| |
| |
| |
Ina de Vries-van der Lichte
door Janneke van der Veer
Ina (Catharina) de Vries-van der Lichte werd op 16 december 1922 in Amsterdam geboren. Haar vader was werkzaam bij de gemeente en schreef enkele zondagsschoolboekjes, waaronder Een dappere baanveger (1926). Begin jaren veertig bezocht Ina van der Lichte de kweekschool. Naast de akte lager onderwijs behaalde ze de hoofdakte. Tot haar huwelijk in 1949 met Willem de Vries (1918-1992), die leraar Nederlands was, werkte ze in het onderwijs. Het echtpaar kreeg twee dochters.
Als jong meisje schreef Ina van der Lichte al verhalen, die later door haar echtgenoot werden ontdekt. Hij stimuleerde haar de verhalen naar een uitgever te sturen. In 1951 debuteerde ze met het kinderboek Josje en Jaapje. Ina de Vries-van der Lichte was lid van Schrijverskontakt, de vereniging van christelijke auteurs. Ze stond open voor de wereld om haar heen en reisde veel, binnen en buiten Europa. Op 18 november 1991 overleed ze in Amsterdam.
| |
Werk
Aanvankelijk schreef Ina de Vries-van der Lichte vooral boeken voor jonge kinderen, later ook voor oudere meisjes. Ze volgde als het ware de leeftijdsontwikkeling van haar dochters. De meisjesromans wisselde ze af met romans voor volwassenen. Het onderscheid tussen deze twee categorieën is echter niet scherp. Haar boeken zijn geschreven vanuit een protestants-christelijke levensovertuiging. Uit haar werk spreekt een sterk godsvertrouwen, er wordt veel gebeden en sommige boeken zijn doorspekt met bijbelverhalen en gezangen. Berouw is belangrijk, net als vergeving vragen aan God.
| |
| |
De verhalen voor jonge kinderen behoren tot de zogeheten zondagsschoolboekjes. Ze gaan over dicht-bij-huis-onderwerpen. In Josje en Jaapje (1951) bijvoorbeeld nemen twee kinderen een poes mee naar school, die vervolgens ontsnapt. De verhalen hebben meestal een warme gezinssituatie als achtergrond. Zorg voor elkaar en voor anderen is een thema dat regelmatig voorkomt. Zoals in Jannemientje (1953), waarin de ouders van de hoofdpersoon de zorg op zich nemen voor het kind van een arme, alleenstaande vrouw die in het ziekenhuis is opgenomen. De laatste boeken die De Vries-van der Lichte schreef voor jonge kinderen sluiten aan bij actuele thema's. In Redders op zee (1991) is sprake van een boot met Vietnamese vluchtelingen. Het park van Mark (1993), dat postuum verscheen, gaat over schoolkinderen die van hun onderwijzer de opdracht krijgen oplossingen te bedenken voor het milieuprobleem.
In de meisjesromans en ook in haar boeken voor volwassenen spelen (eerste) beroepservaringen, vaak in het onderwijs, en liefdesproblemen een prominente rol. In Door de open poort (1959) krijgt Roelie het in haar eerste baan als onderwijzeres zwaar te verduren. Niet alleen heeft ze er moeite mee zich te handhaven in de klas, ook moet ze haar niet beantwoorde gevoelens voor een collega overwinnen. Ze vindt het hierna moeilijk zich open te stellen voor een liefde die wel beantwoord wordt.
In verschillende boeken spelen grootouders een rol bij het oplossen van problemen. Zoals in Uit het nest gestoten (1964), waarin Mariska op een school in Amsterdam gaat werken. Ze ondervindt daar allerlei moeilijkheden. Zo voelt ze zich onhandig in het contact met anderen en haar verliefdheid op een collega blijkt vergeefs. De verwarring neemt nog toe wanneer ze ontdekt dat een andere collega verliefd op haar is. Haar grootvader geeft haar vanuit een sterk geloof steun en wijze raad.
In een aantal verhalen gaf De Vries-van der Lichte haar reislust een plaats. Emigreren naar Canada komt aan de orde in Geen tien voor Jedidjah (1970), Joke en Hans naar Canada (1956) en Jitske, het meisje uit Canada (1962).
