| |
| |
| |
Anke de Vries
door Eefje Buenen
Anke de Vries is op 5 december 1936 geboren in het Groningse Sellingen, maar verhuisde al op jonge leeftijd naar Harskamp op de Veluwe. Na haar huwelijk, in 1957, met de Fransman Laurent Félix-Faure woonde ze vanwege het werk van haar echtgenoot onder andere in Pakistan, Griekenland en Frankrijk. Het echtpaar kreeg een zoon en twee dochters. In 1964 vestigde het gezin zich in Den Haag. Gestimuleerd door haar man volgde Anke de Vries in 1970 een cursus creatief schrijven. Twee jaar later debuteerde ze met De vleugels van Wouter Pannekoek.
De Vries groeide in korte tijd uit tot een bekende en gewaardeerde kinderboekenschrijfster. Haar boeken werden verscheidene malen bekroond. Voor Het geheim van Mories Besjoer ontving ze in 1976 een Zilveren Griffel. Belledonne kamer 16 kreeg in 1983 een eervolle vermelding van de jury van de Europese Jeugdboekenprijs. Kladwerk en Blauwe plekken werden in respectievelijk 1991 en 1993 onderscheiden met de Prijs van de Nederlandse Kinderjury, Blauwe plekken zowel in de groep van 10 tot 12 jaar als in die van 13 tot 16 jaar. Haar werk is in vele talen vertaald, onder meer in het Duits, Frans, Engels, Fins, IJslands, Spaans, Deens, Zweeds, Italiaans en Zuid-Afrikaans.
| |
Werk
Anke de Vries schrijft realistische verhalen over gewone mensen. De personages krijgen te maken met serieuze problemen als eenzaamheid, discriminatie, pesten of mishandeling. De schrijfster zegt niet bewust een boodschap in haar verhalen te stoppen of taboes te willen doorbreken. Ze schrijft zowel voor
| |
| |
jonge kinderen als voor tieners.
Een terugkerend thema in haar boeken is hulpvaardigheid. In De vleugels van Wouter Pannekoek (1972) krijgt de hoofdpersoon van de dokter als middel tegen eenzaamheid vleugels voorgeschreven. Tijdens zijn reizen ontmoet hij allerlei mensen die hulp nodig hebben en met wie hij vriendschap sluit. Ook in Het geheim van Mories Besjoer (1975) komt hulpvaardigheid voor. Mories Besjoer is een Franse gastarbeider die volledig in de buurt is geïntegreerd en bij wie alle kinderen terecht kunnen. Wanneer hij verdacht wordt van een roofoverval, keren de meeste buurtbewoners zich tegen hem. De kinderen echter blijven in zijn onschuld geloven en helpen Mories de waarheid aan het licht te brengen.
Bij ons in de straat (1978), Wedden dat ik durf! (1979) en De Blauwe Reus (1986) zijn bestemd voor jongere kinderen en vertellen over de belevenissen van Florien en andere kinderen uit de straat. Terloops komen verschillende gezinssituaties aan bod. In 2006 zijn deze verhalen herschreven en gebundeld in Het grote boek van Florien.
Veel van de verhalen van De Vries spelen in Frankrijk. In Belledonne kamer 16 (1977) gaat Robert op zoek naar een pension in de Franse Alpen. Daar ontmaskert hij dankzij een oud zakboekje van zijn overleden Franse grootvader een oorlogsmisdadiger. In Weg uit het verleden (1982) gaat Mark naar Frankrijk om los te komen van de herinneringen aan zijn overleden vriendin. Beide verhalen maken duidelijk dat je pas verder kunt met je leven als je het verleden hebt verwerkt.
