| |
| |
| |
Hans Werner
door Bea Ros
Hans Werner werd op 17 december 1932 geboren in Amersfoort. Na het gymnasium en de militaire dienst oefende hij diverse beroepen uit, van bemanningslid bij de Koninklijke Nederlandse Scheepvaartmaatschappij tot verkoper. In de jaren 1960-1967 reisde hij onder andere door Griekenland, Syrië en Jordanië. In deze tijd publiceert hij in de Volkskrant reisverhalen, die later gebundeld worden. Daarnaast begint hij romans voor zowel kinderen als volwassenen te schrijven. Vanaf 1967 woont hij met zijn gezin vrijwel onafgebroken op het eiland Cyprus. Hij leeft van zijn werk als schrijver, vertaler en tekenaar.
Twee boeken van Hans Werner werden bekroond. In 1968 werd Mattijs Mooimuziek Kinderboek van het Jaar (vergelijkbaar met huidige Gouden Griffel), en in 1985 kreeg Verzetsjongen de Kluwerprijs.
| |
Werk
Hoewel Hans Werner zowel voor kinderen als volwassenen schrijft, hebben vooral zijn jeugdboeken hem bekendheid gegeven. Zijn eerste kinderboek, Van een sneeuwman die de benen nam, is weinig opvallend; met zijn tweede, Mattijs Mooimuziek, beleeft hij een doorbraak. Jaarlijks komt er een nieuw boek van hem uit, dat wordt gerecenseerd en doorgaans gewaardeerd. Na 1975 blijft het lange tijd stil; pas in 1983 verschijnt er opnieuw een kinderboek.
Tot 1975 schrijft Werner voornamelijk voor kinderen tot twaalf jaar. In deze boeken overheerst het sprookjesachtige, het fantastische en het kolderieke element. In Marcus Napoleon beleeft het jongetje Marcus wonderlijke avonturen in een onderaards kasteel. De vruchten van vroeger is een bundel sprookjesverhalen. In Het apepakje vindt Appie een apepakje, hij trekt het aan en haalt allerlei apestreken uit.
Op Mobi en de regendieren na zijn alle boeken na 1975 realistisch en bestemd voor de jeugd vanaf dertien jaar. In zijn laatste drie boeken, over de familie Tubal, wordt verteld hoe Nederlandse kolonisten een leven opbouwen in de nieuwe wereld. Tussen de regels door wordt veel informatie gegeven over dit stukje Amerikaanse geschiedenis. Al deze boeken gaan over hoe mensen, vooral jongeren, hun weg vinden in het leven. Meestal volgen ze niet de gebaande
| |
| |
wegen, maar kiezen ze, dwars tegen de heersende waarden en normen in, hun eigen route.
Kritiek op de westerse maatschappij, op de bekrompenheid en zelfvoldaanheid van mensen, en het zich afzetten tegen gezag en uiterlijk vertoon is een centraal gegeven in Werners werk. Haarscherp weet hij de kleinburgerlijke en fatsoenlijke karakters neer te zetten: de dragers van de échte apepakken (uniformen), de fatsoensrakkers in Het apepakje, de bekrompen Nederlanders in Paganini's dochter, de voorstanders van de slavernij in Columbia en de strijd tegen de slavernij. In zijn eerste boeken doet hij dat speels en luchtig, in zijn latere direct en spottend. Nooit is de kritiek echt grimmig, ze bevat steeds een fikse scheut humor. Parodie, ironie en spot zijn Werners belangrijkste stijlmiddelen.
| |
Mattijs Mooimuziek
Mattijs Mooimuziek is het enige boek voor 1975 dat herdrukt is. De uitvoering van de eerste druk was opvallend: een dikke letter en originele houtsnedes van Niek Hiemstra. In de herdruk uit 1983 blijft van deze aantrekkelijke vormgeving weinig over.
Het gegeven is origineel: een sprookje dat zich afspeelt in een muzikaal land, waar muziek het hoogste goed is. Op een kwade dag wordt het harmonieuze leven verstoord door de heks Klor. Zij blaast valse tonen op een fluit. Hierdoor verdwijnt de muziek. Het jongetje Mattijs slaagt erin de muziek en het geluk terug te brengen.
Het verhaal is doortrokken van muzikale woordspelingen, welluidende woorden en verwijzingen naar figuren uit de muziekgeschiedenis. Het juryrapport uit 1968 (Kinderboek van het Jaar) spreekt van ‘sprankelende fantasie, muzikaal van taal, stijl én inhoud’. Om deze reden is het volgens sommige critici slechts geschikt voor een kleine groep kinderen, de muziekliefhebbers. Ook de vele verwijzingen naar de maatschappij gaan aan de kinderen voorbij. Het
Illustratie Niek Hiemstra uit Matthijs Mooimuziek
| |
| |
juryrapport stelt hier tegenover dat het voor jongen kinderen een leuk sprookje is, terwijl oudere kinderen zullen genieten van de dubbele bodems.
| |
Verzetsjongen
Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een bewerking van de in 1967 verschenen roman voor volwassenen, De schriften. In dit deel beschrijft Gerard, de ik-verteller, de laatste oorlogsmaanden; in het tweede deel de bevrijdingstijd.
