ‘Het zijn boeken voor mensen, dus ook toegankelijk voor kinderen.’ Wel moeten we bij het woord ‘kinderen’ denken aan veertien- en vijftienjarigen.
| |
Zaaien en oogsten
Dit is het laatste deel van de serie over Mantlemass. In dit deel slaat Barbara Willard een aantal generaties over. De gebeurtenissen spelen in het midden van de zeventiende eeuw, ten tijde van het conflict tussen Karel I (een Stuart) en Cromwell. Het oude huis Mantlemass wordt bewoond door Nicholas Highwood, die van moederskant met de Mengels verwant is. De familie is min of meer uit elkaar gevallen, een aantal leden is weggetrokken uit ‘het woud’.
| |
| |
Hoe de Mengel-familie verspreid geraakt is, weet Cecilia, de zuster van Nicholas. Zij heeft de brieven en dagboeken van haar grootmoeder Ursula (hoofdpersoon uit deel 5, Een vlucht zwanen). Ook is zij bekend met het familiegeheim over de koninklijke afkomst.
Nicholas is niet de officiële erfgenaam, daarvoor komen Edmund en James veel meer in aanmerking. James is echter geestelijk niet geheel in orde, terwijl Edmund omkomt wanneer soldaten Mantlemass overvallen en verwoesten. In de mannelijke lijn zijn de Mengels daardoor praktisch uitgestorven. Nicholas gaat naar Amerika. Aanvankelijk zal Cecilia met hem mee gaan, maar zij besluit te blijven: haar plaats is op Mantlemass. Zij bewaart ook de zegelring en de andere familiestukken van de Mengels (Plantagenets).
Aan de serie heeft Barbara Willard een mini-boekje toegevoegd. Hierin geeft zij een samenvatting van de zeven delen van de serie en vertelt zij hoe het verder gaat: Cecilia is getrouwd met John Verraill. Zij zullen Mantlemass weer opbouwen. Overigens is de ring van de Plantagenets verloren gegaan.
| |
De kinderen van de ketellapper
Ook dit boek speelt in en in de buurt van het grote woud in Sussex. Ook hier gaat het weer om een historische roman (zeventiende eeuw).
De kinderen van de ketellapper trekken met hun vader Sim Swayne en hun moeder Moll door het woud in Sussex. Zij leven van wat het bos hun biedt. De vader verdient wat met ‘ketels lappen’. Het gezin heeft het niet breed. Maar men is gelukkig met elkaar.
Aan het geluk komt een eind wanneer de wagen met het gereedschap wordt gestolen. Sim kan daardoor niet meer bewijzen dat hij een beroep uitoefent. In het zeventiende-eeuwse Engeland was dat een ramp: iemand die geen middelen van bestaan had, was een zwerver en dus min of meer vogelvrij.
Sim wordt beschuldigd van diefstal van geiten en zijn hele gezin wordt opgepakt. De kinderen worden verspreid: zij moeten terug naar de parochie waar ze zijn geboren. Wil, de oudste zoon heeft geluk, hij komt in huis bij mijnheer Hazelgrove, die het als zijn plicht beschouwt voor de armen te zorgen. Op een dag verneemt Wil dat zijn vader en moeder waarschijnlijk zijn doodgevroren in het bos.
| |
Waardering
De kinderen van de ketellapper heeft in Nederland nauwelijks de aandacht van de critici getrokken. Het werd min of meer afgedaan met de kwalificatie ‘romantisch’: ‘Wil maakt veel ellende en tegenslag mee, maar het komt allemaal weer goed.’ Bewust of onbewust werd
| |
| |
dit boek vergeleken met de boeken uit de serie over Mantlemass.
Opkomst en ondergang van Mantlemass is in Engeland en in Nederland zeer positief besproken. In een vrij uitgebreide beschouwing in Times Literary Supplement over deze serie geeft Margaret Meek aan dat vooral de manier waarop Barbara Willard de personen in haar boeken ‘neerzet’ deze serie zo waardevol voor jonge en volwassen lezers maakt. ‘Wij blijven ons de personen herinneren door hun manier van lopen en rijden, hun taalgebruik, de manier waarop ze tegen de gebeurtenissen in de wereld aankijken en de verschillende manieren waarop ze weten te verdragen wat toch niet te veranderen valt.’ Het ligt welhaast voor de hand dat zij de personen in de verhalen van Willard vergelijkt met die uit de boeken van Rosemary Sutcliff. De personen van Sutcliff zijn ‘echte’ (vrij traditionele) helden, de personen van Willard zijn mensen van vlees en bloed. Ook in Nederland heeft vooral de manier waarop Barbara Willard haar personen neerzet bewondering opgeroepen. Joke Linders: ‘Als geen ander slaagt Willard er in personen in andere tijden met andere opvattingen tot leven te brengen met hun grote en kleine emoties. Helden, lafaards, zielepoten en idealisten weet zij in een paar zinnen feilloos neer te zetten.’
Bewondering heeft men ook voor de manier waarop Willard er in slaagt de eenheid in haar serie te bewaren. Het feit dat alle gebeurtenissen in de boeken zich in het grote woud afspelen, zal daartoe zeker hebben bijgedragen. Het woud is een duidelijk samenbindende factor. Andere factoren die de samenhang bevorderen zijn ‘het ijzer’ en het familiegeheim, geconcretiseerd in de ring van de Planatagenets. Bregje Boonstra brengt dit als volgt onder woorden: ‘Toch zal de echte “verslaafde” - hoe mooi Willard haar romantische saga ook afgerond heeft - waarschijnlijk blijven hopen op nieuwe berichten van Mantlemass, want dat is het gevoel dat overblijft uit al die zeven boeken: het leven gaat altijd weer verder.’
| |
Bibliografie
Een keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Snail and the Pennitores (1957); The Penny Pony (1961); The Family Tower (1968); The Dragon Box (1972); The Gardener's Grandchildren (1978); Ned Only (1985). |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Opkomst en ondergang van Mantlemass:
- | The Lark and the Laurel (1970): Laurier en leeuwerik. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1983. |
- | The sprig of broom (1971): De loot van de brem. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1983. |
- | A Cold Wind Blowing (1972): Een koude wind. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1983. |
- | The Eldest Son (1977): De oudste zoon. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1984. |
|
| |
| |
- | The Iron Lily (1973): De ijzeren lelie. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1984. |
- | A Flight of Swans (1980): Een vlucht zwanen. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1985. |
- | Harrow and Harvest (1974): Zaaien en oogsten. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1985. |
|
The Queen of the Pharisees' Children (1983): De kinderen van de ketellapper. Vertaald door Piet Verhagen. Amsterdam Querido, 1986. |
Over Barabara Willard
|
Marcus Crouch, The Nesbit Tradition. The Children's Novel, 1945-1970. Londen, 1972. |
Edward Blishen (ed), The Thorny Paradise. Harmondsworth, 1975. |
Carolyn Riley (ed), Children's Literature Review. Vol. 2 (1976), blz. 214-224. |
Margaret Meek, The fortunes of Mantlemass. In: Times Literary Supplement, 18-7-1980. |
Joke Linders-Nouwens, Mantlemass-verhalen voorbeeld goede historische leesboeken. In: Haarlems Dagblad, 30-11-1985. |
Jacques Vos, Een serie is compleet. In: Leestekens, jaargang 6 (1986), blz. 29-30. |
20 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1989
|
|