| |
| |
| |
Ilon Wikland
door Noortje Geertsma-van Gijs
Ilon Wikland is op 5 februari 1930 als Ilon Pääbo in Tartu in Estland geboren. Ze groeide op bij haar grootouders in het stadje Haapsalu. Toen ze negen jaar was, brak de oorlog uit. Haar moeder, die kunstenaar was en in Italië verbleef, wilde dat Ilon naar Italië kwam, maar de grenzen werden gesloten. De situatie in Estland werd steeds gevaarlijker, en in 1944 vluchtte ze aan boord van een vrachtschip naar haar tante in Zweden.
Vrijwel meteen na aankomst in Stockholm kreeg ze geelzucht en haar eerste tijd in Zweden bracht ze in het ziekenhuis door. Daar kreeg ze van haar tante tekenmateriaal; die ontdekte ook haar tekentalent en zorgde ervoor dat ze een plaats kreeg op de school voor boek- en reclamekunst.
Later werkte Ilon Wikland op een boekbinderij en verzorgde ze de illustraties en lay-out van verschillende weekbladen. Ze trouwde op jonge leeftijd met marineofficier Stig Wikland en samen kregen ze vier dochters. Financieel hadden ze het niet ruim en toen haar man in 1953, na de geboorte van hun eerste kind, voor langere tijd van huis was, probeerde Ilon Wikland het moederschap te combineren met het werken aan illustratieopdrachten. Ze werd gevraagd Mio mijn Mio van Astrid Lindgren te illustreren; dit was het begin van een hechte en lange samenwerking.
Naast vele boeken van Astrid Lindgren heeft Ilon Wikland ook werk van 22 andere auteurs geïllustreerd, en zelf enkele boekjes voor peuters gemaakt.
Haar werk is vaak bekroond. In 1969 ontving ze de Zweedse Elsa Beskowprijs voor haar werk, in 1986 kreeg ze de Heffaklump van het avondblad Expressen. In 1988 ontving ze de cultuurprijs van het Zweedse immigranteninstituut en in 1992 kreeg ze zowel de cultuurprijs van de Estlandse vertegenwoordiging in Zweden als een stipendium van het Haninge Baltic Festival.
Naast het illustreren van boeken werkt Ilon Wikland ook graag voor zichzelf. Ze woont in Björknäs, buiten Stockholm.
| |
Werk
In Nederland is Ilon Wikland voornamelijk bekend als illustratrice van de Lindgren-boeken. Ze is dan ook de belangrijkste illustratrice van de boeken van Astrid Lindgren en
| |
| |
haar illustraties zijn onlosmakelijk verbonden met Lindgrens werk. Zelfs de filmmakers van de vele Lindgren-verfilmingen laten zich door Ilon Wiklands illustraties inspireren in casting en decorbouw.
De samenwerking tussen Ilon Wikland en Astrid Lindgren begon in 1953, toen Astrid Lindgrens vaste illustratrice ziek werd en Astrid Ilon Wikland vroeg haar nieuwste boek Mio, mijn Mio te illustreren. Astrid Lindgren was zeer tevreden met Ilon Wiklands werk; ze zag dat ze iemand gevonden had die sprookjes op sprookjesachtige wijze kon illustreren. Ilon Wikland werkte van het begin af aan veel in een schetsmatige stijl met arceertechniek, wat vooral in boeken als Mio, mijn Mio en De rode vogel een broos en dromerig effect heeft. Naar eigen zeggen werkt ze het liefst in zwart-wit, met inkt.
Uit De rode vogel van Astrid Lindgren
In haar illustraties, die vriendelijk en zacht van lijn zijn, geeft Ilon Wikland altijd een typisch Zweeds milieu weer, met een veilige uitstraling: rode houten huizen, schone wapperende gordijnen, de lamp boven de keukentafel. Tegelijkertijd leven de kinderen op haar illustraties midden in de natuur. Vooral bomen en struiken worden vaak afgebeeld en roepen een idyllische sfeer op.
