| |
| |
| |
Simone van der Vlugt
door Janneke van der Veer
Foto © Wim van der Vlugt
Simone van der Vlugt is op 15 december 1966 in Hoorn geboren als Simone Watertor. In haar jeugd las ze veel, aanvankelijk vooral meisjesboeken, later onder meer de historische jeugdromans van Thea Beckman. Van jongs af had ze plezier in schrijven. Ze was dertien toen ze voor het eerst een uitgever benaderde met een manuscript.
Na de havo volgde ze in Amsterdam een lerarenopleiding voor Frans en Nederlands. Door het vak ‘Historische letterkunde’ ontdekte ze haar belangstelling voor geschiedenis; het vak ‘Jeugdliteratuur in de basisvorming’ versterkte haar belangstelling voor kinder- en jeugdliteratuur. Ondertussen werkte ze aan het ene manuscript na het andere, maar tot publicatie kwam het niet.
Nadat ze de lerarenopleiding had voltooid, was ze enige tijd werkzaam als secretaresse bij een Frans-Nederlandse bank in Amsterdam. In deze periode publiceerde ze haar eerste jeugdroman, De amulet (1995). Toen dit boek succes had, besloot ze zich fulltime op het schrijven toe te leggen. Daarbij richtte ze zich in eerste instantie met haar historische romans op jongeren en vanaf 2009 ook op volwassenen. Daarnaast ontwikkelde ze zich tot een succesvol auteur van thrillers voor volwassenen. In dit genre verscheen in 2004 haar eerste titel, De reünie. Sinds 2013 publiceert ze ook reisboeken, waarvan Fado e festa: een rondreis door Portugal het eerste is.
Van der Vlugt is getrouwd, heeft twee kinderen en woont in Alkmaar. In 2006 ontving ze voor haar hele
| |
| |
oeuvre de Alkmaarse literatuurprijs. Zwarte sneeuw werd in 2003 bekroond met De Kleine Cervantes van de stad Gent.
| |
Werk
De jeugdboeken van Simone van der Vlugt zijn te verdelen in drie categorieën: historische romans, psychologische romans en boeken voor jonge kinderen, onder wie beginnende lezers. Vooral aan de historische romans dankt Van der Vlugt haar bekendheid. In de meeste van deze verhalen combineert ze fictie met bekende historische gebeurtenissen. Om die zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven, doet ze onderzoek ter plaatse en in archieven. Ze baseert zich bij voorkeur op authentieke documenten.
Verschillende verhalen behandelen grote thema's uit de geschiedenis. Zo staat in De amulet (1995) de heksenvervolging centraal. Bloedgeld (1996) is een verhaal rond de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De guillotine (1999) speelt tijdens de Franse Revolutie. De bastaard van Brussel (2005) heeft de geloofstwisten uit de zestiende eeuw als achtergrond.
De slavenring (2003) gaat over de strijd tussen de Romeinen en de Germanen in de eerste eeuw na Christus, vlak voor de verwoesting van Pompeï. Het perspectief in dit verhaal ligt bij de jonge Germaan Folkrad. De strijd tussen Germanen en Romeinen is ook het onderwerp van Het Hercynische Woud (2005). Maar in deze novelle, die speelt in het jaar 55 voor Christus, worden de gebeurtenissen beschreven vanuit een jonge Romein, Rufus. In beide boeken is sprake van een kritische houding tegenover de Romeinse aanvallen op Germaanse stammen. In 2009 werkte Van der Vlugt Het Hercynische Woud om tot De rode wolf, dat ruim twee keer zo dik is en meer historische achtergronden biedt.
Over het algemeen zijn de hoofdpersonages in deze romans fictief. In een enkel geval is het een historische figuur. Jehanne (2001) is gebaseerd op authentiek materiaal over Jeanne d'Arc, het boerenmeisje dat een beslissende rol speelde in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk.