Ook Medeplichtig (1984), Opstand! (1988) en De rode handschoen (2000) hebben Frankrijk als locatie, met dit keer Franse hoofdpersonen. Opstand! speelt in 1907 in het zuiden van Frankrijk, waar wijnboeren in opstand komen tegen de regering. De rode handschoen vertelt vanuit verschillende perspectieven hoe gewone mensen zich tijdens de Tweede Wereldoorlog staande houden. Ook in deze boeken speelt hulpvaardigheid een rol. In De rode handschoen nemen Patrick en zijn familie risico's door Isabelle en haar moeder te helpen vluchten. Een ander thema is, dat niets is wat het lijkt: niemand is alleen maar goed of slecht. Zo blijkt de notaris, een oom van Patrick die zijn nek uitsteekt om Isabelle te helpen, stiekem met de Duitsers samen te werken.
Op verzoek van de cpnb schreef Anke de Vries in 1984 het Kinderboekenweekgeschenk Fausto Koppie. Hoofdpersoon Stijn spaart al tijden voor een racefiets. Wanneer in de buurt een nieuwe rijwielhandel opent, sluit hij vriendschap met de fietsenmaker, meneer Roeleveld. Achter in de winkel ontdekt Stijn de mooiste racefiets die hij ooit heeft gezien: de Fausto Koppie, zo ge- | |
| |
noemd naar de beroemde Italiaanse wielrenner Fausto Coppi. De bijzondere fiets blijkt echter niet te koop te zijn. Het wordt Stijn al snel duidelijk dat er iets aan de hand is met de Fausto Koppie, en ook met de soms zwijgzame meneer Roeleveld. De belangrijkste thema's in dit verhaal zijn pesten, vriendschap en de dood.
In Kladwerk (1990) is ingebroken in de school. De muren zijn volgeklad met racistische kreten en in de klaslokalen is een ravage aangericht. De kinderen zijn geschokt. Gelukkig wordt de school snel weer opgeknapt. Maar enkele weken later is het opnieuw raak. De kinderen uit de klas proberen te achterhalen wie dit op hun geweten hebben, en met succes. De beschrijving van het speurwerk wordt afgewisseld met kleinere verhaallijnen over verschillende personages. Ook in dit boek staan gewone mensen centraal. Racisme wordt expliciet afgekeurd. Dit blijkt niet alleen uit de zoektocht naar de daders, maar ook uit de warme vriendschap tussen de kinderen onderling, ongeacht hun afkomst.
De laatste jaren schrijft Anke de Vries voornamelijk prentenboeken en boeken voor kinderen die net hebben leren lezen. In een aantal van deze boeken voor beginnende lezers wordt de hoofdrol vervuld door een dier, maar de meeste boeken gaan over gewone kinderen die volwassenen helpen bij het oplossen van problemen. Zo gaan de hoofdfiguren
Omslagillustratie van Dirk van der Maat
uit Zaagsel op je hoofd (1991) op bezoek bij een demente man die niemand meer herkent. In Heibel in de Hubbelstraat (1998) werken buurtkinderen en bewoners van een verzorgingshuis samen om te verhinderen dat er een parkeerplaats komt op het veldje waar de kinderen zo lekker kunnen spelen en bejaarden op bankjes zitten.
| |
Blauwe plekken
Het in 1992 verschenen Blauwe plekken is misschien wel het meest gewaardeerde boek van Anke de Vries. De elfjarige Judith wordt geslagen door haar moeder. Ze durft er met niemand over te
| |
| |
praten. Door haar vriendschap met Michiel, die zelf problemen heeft gehad met zijn vader en die nu bij zijn oom en tante in een warm gezin opgroeit, gaat ze beseffen dat het ook anders kan. Michiel en de meester van Judith krijgen argwaan als Judith steeds vaker ziek thuis blijft en onder de blauwe plekken naar school komt. Uiteindelijk ziet Judith in dat ze voor zichzelf op moet komen en loopt weg van huis. Judiths moeder wordt in het verhaal niet zwart-wit neergezet: het blijkt dat zij het zelf ook zwaar heeft gehad in haar jeugd en dat ze dit afreageert op Judith.