De door haar getekende kinderen zien er vrijwel zonder uitzondering vertederend uit, met bolle wangen, ronde ogen en sprieterig haar. Astrid Lindgren vindt dat de kinderen in haar boeken er altijd lief uit moeten zien, en aan deze regel diende Ilon Wikland zich strikt te houden. In de loop der jaren ontwikkelde haar stijl zich enigszins, deze werd losser en vrijer, maar haar kinderfiguren bleven opvallend onveranderd. Ze tonen nooit veel gezichtsuitdrukking, maar hebben wel een duidelijke lichaamstaal.
Een andere eis van de schrijfster was dat de figuren op de illustraties altijd omlijnd moesten zijn, omdat volgens haar kleine kinderen moeilijk illustraties zonder contouren kunnen begrijpen. Op dit gebied is Ilon Wikland langzamerhand haar eigen weg gegaan. Met name in haar meest recente prentenboeken experimenteert ze met een vrijere, waziger techniek, zoals bijvoorbeeld in het prentenboek Lotta is best een vrolijk kind. Hierin heeft ze Lotta wat min-
| |
| |
Uit Kijk, Madieke, het sneeuw! van Astrid Lindgren
| |
| |
der ‘lief’ getekend dan in eerdere Lotta-boeken, wat Astrid Lindgren overigens accepteerde.
Het belangrijkste bij illustreren vindt Ilon Wikland dat de tekst goed is, anders kan ze er niets mee beginnen. Ze probeert ook zoveel mogelijk aan te sluiten bij de sfeer in de tekst. Zo zouden de idyllische Bolderburen-boeken niet in een agressieve stijl geïllustreerd kunnen worden. De reden dat Astrid Lindgren vrijwel altijd weer Ilon Wikland vraagt om haar boeken te illustreren, is volgens de illustratrice dat ze beiden op een uitgesproken gevoelsmatige wijze werken. De teksten van Astrid Lindgren en ook van bijvoorbeeld Hans Peterson spreken Ilon Wikland dusdanig aan, dat de beelden vanzelf tevoorschijn komen. Als ze een tekst niet gevoelsmatig beleeft, kan ze deze niet illustreren.
Bij het illustreren van De gebroeders Leeuwenhart ging Ilon Wikland de uitdaging aan de idyllische wereld gedeeltelijk te verlaten en een dreigender en gevaarlijker sfeer weer te geven. Ook is de natuur - en dat geldt tevens voor de illustraties in Ronja de roversdochter - niet langer een vredige wereld, maar schuilen er veel gevaren. In deze boeken, waarin ze knap met donker- en lichtverschillen en schaduwpartijen werkt, heeft ze ervaringen uit haar kinderjaren tijdens de oorlog gebruikt.
In de jaren zeventig begon ze het perspectief rond te tekenen, voor het eerst in de prentenboeken over Lotta. Ze werd hiertoe geïnspireerd door de negentiende-eeuwse Zweedse kunstenares Josabet Sjöberg, die totaal geen perspectief gebruikte, en door het werk van Picasso. Van Josabet Sjöberg leerde Ilon Wikland een situatie zo weer te geven dat de illustraties als het ware hun armen openen en de kinderen uitnodigen binnen te komen. Ze vindt het erg belangrijk dat kinderen zich thuis voelen bij haar illustraties en er in weg zouden willen kruipen.
Ilon Wikland is altijd op zoek naar figuren en milieus om te gebruiken in haar illustraties. Overal waar ze komt kijkt ze rond, tekent en fotografeert ze en op deze manier heeft ze een heel archief opgebouwd waaruit ze kan putten. De typisch Zweedse huizen zoals in de Madieke-boeken komen bijvoorbeeld uit het Zweedse stadje Trosa, maar Ilon Wikland put ook veel uit haar herinneringen aan haar kinderjaren in Estland. De voorbeelden voor haar figuren haalt ze vrijwel altijd uit het dagelijkse leven. Haar eigen kinderen stonden model voor de Bolderburen-kinderen en haar jongste dochter Anna was het voorbeeld voor Lotta in Lotta kan al fietsen. Astrid Lindgren zelf is te herkennen als de oude dame in Ik wil nog niet naar bed.