De hoofdpersonen hebben vaak eigenschappen of opvattingen die afwijken van wat gangbaar is. Nina uit De amulet is nogal eigenzinnig en beschikt over voorspellende gaven. De Romeinse verkenner Rufus staat in Het Hercynische Woud kritisch tegenover de aanvalsdrift van zijn leiders. Dit ‘anders zijn’ plaatst de hoofdfiguren veelal voor dilemma's. Nina moet beslissen of ze bij haar oom en tante blijft of teruggaat naar de zigeuners bij wie ze zich heeft aangesloten. Rufus krijgt te maken met de keuze tussen zich aansluiten bij de Germanen of terugkeren naar het Romeinse leger.
Regelmatig komen de hoofdper-
| |
| |
Omslag Zwarte sneeuw
sonen in hachelijke situaties terecht. Meestal is er dan een ander die hen bijstaat of redt. In De guillotine vlucht de aristocratische Sandrine op advies van haar kamenier naar een eenvoudig schoenlappersgezin. Zo hoopt ze te ontkomen aan de opstandelingen, die haar ongetwijfeld zullen doden. Emma, de hoofdpersoon in Zwarte sneeuw (2000), kan dankzij de bemiddeling van Rudolf, zoon van een landeigenaar, dienstmeisje worden. De rest van het gezin moet onder de grond werken, in de kolenmijnen.
Sociale tegenstellingen zijn in meer romans een belangrijk gegeven. Reinout en Lutske, de hoofdpersonen in Bloedgeld, worden beiden gedreven door armoede en moeten zien te overleven in de rijke Gouden Eeuw. In sommige verhalen verkleden meisjes zich als jongen. Nina doet dat in De amulet uit veiligheidsoverwegingen, als ze in haar eentje op reis is. Lutske monstert in Bloedgeld verkleed als jongen aan op hetzelfde voc-schip als haar broer David.
De psychologische romans Schuld (2007) en Vlinders (2008) hebben beide de dertienjarige Zoë als hoofdpersoon. Centraal staat het gegeven dat Zoë paranormaal begaafd is - ze ziet dingen die in de toekomst kunnen gebeuren. Schuld draait om de vraag of Zoë het dodelijk ongeluk van haar vriendin Evi had kunnen voorkomen. In Vlinders zet Zoë haar gave in om de moord op een van haar schoolgenoten op te lossen.
Voor beginnende lezers schreef Van der Vlugt onder meer Noodlanding in het oerwoud (1999), Verdwaald onder de grond (2000) en Hester de witte heks (2001). Alle drie zijn het spannende verhalen die de verbeelding van de lezer prikkelen. In Hester de witte heks sluit Fleur vriendschap met een meisje dat heks blijkt te zijn. Als Fleurs ouders Hester geen goed vriendinnetje vinden voor hun dochter, tovert Hester hen op verzoek van Fleur weg. Potverdrie, Sophie! (1999) en Bastiaan komt eraan (2001) zijn bedoeld voor kleuters.
Van der Vlugts stijl is vlot en le- | |
| |
vendig. Haar verhalen bevatten veel dialoog en actie. Ze beginnen vaak midden in een spannende scène, waardoor de lezer meteen in het verhaal zit. Het taalgebruik is helder en toegankelijk; lange zinnen en beschrijvingen komen bijna niet voor. Het leesplezier staat voorop. Kennis van de geschiedenis doen de lezers op door de beschrijving van situaties en voorvallen uit het dagelijks leven van de hoofdpersonen. De weergave van de historische gebeurtenissen is realistisch. Dat geldt ook voor de beschrijving van afschrikwekkende zaken als de verbranding van heksen en ketters (De amulet, De bastaard van Brussel), onthoofdingen (De guillotine) en mijninstortingen (Zwarte sneeuw). Van der Vlugt neemt haar jonge publiek wat dat betreft serieus, ze wil duidelijk laten zien hoe hard het leven vroeger was.