De grootste bekendheid kreeg ze met haar boeken over mensen met een handicap. Voor jonge kinderen schreef ze onder meer Als je niet kijken kunt (1977) en Als je niet horen kunt (1977). Met deze boeken probeerde ze gezonde kinderen begrip bij te brengen voor de situatie van gehandicapte leeftijdgenoten. Ze deed veel onderzoek voor deze verhalen, onder meer door lessen te volgen op scholen voor gehandicapte kinderen. In een interview met Horizon (1983) zei ze hierover: ‘Als je een verhaal schrijft met een hoofdpersoon die blind of doof is, dan moet je ook alle technische dingen weten. [-] Er zit
| |
| |
veel meer achter dan je denkt, want voor een dove giert de wind niet en rinkelt de telefoon niet. Die uitdrukkingen kun je dan ook niet gebruiken.’ In sommige verhalen spelen ook niet-gehandicapte gezinsleden een rol. Zo heeft Arno het in De prins op de praalwagen (1986) moeilijk met zijn geestelijk gehandicapte oudere zus, die veel meer aandacht krijgt dan hij. Ook in enkele meisjesromans toont De Vries-van der Lichte haar betrokkenheid. In Durf je het aan? (1961) schrikt Riet aanvankelijk terug voor een toekomst met de moeilijk lopende Theo. Als ze een poos als verpleegster heeft gewerkt, komt ze tot een ander inzicht.
De boeken voor jonge kinderen zijn eenvoudig van opbouw en stijl. Ook de meisjesromans hebben een eenvoudige structuur en zijn toegankelijk geschreven. Ze bevatten veel dialoog; de gedachten en gevoelens van de hoofdpersonen worden tamelijk uitvoerig weergegeven.
| |
Als je niet horen kunt
Als je niet horen kunt (1977) is het tweede deel in een serie van vier boeken over kinderen met een handicap. De Vries-van der Lichte deed voor dit boek onderzoek op het doveninstituut Effatha en op een school voor gehoorgestoorden. Hoofdpersoon is Marco, een jongen die doof geboren is. Een belangrijk thema is afhankelijkheid. Marco vindt het erg dat hij met een busje naar de dovenschool moet. Liever
Illustratie van Geeske van Tienhoven uit Als je niet horen kunt
zou hij op de fiets gaan, net als zijn vriendjes. Maar moeder, die erg bezorgd is, vindt dat geen goed idee. Toch krijgt hij op zijn verjaardag een fiets, waar hij dolgelukkig mee is.
Een ander thema is aanpassing aan de wereld van de horenden. Op school leert Marco dat je zo veel mogelijk met je mond moet praten, want dat heb je nodig om iets te bereiken. Marco vindt praten met zijn
| |
| |
handen echter makkelijker. Bovendien gebruikt hij thuis zijn gehoorapparaat niet zo vaak, waardoor het voor andere mensen lastig is om erachter te komen dat hij doof is. Het liefst vermijdt Marco contact met niet-dove mensen, omdat ze hem vaak niet begrijpen. Soms leidt dat tot plagerijen, waar hij driftig op reageert.
Van zijn vriendje Erik leert hij dat het ook anders kan. Erik is gemakkelijker. Hij gebruikt zijn gehoorapparaat wel en schaamt zich niet voor zijn handicap. Daardoor maakt hij sneller contact met niet-doven.
| |
Waardering
Diverse titels van Ina de Vries-van der Lichte zijn herdrukt, wat op een zekere populariteit wijst. Van Jannemientje verscheen in 1976 nog een achtste druk. In de vakliteratuur wordt haar werk gematigd positief beoordeeld. De Kleine Vuurtoren (1961) vermeldt over Durf je het aan? dat het een ‘conventionele uitwerking’ heeft, maar noemt het boek ‘aanvaardbaar’ voor protestants-christelijke meisjes van 17 jaar en ouder. In Boek en Jeugd 1971 krijgt Geen tien voor Jedidjah de omschrijving ‘een genoeglijk meisjesboek’. Uit het nest gestoten (1964) wordt een ‘een vlot geschreven protestants-christelijk verhaal’ genoemd. In Boek en Jeugd '83/'84 is een beoordeling van Als je niet vlug leren kunt (1982) opgenomen: ‘Op heel eenvoudige, maar voor kinderen zeker positieve wijze, wordt het probleem van niet kunnen leren en schoolverandering behandeld en geïllustreerd met de gelijkenis van de talenten.’
Over Redders op zee (1991) oordeelt een recensent van het Nederlands Dagblad (1991) dat het thema boeiend is, maar het ‘verliest kracht door de gedragen weinig levende taal, die bovendien bol staat van de clichés’. Het taalgebruik van De Vries-van der Lichte is vaker onderhevig aan kritiek. Een recensent van het Reformatorisch Dagblad (1986) schrijft naar aanleiding van de tweede druk van Het kamertje in de kerk (1986): ‘Verschillende rammelende zinnen en veelal lachwekkende illustraties houden Het kamertje in de kerk ver onder de maat.’ Over Het park van Mark (1993) schrijft de recensent: ‘prettig lezend verhaal [-]. Jammer dat de schrijfster soms onnodig populair is in haar taalgebruik.’