De laatste jaren legt Ilon Wikland zich vrijwel helemaal toe op het illustreren van prentenboeken. Vaak zijn dit verhalen uit eerdere boeken van
| |
| |
Uit De gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren
Astrid Lindgren. In deze prentenboeken lijkt ze zich uit te leven in nieuwe mogelijkheden en technieken, met vaak verrassende resultaten, zoals bijvoorbeeld de voor haar ongewone, mysterieuze prenten in Magere Lat en de fantasievolle, humoristische illustraties in Ik wil nog niet naar bed.
Elk nieuw boek vindt Ilon Wikland weer een moeilijke opgave. Ze heeft zelfs het idee dat het alleen maar erger wordt, omdat haar onzekerheid nog steeds toeneemt. Bij elke nieuwe opdracht heeft ze te kampen met sterke gevoelens van angst en onrust. Maar ze zegt langzamerhand tot de ontdekking te komen dat dit alles bij het hele proces hoort, en dat haar werk minder goed zou worden, als het makkelijker zou gaan.
| |
Waardering
In Zweden heeft Ilon Wikland wel de kritiek gekregen te zoet en te oppervlakkig te illustreren. Maar men veranderde van mening toen er met De gebroeders Leeuwenhart meer diepte in haar werk kwam en ze toonde meer te kunnen dan alleen het weergeven van idylles. Haar aquarellen in prentenboeken worden over het algemeen zeer gewaardeerd,
| |
| |
vooral sinds ze daarin losser en experimenteler van stijl werd.
In het buitenland zijn haar illustraties meestal goed ontvangen; met name in Duitsland is men enthousiast over haar werk. In Nederland kregen de verhalen van Astrid Lindgren altijd veel meer aandacht dan de illustraties in haar boeken. Soms worden de illustraties van Ilon Wikland wat stijf of te lievig gevonden, maar ze worden ook wel humoristisch en sfeervol genoemd.
| |
Bibliografie
Keuze uit de in het Nederlands verschenen boeken met illustraties van Ilon Wikland
|
Astrid Lindgren, Mio, mijn Mio. Amsterdam, Van der Peet, 1956; Amsterdam, Ploegsma, 1967. |
Astrid Lindgren, Wij uit Bolderburen. Amsterdam, Van der Peet, 1957; Amsterdam, Ploegsma, 1975. |
Astrid Lindgren, Meer over Bolderburen. Amsterdam, Van der Peet, 1957; Amsterdam, Ploegsma, 1965. |
Astrid Lindgren, Voor het laatst: Bolderburen. Amsterdam, Van der Peet, 1957; Amsterdam, Ploegsma, 1971. |
Astrid Lindgren, Erik en Karlsson van het dak. Amsterdam, Van der Peet, 1959. (Later herdrukt onder de titel De beste Karlsson van de wereld. Amsterdam, Ploegsma, 1970.) |
Astrid Lindgren, De kinderen uit de Kabaalstraat. Amsterdam, Ploegsma, 1971. |
Astrid Lindgren, De rode vogel. Amsterdam, Ploegsma, 1972. |
Astrid Lindgren, Lotta uit de Kabaalstraat. Amsterdam, Ploegsma, 1973. |
Astrid Lindgren, De gebroeders Leeuwenhart. Amsterdam, Ploegsma, 1974. |
Astrid Lindgren, Madieke van het rode huis. Amsterdam, Ploegsma, 1974. |