| |
De amulet
Zuid-Duitsland 1630. Nina's moeder had voorspellende gaven en kon door handoplegging zieken genezen. Daarom is ze als heks op de brandstapel gezet. Nina woont sindsdien bij een oom en tante in Würzburg. In een visioen ziet ze haar moeder omringd door vlammen. Als ze dit aan haar oom vertelt, krijgt ze van hem een amulet die van haar moeder is geweest. Er doen over Nina steeds meer roddels de ronde. Ze zou een heks zijn, net als haar moeder. Oom en tante besluiten haar uit te huwelijken aan een boer, een weduwnaar met vijf kinderen. Nina voelt daar niets voor en loopt weg. Ze gaat in een herberg werken. Als de boer met wie ze had moeten trouwen haar daar ziet, gaat ze er opnieuw vandoor. Verkleed als jongen sluit ze zich aan bij Max von Spee, wiens vrouw ook de dood heeft gevonden op een brandstapel. Samen zwerven ze door het land. Als Max sterft, sluit Nina zich aan bij een groep zigeuners. Op één van hen, Milenko, wordt ze verliefd. Wanneer in Würzburg de ergste vervolgingen voorbij zijn, bezoekt Nina haar oom en tante. Hoewel de ontvangst hartelijk is, wil ze er niet blijven. Ze kiest voor Milenko en het vrije zigeunerleven.
De amulet is een spannend verhaal over de verschrikkingen van de heksenvervolging. In de archieven van Würzburg trof Van der Vlugt een namenlijst aan van mensen die omstreeks 1630 op de brandstapel terechtkwamen. Eén van hen was een dertienjarig meisje, van wie de naam met een N begon. Zij werd de hoofdpersoon in het boek.
| |
Schijndood
Kris Blanken, een student economie die in zijn vrije tijd schildert, heeft last van een terugkerende nachtmerrie waarin hij mismaakt is en in een benauwd kamertje zit. Op advies van een vriendin gaat Kris in regressietherapie. Onder hypnose ontdekt hij dat hij in de zeventiende eeuw in Alkmaar heeft ge- | |
| |
leefd als Olivier Moeriaans, een leerling-schilder. Hij is achttien en heeft een huidaandoening, wat destijds veel voorkwam bij schilders doordat ze met giftige verfstoffen werkten. Artsen houden de huidziekte voor melaatsheid en Olivier wordt verbannen naar een leprozerie. Hij vraagt zich af of de diagnose juist is, loopt weg en sluit zich aan bij een rondreizende kwakzalver die levenselixer verkoopt aan goedgelovige mensen. Daarbij maakt de man handig gebruik van de angst die heerst voor de pest. Als Olivier ontdekt dat hij toch lepra heeft, gaat hij terug naar Alkmaar. Zijn moeder, broer en zus blijken aan de pest te zijn overleden. Zijn ernstig zieke vader wordt door hem in zijn laatste dagen verzorgd. Daarna wil Olivier ook sterven; alles liever dan als melaatse door het leven te gaan. Hij verbrandt de kleding en het beddengoed van zijn vader niet en krijgt inderdaad de pest. Als Kris dit alles onder hypnose heeft beleefd, vindt hij in het archief van Alkmaar het bewijs dat Olivier Moeriaans echt heeft bestaan. Hij voelt zich bevrijd en besluit te stoppen met zijn studie. Hij wil zich gaan toeleggen op het schilderen.
Van der Vlugt wilde in dit boek laten zien dat men vroeger net zo met besmettelijke ziekten omging als in de twintigste eeuw met aids en hiv. Ze beschouwt Schijndood als haar beste boek omdat ze daarin grenzen verlegt. Het is haar eerste verhaal zonder happy end. Het deel dat in het verleden speelt eindigt op het moment waarop Olivier zijn eerste pestbuil ontdekt.
| |
Waardering
Het werk van Simone van der Vlugt is geliefd bij lezers, zoals blijkt uit de vele herdrukken en eervolle vermeldingen van jeugdjury's. Vakjury's tonen eveneens waardering: De guillotine kreeg in 2000 een eervolle vermelding van de jury van de Gouden Zoen, de jury van de Gouden Uil gaf deze toekenning in 2001 aan Zwarte sneeuw.