| |
Waardering
De boeken van Anke de Vries zijn populair bij kinderen. Critici daarentegen stellen zich tamelijk gereserveerd op. Een terugkerend punt van kritiek betreft het taalgebruik van de auteur. Zo schrijft Cornald Maas over Fausto Koppie (1994) dat De Vries ‘in haar realistische, vaak luchthartige verhalen sentiment en clichés niet schuwt’ (de Volkskrant). Hij prijst haar vlotte schrijfstijl, maar verwijt haar dat de wereld van haar personages is verdeeld ‘in goed en kwaad, in vandalen en hulpvaardige buren, en uiteraard trekken de etterbakken aan het kortste eind’.
Kladwerk werd door de critici over het algemeen geprezen. ‘Aanbevolen!’ noteert Joke Dieben-Frechs in Haarlems Dagblad. ‘Anke de Vries schrijft vlot en gemakkelijk leesbaar. (-) De manier waarop problemen worden opgelost, is knap bedacht en niet gezocht. (-) Sterk is Anke de Vries in de typebeschrijvingen van de kinderen,’ schrijft Marieke Schouw (Wegener Gelderland). Lieke van Duin uit kritiek op de manier waarop goed en kwaad zijn neergezet en maakt daarbij als kanttekening: ‘De boosdoeners komen van buitenaf, van een georganiseerde bende die, niet origineel maar wel treffend, “De Adelaars” heet. Hoewel alle kinderen hun voors en tegens hebben is één klasgenoot, Henk, minder eenduidig getekend dan de rest. Hij heeft racistische ideeën, maar is dol op dieren. Omdat hij geen hapklare slechterik is, blijf je over hem nadenken.’
Ook over Blauwe Plekken zijn de critici positief. ‘Blauwe Plekken is een ijzersterk verhaal geworden (-). Een boek dat mijns inziens tot het beste behoort dat deze schrijfster in haar ruim twintigjarige carrière heeft geschreven,’ meent Koos Schulte in het Bolswards Nieuwsblad. ‘Misschien wel het mooiste leesboek, in veel opzichten, van de laatste tijd (ongeacht uitgereikte Zilveren Griffels en andere prijzen),’ oordeelt Eric Bos (de Volkskrant). ‘Blauwe plekken leest als een thriller, is even spannend als een avonturenboek, en buitengewoon knap geschreven, vooral gezien het actuele onderwerp kindermishandeling. Anke de Vries weet veel over het onderwerp (-), het is alsof ze het allemaal zelf heeft meegemaakt. En ze
| |
| |
steekt nergens een beschuldigende vinger uit.’
Voor haar latere boeken, bestemd voor kinderen die net hebben leren lezen, is niet veel aandacht; als ze al besproken worden, zijn de critici niet zo positief. Zo noemt Anita Wuestenberg De jas van oom Kas (2001) ‘een leuk verhaaltje met een ietwat ontgoochelende afloop’.