Positieve waardering voor haar stijl is er ook. Zo schrijft een recensent van het Amstelveens Weekblad (1979) over Als je niet lopen kunt (1979): ‘Haar verteltrant is verrassend boeiend en levendig en maakt het lezen van dit verhaal tot een prettige ervaring.’
Het godsdienstige element in de verhalen wordt door recensenten uit christelijke hoek gewaardeerd. De Idilgids voor jeugdlectuur (1961) vermeldt over Durf je het aan?: ‘De godsdienst is op zeer natuurlijke wijze beschreven en krijgt geen nadrukkelijk opvallende, maar als het er op aan- | |
| |
komt wel de voornaamste plaats.’ In Nederlands Dagblad (1977) krijgt Als je niet kijken kunt de omschrijving ‘ontroerend, geestig, vroom’.
| |
Bibliografie
Keuze uit haar boeken voor volwassenen
|
De zon gaat niet onder (1974), Achter de schermen (1977), Een hand vol leven (1979), In de doolhof van het leven (1980), Waarom wij? (1980), De levensroman van Alida Steijling (1982), Leven zonder drempels (1984), Ferdinand en ik (1987). |
Keuze uit haar jeugdboeken
|
Josje en Jaapje. Met illustraties van M. Bosch van Drakestein. Delft, W.D. Meinema N.V., [1951]. |
Drie vriendinnetjes. Met illustraties van Adri Alindo. Delft, W.D. Meinema, [1952]. |
Jannemientje. Met illustraties van Adri Alindo. Delft, W.D. Meinema, [1953]. |
Zulke domme jongens. Met illustraties van J. Huizinga. Groningen, Jan Haan, [1953]. |
Tóch Kerstfeest voor Jaapje. Met illustraties van M. Bosch van Drakestein. Delft, W.D. Meinema, [1955]. |
Joke en Hans naar Canada. Met illustraties van Riek van der Waa. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1956]. |
Door de open poort. Met illustraties van Hans Borrebach. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1959]. Ook verschenen met illustraties van Herson. Hoorn, Westfriesland, Witte Raven M 243, 1970. |
Durf je het aan? Amersfoort, A. Roelofs van Goor, [1961]. Ook verschenen met illustraties van Herson. Hoorn, Westfriesland, Witte Raven M 259, 1970. |
Jitske, het meisje uit Canada. Met illustraties van E.A. Vent. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1962]. |
Vrolijk Fransje. Met illustraties van Adri Alindo. Delft, W.D. Meinema, 1963. |
Het kamertje in de kerk. Met illustraties van Laura Gerding. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1964]. |
Uit het nest gestoten. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1964]. Ook verschenen in Hoorn, Westfriesland, Witte Raven M 240, [1970]. |
Tussen ring en sluier. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1966. Ook verschenen met illustraties van Herson. Hoorn, Westfriesland, Witte Raven M 218, [1969]. |
Waar de watervallen bruisen. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1968. |
Geen tien voor Jedidjah. Met illustraties van Herson. Hoorn, Westfriesland, Witte Raven JM 280, [1970]. |
Gisteren wordt nooit vandaag. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1971]. |
Duizend dingen voor Jedidjah. Hoorn, Westfriesland, Witte Raven JM 326, [1972]. |
Wintersport en lentelach. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1972. Ook verschenen in Hoorn, Westfriesland, Witte Raven M 415, [1978] |
Als je niet kijken kunt. Met illustraties van Geeske van Tienhoven. Den Haag, J.N. Voorhoeve, [1977]. |
Als je niet horen kunt. Met illustraties van Geeske van Tienhoven. Den Haag, J.N. Voorhoeve, [1977]. |
Als je niet lopen kunt. Met illustraties van Geeske van Tienhoven. Den Haag, J.N. Voorhoeve, [1979]. |
Kampvuur. Met illustraties van Geeske van Tienhoven. Den Haag, Omniboek, 1981. |
Als je niet vlug leren kunt. Met illustraties van Geeske van Tienhoven. Den Haag, J.N. Voorhoeve, [1982]. |
Het Haventje. Met illustraties van Herry Behrens. Den Haag, Omniboek, 1984. |
Het gebaar. Met illustraties van Anjo Mutsaers. Zutphen, Thieme, 1984. |
| |
| |
De wedstrijd. Met illustraties van Kees van Scherpenzeel. Den Haag, Omniboek, 1984. |
De prins op de praalwagen. Met illustraties van Liselot Ribbens. Kampen, Kok, 1986. |
Redders op zee. Met illustraties van Bas Mazur. Kampen, Kok Voorhoeve, 1991. |
Het park van Mark. Met illustraties van Margreet Jonker. Kampen, Kok Voorhoeve, 1993. |