Recensenten vergeleken de historische jeugdromans van Van der Vlugt geregeld met die van Thea Beckman. Ze prijzen de toegankelijke manier waarop de auteur historische onderwerpen dicht bij de lezers brengt. Joke Linders omschrijft De amulet als ‘een alleraardigst en leesbaar verhaal dat tot de verbeelding spreekt en het leven van zigeuners in een nieuw daglicht zet’ (Algemeen Dagblad). Hanneke van den Berg merkt over De bastaard van Brussel op: ‘De verhaallijn rond de jonge Crispijn, de vervolgingen van de ketters en de maatschappelijke omstandigheden weet Van der Vlugt tot een boeiend geheel aaneen te smeden’ (Noordhollands Dagblad). Zwarte sneeuw schetst volgens Selma Niewold een ‘overtuigend beeld van het zware leven van de mijnwerkers en van de kinderen, die officieel tien jaar moesten zijn, maar die vaak veel jonger waren’
| |
| |
(de Volkskrant). De karaktertekening vindt ze daarbij achterblijven. Muriel Boll is ten aanzien van Bloedgeld dezelfde mening toegedaan. Zij vindt de karakters van de hoofdfiguren ‘wat vlak’ (De Stem). Jan Staes schrijft naar aanleiding van De guillotine: ‘De personages lijken round caracters, maar naast basisgevoelens kom je niets te weten over wat hen echt bezighoudt en blijven alle emotionele beschrijvingen in hoofdzaak beperkt tot de hoofdpersoon’ (Leesidee jeugdliteratuur).
De meningen over de psychologische jeugdromans van Van der Vlugt zijn overwegend positief. Hanneke van den Berg (Haarlems Dagblad) vindt dat de innerlijke strijd van Zoë in Schuld goed is weergegeven, evenals haar vriendschap met klasgenoot Ivar. Minder enthousiast is ze over de schrijfstijl, ze spreekt in dat verband van ‘slordigheden’. Annelies Marin noemt Schuld een ‘vlot en meeslepend meisjesboek voor wie houdt van een alledaagse realiteit die net iets anders is’ (De Leeswelp). Maria del Grosso noteert in haar recensie over Vlinders: ‘Zoë voelt dingen aankomen, maar wat nog indrukwekkender is: ze ziet mensen die al overleden zijn. Van der Vlugt beschrijft deze situaties zo natuurlijk dat je het als lezer niet eens meer vreemd vindt’ (Leeuwarder Courant).
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
De reünie (2004), Schaduwzuster (2005), Het bosgraf (2006), Het laatste offer (2007), Blauw water (2008), Herfstlied (2009), Jacoba, dochter van Holland (2009), Op klaarlichte dag (2010), In mijn dromen (2011), De ooggetuige (2012), Rode sneeuw in december (2012), Aan niemand vertellen (2012) Fado e festa: een rondreis door Portugal (2013). |
Jeugdboeken
|
De amulet. Rotterdam, Lemniscaat, 1995. |
Bloedgeld. Rotterdam, Lemniscaat, 1996. |
De guillotine. Rotterdam, Lemniscaat, 1999. |
Noodlanding in het oerwoud. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Mijn zusje wordt vermist. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Potverdrie, Sophie!. Met illustraties van Alex de Wolf. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Verdwaald onder de grond. Tilburg, Met illustraties van Frank ter Horst. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Zwarte sneeuw. Rotterdam, Lemniscaat, 2000. |
Bastiaan komt eraan. Met illustraties van Alex de Wolf. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2001. |
Jehanne. Rotterdam, Lemniscaat, 2001. |
Hester de witte heks. Met illustraties van Riske Lemmens. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
Schijndood. Rotterdam, Lemniscaat, 2002. |
De slavenring. Rotterdam, Lemniscaat, 2003. |
Met Theo Hoogstraaten, Victorie! Rotterdam, Lemniscaat, 2004. |
Het Hercynische Woud. Rotterdam, Lemniscaat, 2005. |
De bastaard van Brussel. Rotterdam, Lemniscaat, 2005. |