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken
|
De vleugels van Wouter Pannekoek. Met illustraties van Laurent Félix-Faure. Rotterdam, Lemniscaat, 1972. (Herziene versie, met illustraties van Mies van Hout: Rotterdam, Lemniscaat, 2006.) |
Het geheim van Mories Besjoer. Met illustraties van Dick van der Maat. Rotterdam, Lemniscaat, 1975. |
Belledonne kamer 16, een dagboek uit het verzet. Rotterdam, Lemniscaat, 1977. |
Bij ons in de straat. Met illustraties van Dick van der Maat. Rotterdam, Lemniscaat, 1978. |
Wedden dat ik durf! Met illustraties van Dick van der Maat. Rotterdam, Lemniscaat, 1979. |
Weg uit het verleden. Rotterdam, Lemniscaat, 1982. |
Een boom met een hoed. Met illustraties van Kees de Kiefte. Tilburg, Zwijsen, 1982. |
Samen in een nest. Met illustraties van Sylvia Weve. Tilburg, Zwijsen, 1982. |
Wij horen bij elkaar. Met illustraties van Dick van der Maat. Tilburg, Zwijsen, 1983. |
Pim is op Mariek. Met illustraties van Dick van der Maat. Tilburg, Zwijsen, 1983. |
Beschuit met meisjes: een leeswerkboek. Teksten van Anke de Vries, vragen en opdrachten door Huub Lucas en Richard van de Waarsenburg; illustraties van Jurg Furrer. Tilburg, Zwijsen, 1983. |
Bas en de ratkat. Met illustraties van Jurg Furrur. Tilburg, Zwijsen, 1983. |
Medeplichtig. Rotterdam, Lemniscaat, 1984. |
Kijk ook eens naar mij. Met illustraties van Dagmar Stam. Tilburg, Zwijsen, 1985. |
Wat een mop! Met illustraties van Lieve Baeten. Tilburg, Zwijsen, 1986. |
De Blauwe Reus. Met illustraties van Annemarie van Haeringen. Rotterdam, Lemniscaat, 1986. |
Wat is er met mijn neus? Met illustraties van Ingrid Schubert. Tilburg, Zwijsen, 1987. |
Pas op of ik bijt! Met illustraties van Joost Roelofsz. Tilburg, Zwijsen, 1987. |
Juf in de boom. Met illustraties van Fred de Heij. Tilburg, Zwijsen, 1987. |
Het keteldier en andere verhalen. Met illustraties van Willemien Min. Rotterdam, Lemniscaat, 1988. |
Opstand! Rotterdam, Lemniscaat, 1988. |
Een boef onder het bed. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1989. |
De a van Ad, de aa van aap. Met illustraties van Zieta van Doel. Tilburg, Zwijsen; Meerhout. Infoboek, 1989. |
De b van Bor en beer en... Met illustraties van Marleen Meert. Tilburg, Zwijsen; Meerhout, Infoboek, 1998. |
De g van Ger en gans en... Met illustraties van Vera de Backer. Tilburg, Zwijsen; Meerhout, Infoboek, 1989. |
De h van hen en ik en... Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen; Meerhout, Infoboek, 1989. |
De i van ik, de ie van Ien. Met illustraties van Marjolein Krijger. Tilburg, Zwijsen; Meerhout, Infoboek, 1989. |
Kladwerk. Rotterdam, Lemniscaat, 1990. |
Het geheim van Saar. Met illustraties van Anky Spoelstra. Tilburg, Zwijsen, 1990. |
Zaagsel in je hoofd. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1991. |
| |
| |
Vos in het bos. Met illustraties van José Vingerling. Tilburg, Zwijsen, 1991. |
Toos is boos. Met tekeningen van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 1991. |
Het boek van beer. Met illustraties van Ingrid Godon. Tilburg, Zwijsen, 1991. |
Aap en een vis. Met illustraties van Dinie Akkerman. Tilburg, Zwijsen, 1991. |
Juf, een koe voor de deur! Met illustraties van Paul de Becker. Tilburg, Zwijsen, 1992. |
Een vijand als vriend. Met illustraties van Anja Pikee. Tilburg, Zwijsen, 1992. |
Blauwe plekken. Rotterdam, Lemniscaat, 1992. |
Lucky, de wilde hond. Met illustraties van Camila Fialkowski. Zwijsen, Tilburg, 1993. |
Het spookhuis. Met illustraties van Alice Hoogstad. Zwijsen, Tilburg, 1994. |
Fausto Koppie. Amsterdam, Stichting CPNB, 1994. (Herdrukt bij Lemniscaat in 1998.) |
Durf-je-wel, durf-je-niet. Met illustraties van Sylvia Weve. Tilburg, Zwijsen, 1994. |
Mijn olifant kan bijna alles. Met illustraties van Ilja Walraven. Rotterdam, Lemniscaat, 1995. |
Memo zwijgt. Rotterdam, Lemniscaat, 1996. |
Liegbeest. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1996. |