Over Ina de Vries-van der Lichte
|
Paul Hardy en Xaveer de Win, pr. (red.), Lectuur-Repertorium 1952-1966. Deel I, Antwerpen/Tilburg, Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1968, blz. 590. |
M. Bruijn en M. Sanders-Srtijbos (red.), De Kleine Vuurtoren. Jeugdboekengids 1961. [Amsterdam] Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels, 1961, blz. 24. |
[Anoniem], [Over Durf je het aan?]. In: Idilgids voor jeugdlectuur, november 1961. |
[Anoniem], [Over Jitske, het meisje uit Canada]. In: Idilgids voor jeugdlectuur, december 1962. |
[Anoniem], [Over Uit het nest gestoten]. In: Idilgids voor jeugdlectuur, oktober 1964. |
[Anoniem], [Over Het kamertje in de kerk]. In: Idilgids voor jeugdlectuur, december 1964. |
[Anoniem], [Over Tussen ring en sluier]. In: Idilgids voor jeugdlectuur, oktober 1966. |
[Anoniem], [Over Tussen ring en sluier]. In: Christelijk gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs, nr. 1830, 1968. |
[Anoniem], Boek en Jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school. Den Haag/Amsterdam, Uitgeverij Leopold N.V./Uitgeverij Ploegsma, 1971, blz. 24, 25, 34. |
[Anoniem], Boek en Jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school. Den Haag/Amsterdam, Uitgeverij Leopold N.V./Uitgeverij Ploegsma, 1972, blz. 75, 122. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school. Den Haag/Amsterdam, Uitgeverij Leopold N.V./Uitgeverij Ploegsma, 1973, blz. 71, 113. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school. Den Haag/Amsterdam, Uitgeverij Leopold N.V./Uitgeverij Ploegsma, 1974, blz. 80, 127. |
[Anoniem], [over Als je niet kijken kunt]. In: Nederlands Dagblad, 9-6-1977. |
Miep Wisselink, ‘Als je eenmaal begint met schrijven, ben je verkocht.’ In: Amstelveen Post, 14-9-1977. (Interview) |
[Anoniem], Goed jeugdboek over gehandicapte kind. In: Amstelveens Weekblad, 22-11-1979. |
[Anoniem], [over Als je niet horen kunt]. In: Trouw, 3-2-1980. |
[Anoniem], [over Als je niet lopen kunt]. In: Trouw, 18-12-1980. |
[Anoniem], Amstelveense voltooide 28ste boek. Schrijven zit Ina de Vries al vele jaren in het bloed. In: Amstelveens Nieuwsblad, 5-1-1983, blz. 9. |
Jan van der Hoeven, Schrijfster Ina de Vries-van der Lichte: ‘Ik ben nu eenmaal erg precies’. In: Horizon, christelijk gezinsblad voor Nederland, november 1983, blz. 14-15. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school '83/'84. Amsterdam/Den Haag, Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek/Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1983, blz. 103. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school '85/'86. Amsterdam/Den Haag, Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek/Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1985, blz. 99, 110. |
Wil Merkies, Schrijfster Ine de Vries draagt 33ste boek op aan ‘bijzonder’ Amstelveens echtpaar. In: Amstelveens Weekblad, 17-4-1986, blz. 11. |
G. Evenhuis, Kosterij. In: Trouw, 17-9-1986. |
LVvE, Kerkkamertje. In: Reformatorisch Dagblad, 28-11-1986. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Jeugdlectuurgids voor gezin en school '87/'88. Amsterdam/Den Haag, Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek/Nederlands Bibliotheek
|
| |
| |
en Lektuur Centrum, 1987, blz. 100, 115. |
Els de Jong-van Gurp, De prins op de praalwagen. In: Nederlands Dagblad, 19-10-1987. |
Wim de Vries, Ina de Vries- van der Lichte. Typoscript, [1988]. (Collectie Letterkundig Museum, sign. L. 5233). |
Hans van Holten, Over het bijzondere van Ina de Vries. In: Reformatorisch Dagblad, 13-3-1989. |
Els de Jong-van Gurp, Jeugdboeken. In: Nederlands Dagblad, 21-10-1991. |
Hans Werkman, Ina de Vries-van der Lichte (1922-1991). In: C.J. Aarts en Tilly Tibergien (red.), Aarts' letterkundige almanak voor het Gerard Vanter-jaar 1992. Amsterdam, C.J. Aarts, 1992. |
J. Mijnders, Leesboekjes voor de basisschool. In: Reformatorisch Dagblad, 27-11-1993. |
Els de Jong-van Gurp, Jeugdboeken. Vijf aantrekkelijke leesboeken waarin christelijke sfeer bij het leven hoort. In: Nederlands Dagblad, 15-02-1994. |
73 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2007
|
|