Astrid Lindgren, Madieke en Liesbet. Amsterdam, Ploegsma, 1977. |
Astrid Lindgren, Ronja de roversdochter. Amsterdam, Ploegsma, 1982. |
Hans Peterson, Matthias' avontuur in de haven. Amsterdam, Meulenhoff, 1960. |
Hans Peterson, Een leeuw in huis. Amsterdam, Meulenhoff, 1962. |
Hans Peterson, Matthias en Jack de scheepshond. Amsterdam, Meulenhoff, 1963. |
Hans Peterson, Anna en het grote huis. Amsterdam, Ploegsma, 1990. |
Keuze uit de in het Nederlands verschenen prentenboeken met illustraties van Ilon Wikland
|
Astrid Lindgren, Lotta kan bijna alles. Amsterdam, Ploegsma, 1979. |
Astrid Lindgren, Winter in Bolderburen. Amsterdam, Ploegsma, 1980. |
Astrid Lindgren, Kijk, Madieke het sneeuwt! Amsterdam, Ploegsma, 1984. |
Astrid Lindgren, Het draakje met de rode ogen. Amsterdam, Ploegsma, 1986. |
Astrid Lindgren, Magere Lat. Amsterdam, Ploegsma, 1987. |
Astrid Lindgren, Ik wil nog niet naar bed. Amsterdam, Ploegsma, 1988. |
Astrid Lindgren, Lotta is best een vrolijk kind. Amsterdam, Ploegsma, 1991. |
Hans Peterson, De kinderen in de koperstad. Leuven, Infodok, 1989. |
Keuze uit de in het Fries verschenen (prenten) boeken met illustraties van Ilon Wikland
|
J. Boorsma, Wolst wat witte fan...skulpen? Leeuwarden, AFUK, 1979. |
J. Boorsma, Wolst wat witte fan... fearren? Leeuwarden, AFUK, 1983. |
Astrid Lindgren, Ik wol ek sa graach nei skoalle ta. Leeuwarden, AFUK, 1981. |
Astrid Lindgren, Bernedei op Bollegea. Leeuwarden, AFUK, 1982. |
Hans Peterson, Au, it docht sear! Leeuwarden, AFUK, 1985. |
M. Schwartz, Wat is in oannommen bern? Leeuwarden, AFUK, 1984. |
Over Ilon Wikland
|
Susanne von Essen, Hur Astrid Lindgren blivit illustrerad. In: En bok om Astrid Lindgren. Stockholm, Rabén och Sjögren, 1977. |
| |
| |
Eva Moberg, Ich dachte zuerst, das schaffe ich nicht, sagte Ilon Wikland. In: Gebt uns Bücher, gebt uns Flügel; Almanach 1977. Hamburg, Oetinger, 1977. |
Astrid Lindgren und Ilon Wikland - eine lange und erfolchreiche Zusammenarbeit. In: Oetinger Lesebuch: Almanach 1987/88. Hamburg, Oetinger, 1987. |
Birgitta Fransson, Opsis Salong presenterar Ilon Wikland. In: Opsis Kalopsis, jaargang 2 (1987), nr. 5, blz 20-22. (interview) |
Birgitta Lindquist, Visste ni att Karlsson på taket är parisare? In: Bok-Uppslaget, jaargang 5 (1989), nr. 1, blz. 3-7. (interview) |
Heidi von Born, Ilon Wikland zum 60. Geburtstag: Das Land, das die Sehnsucht zeichnet. In: Oetinger Lesebuch: Almanach 1990/91. Hamburg, Oetinger, 1990. |
Jan van Coillie, Hans Peterson: De kinderen in de koperstad. In: Jeugdboekengids, jaargang 32 (1990), nr. 4, blz. 123. |
Kerstin Ljunggren, Ilon Wikland. In: De skriver och tecknar för barn och ungdom. Nutida svenska och utländska illustratörer M-Ö. Lund, Bibliotekstjänst, 1991. |
38 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1995
|
|