Hokus pocus papa. Met illustraties van Han Janken. Tilburg, Zwijsen, 1996. |
Wie niet bang is, mag mee. Tilburg, Zwijsen, 1997. |
Lang zal ik leven! Met illustraties van Jung-Hee Spetter. Rotterdam, Lemniscaat, 1997. |
Een kat met zeven staarten. Met illustraties van Han Janken. Tilburg, Zwijsen, 1997. |
Jaap is een aap. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 1998. |
Heibel in de Hubbelstraat. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1998. |
Kijk naar de kat! Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Juf is een spook. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
De rode handschoen. Rotterdam, Lemniscaat, 2000. |
Jet met de pet. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Oom Gijs is niet wijs. Met illustraties van Daniëlle Schothorst. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Grijsje. Met illustraties van Willemien Min. Rotterdam, Lemniscaat, 2001. |
Stefan en het wilde zwijn. Met illustraties van Marjolein Pottie. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
De jas van oom Kas. Met illustraties van Joyce van Oorschot. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
Piet in de zak. Met illustraties van Daniëlle Schothorst. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Oom holle bolle Gijs. Met illustraties van Daniëlle Schothorst. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Mijn hond Flip. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Slim en Woest. Met illustraties van Helen van Vliet. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Vis Pip. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Pim en maan. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Noor is weg. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Juf is te dik. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Een vis met een pet. Met illustraties van Camilla Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Beer is een boot. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Oom Gijs wint een prijs. Met illustraties van Daniëlle Schothorst. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
Het grote boek van Florien. Met illustraties van Mies van Hout. Rotterdam, Lemniscaat, 2006. (Bevat Bij ons in de straat, Wedden dat ik durf! en De Blauwe Reus.) |
De tas van juf Pien. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
Kootje de kok. Met illustraties van Ann de Bode. Tilburg, Zwijsen, 2007. |
Over Anke de Vries
|
Rindert Kromhout, Anke de Vries. Den Haag, NBLC, 1980. |
Paul Kuijer & Guus Tienstra-Schipperheijn,
|
| |
| |
Over Anke de Vries. Den Haag, NBLC, 1980. |
Jan van Kampenhout, Anke de Vries. In: Mediumwijzer, jaargang 1982-1983, nr. 1, blz. 18-19. |
Jacques Vos en Ineke Haykens, Anke de Vries. In: Over een schrijver... Informatie over jeugdboekenauteur. Zuthpen: Thieme, 1989. |
Isabella Versteeg, De sfeervolle verhalen van Anke de Vries lezen als een trein. In: Vrij Nederland, 1990. |
Nellie Vermaat, Lezen over Anke de Vries. Den Haag, NBLC, 1991. |
Ingeborg de Winter, Anke de Vries. In: Jeugdboekengids, jaargang 34 (1992), nr. 8. |
Joke Linders en Marita de Sterck, Anke de Vries. In: Nice to meet you: a companion to Dutch & Flemish children's literature. Dutch Trade Publishers Association; Flemish Book Trade Association, 1993, blz. 203-204. |
Herman Tromp, Anke de Vries. Schrijfster tussen fantasie en werkelijkheid. In: Bumper, jaargang 13 (1993-1994), nr. 1, blz. 4-5. |
Ruud Kraaijeveld, Over... Anke de Vries. In: Memoliteratuur. Laren, Walvaboek, 1994. |
Joke Linders e.a., Anke de Vries. In: Het ABC van de jeugdliteratuur. Groningen, Martinus Nijhoff, 1995, blz. 512-513. |
Marita de Sterck, Anke de Vries. In: Schrijver gevonden. Tielt, Lannoo; Den Haag, Biblion, 1999, blz. 334-335. |
Jan van Coillie e.a., Anke de Vries. In: Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004, blz. 351. |
Websites
|
www.kjoek.nl |
www.leesplein.nl |
www.lemniscaat.nl |
77 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2008
|
|