Historische verhalen zijn Grootvaderdag (1983), Niets zeggen! (1989), Luchtalarm (1992) en Het ovenmenneke (1994). In Grootvaderdag vertelt Van de Waarsenburg over de goede relatie die hij als kind met zijn opa had. Niets zeggen! en Luchtalarm spelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het eerste verhaal komt de negenjarige Lieke erachter dat haar vader in het verzet zit en dat hun kelder dienstdoet als schuilplaats. In Luchtalarm weet de twaalfjarige Evert dat zijn vader in het verzet zit. Hij moet dit geheim zien te houden wanneer hij wordt opgepakt door de Gestapo. Het ovenmenneke speelt aan het eind van de negentiende eeuw en beschrijft de mensonterende werkomstandigheden in fabrieken, met name wat kinderarbeid betreft. Bovendien geeft het verhaal een niet erg rooskleurig beeld van de manier waarop volwassenen in die tijd met kinderen omgingen.
Bloed voor de wolfshond (1990) is een griezelverhaal met zwarte kraaien, een kerkhof, een vervallen landhuis, een lange, dunne baron met een lijkwit gezicht en lijkwitte handen, duivenbloed en pratende geraamtes. Andere boeken met griezelelementen zijn het sciencefiction-verhaal De zilveren klem (1985) en Spoorloos (1991) - vier korte verhalen over verdwenen voorwerpen of personen.
In de avonturenverhalen Valsemunters op het spoor (1987), Even afrekenen, Don Diego (1993) en Bemoei je er niet mee! (1995) moeten de jeugdige hoofdpersonen het opnemen tegen criminele volwassenen. In Valsemunters op het spoor ontdekken Esther en Ivo in een verlaten boerderij een drukkerij waar valse dollars worden gemaakt. Samen met Ivo's vader, die verslaggever is, gaan ze op zoek naar de plek waar de valsemunters zich schuilhouden. Even afrekenen, Don Diego draait, net als Het ovenmenneke, om de uitbuiting van kinderen. Het straatkind Carlos probeert in Mexico Stad iets te verdienen met de verkoop van kauwgom. Hij moet het geld afstaan aan Ramon, een handlanger van de rijke Don Diego. Als Carlos beroofd wordt en van Ramon een pak slaag krijgt, gaat hij er vandoor. Carlos kan nu eindelijk doen wat hij het liefste doet: gitaar spelen, en er nog geld mee verdienen ook.
Tot de realistische verhalen behoren Een blauw Belgisch konijn (1984), over de bijzondere vriendschap van Suus met Sjef, de conciërge van de school, en Ik krijg jullie nog wel! (1996), waarin Zoran gepest wordt door de autoritaire en agressieve Freddy. In Lieve droomkop (1995), Gedicht voor Tamara (1997) en De brief van Jonathan (1998), drie verhalen voor oudere kinderen, staat verliefdheid centraal. In Lieve droomkop is Kristian tot over zijn oren verliefd op Stella, dochter van de schooldirecteur. Hij maakt in de klas vaak tekeningen voor haar. Wanneer een le-