Gerards verzet is minder tegen de Duitsers gericht dan tegen de bekrompenheid van zijn omgeving: kapelaan Andersen die lijdzaamheid predikt, de schijnheilige meneer Keuring, en vooral Gerards dominante en hebzuchtige oma. Gerards enige houvast zijn de boeken over Tibet die hij geleend heeft van zijn vriend Dolf, een nsb-zoontje. Gerard zou net zo willen leven en geloven als de Tibetanen.
Parallel aan de bevrijding van Nederland vindt de bevrijding van Gerard plaats. Hij vlucht samen met Dolf. In zijn gedachten maakt hij niet een reis door Nederland, maar door Tibet. Het is een reis naar zichzelf en naar de ontdekking van eigen normen en waarden.
Zowel wat betreft stijl en compositie als thematiek heeft Werner met Verzetsjongen een boek geschreven dat zich op het breukvlak bevindt tussen jeugdboek en boek voor volwassenen.
| |
Waardering
De aandacht in de kritiek voor Werners werk is relatief klein. Zijn boeken worden niet vanzelfsprekend gerecenseerd. Critici die zijn boeken wel bespreken, verwijten Werner nogal eens dat hij te weinig rekening houdt met zijn (jonge) lezers. Zijn taalgebruik is te moeilijk en zijn humor gaat vaak over de hoofden van de kinderen heen. De vele woordspelingen, de beeldspraak en de verwijzingen naar de werkelijkheid acht men voor de jeugd ontoegankelijk. Bovendien kiest Werner vaak voor een ongebruikelijke en ingewikkelde compositie, bijvoorbeeld met flash-backs, met een ik-verteller of met een dubbele verhaallijn.
Ter illustratie de drie historische boeken over de familie Tubal. Alledrie de boeken komen traag op gang en vereisen van de lezer nogal wat doorzettingsvermogen. Daarbij is er een ouderwetse auctoriële verteller die de gebeurtenissen regelmatig van commentaar voorziet. Voor de volwassen lezer een humoristisch intermezzo, voor de jonge lezer vaak een ongewenste vertraging van het verhaal. Werner geeft ieder verhaalpersonage een eigen taalgebruik mee; terwijl de hoogdravende taal van dominee Knipperdolling voor volwassenen amusant is, is deze voor jeugdi- | |
| |
gen saai en langdradig. De boeken bevatten een schat aan historische bijzonderheden, voor kinderen kan deze informatie echter te overvloedig zijn. Voor de ene criticus een reden om Werners boeken af te keuren, voor de andere om er met nadruk op te wijzen dat zijn boeken ‘geoefende’ en ‘vlotte’ lezers vereisen. Opvallend is de herhaaldelijk terugkerende opmerking dat het boek óók voor volwassenen de moeite waard is.
Hans Werner zelf stoort zich niet aan deze kritiek. In een interview zei hij eens: ‘Kinderen begrijpen van hun echte omgeving ook de helft niet. Ze vinden het normaal, maar begrijpen het niet.’
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Per ezel door Griekenland (1966), De ijzeren weg (1976), Het Bennie Hardewener mysterie (1986). |
Kinderboeken
|
Van een sneeuwman die de benen nam. Met illustraties van Babs van Wely. Den Haag, Van Goor, 1966. |
Mattijs Mooimuziek. Met illustraties van Niek Hiemstra. Hoorn, Westfriesland, 1967. |
Marcus Napoleon. Met illustraties van Niek Hiemstra. Hoorn, Westfriesland, 1968. |
De vruchten van vroeger en andere sprookjes. Hoorn, West-friesland, 1969. |
De fonteinen van Rome. Met illustraties van Bob van der Born. Bussum, Van Holkema en Warendorf, 1970 (Speurder Pipet, nr. 1). |
De glorie van Holland. Met illustraties van Bob van den Born. Bussum, Van Holkema en Warendorf, 1971 (Speurder Pipet, nr. 2). |
De zoon van de gondelier. Met illustraties van The Tjong Khing. Amsterdam etc., Deltos Elsevier, 1971. |
De laatste ridder. Met illustraties van The Tjong Khing. Amsterdam etc., Deltos Elsevier, 1972. |
Gaatjes in de regenboog. Met illustraties van Hans Werner. Amsterdam etc., Deltos Elsevier, 1973. |
De wind in de wieken. Met illustraties van The Tjong Khing. Amsterdam etc., Deltos Elsevier, 1974. |
Het apepakje. Met illustraties van Sjef Nix. Amsterdam etc., Deltos Elsevier, 1975. |
Mobi en de regendieren. Met illustraties van Alex de Wolf. Hoorn, Westfriesland, 1983. |
Verzetsjongen. Den Haag, Leopold, 1983. |
Paganini's dochter. Den Haag, Leopold, 1984. |
Het spoor van de Komeet. Den Haag, Leopold, 1985. |
De Tubals in Amerika. Den Haag, Leopold, 1986. |
Columbia en de strijd tegen de slavernij. Den Haag, Leopold, 1987. |
Over Hans Werner
|
Lieneke van Schaardenburg, Kinderboeken-prijswinnaar Hans Werner: ‘Als kinderen mochten stemmen, zouden ze ook tegen Mobil Oil zijn.’ In: Vrij Nederland, 5-10-1968. (Interview) |
Jan. C. Villerius, Over Hans Werner. In: Verkenningen op het gebied van de jeugdliteratuur, jaargang 1 (1970), nr. 7/8, blz. 127-128. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 10, nr. 22. Den Haag, NBLC, 1986. |
19 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1989
|
|