Schuld. Rotterdam, Lemniscaat, 2007. |
Vlinders. Rotterdam, Lemniscaat, 2008. |
De rode wolf. Rotterdam, Lemniscaat, 2009. (Herziene uitgave van Het Hercynische Woud.) |
| |
| |
Over Simone van der Vlugt
|
Casper Markesteijn, Simone van der Vlugt volgt Thea Beckman op. In: Leidsch Dagblad, 2-9-1995. |
Herman de Graef, ‘Wie anders is, wordt de zondebok’. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 8. |
Ruud Kraaijeveld, [over De amulet]. In: Jeugdboeken 1995. Arnhem, Ellesy, 1996. |
Joke Linders, [over De amulet]. In: Algemeen Dagblad, 5-1-1996. |
Casper Markesteijn, [over Bloedgeld]. In: Leidsch Dagblad, 12-12-1996. |
Ruud Kraaijeveld, Magistrale avonturenroman over de 17de eeuw. In: Levende Talen, nr. 516, januari 1997. |
Herman Kakebeeke, [over Bloedgeld]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 9. |
Ruud Kraaijeveld, [over Bloedgeld]. In: Jeugdboeken 1996. Arnhem, Ellesy, 1997. |
Muriel Boll, Een Robin Hood ter zee. In: De Stem, 20-2-1997. |
Judith Eislein, Eén goed boek en een berg van clichés. In: NRC Handelsblad, 19-3-1999. |
Mark Moorman, ‘Klak! Het mes valt’. In: Het Parool, 27-3-1999. |
Jan Staes, [over De guillotine]. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-7-1999. |
Roos Truwant, [over Potverdrie, Sophie!]. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-10-1999. |
Jos Staal e.a., Simone van der Vlugt. In: Schrijver gevonden; encyclopedie van de jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo; Den Haag, Biblion, 1999. |
Selma Niewold, Kinderen in de mijn. In: de Volkskrant, 18-8-2000. |
Vanessa Joosen, [over Verdwaald onder de grond]. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-9-2000. |
Peter de Boer, [over Zwarte sneeuw]. In: Trouw, 23-9-2000. |
Ruud Kraaijeveld, [over Zwarte sneeuw]. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming, jaargang 6 (2001), nr. 3, blz. 21-24. |
Larry Iburg e.a., Drie op een rij; over 3 jeugdboekenschrijvers en besprekingen van hun boeken. Deel 1: Lydia Rood, Jan Terlouw en Simone van der Vlugt. Arnhem, Ellessy, 2002. |
Max Verbeek, [over Jehanne]. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming, jaargang 7 (2001), nr. 1, blz. 21-25. |
Marjoleine de Vos, Herboren ziel. In: NRC Handelsblad, 24-5-2002. |
Simone van der Vlugt, ‘Ik neem ze serieus’. Simone van der Vlugt over kinderen en leesgedrag. In: Surplus, nr. 6, 2002, blz. 22-23. |
Odile Jansen, ‘Als leproze mag hij de stad niet in’. In: Trouw, 10-8-2002. |
Herman Kakebeeke, [over Schijndood]. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-9-2002. |
Marianne Dekker, Lezen over Simone van der Vlugt. Leidschendam, Biblion Uitgeverij, 2003. |
Hanneke van den Bergh, [over De slavenring]. In: Noordhollands Dagblad, 22-5-2003. |
Hennie Walgemoed, ‘De mens is de mens een wolf’. In: Reformatorisch Dagblad, 22-10-2003. |
Jan Van Coillie e.a. (red.), Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004, blz. 346. |
Hanneke van den Bergh, [over Victorie!]. In: Haarlems Dagblad, 1-4-2004. |
Margreet Botter, ‘Ik moest altijd de keuze maken tussen de was doen of een uurtje schrijven’. In: Libelle, 27-11-2004. [interview] |
Anemarie Terhell, ‘Mijn lezers groeien mee’. In: Kidsweek, 11-3-2005. [interview] |
Thea Detiger, ‘Jeugd bewust maken van geschiedenis’. In: De Telegraaf, 11-3-2005. [interview] |
Ruud Schmitz, Het doen en laten van Simone van der Vlugt. In: Noordhollands Dagblad, 11-3-2005. |
Hanneke van den Berg, Jeugdboeken. In: Noordhollands Dagblad, 17-3-2005. |
Catinka Kersten, ‘Beckman? Dit is Simone van der Vlugt’. In: Noordhollands dagblad, 25-3-2005. |
| |
| |
Jürgen Peeters, [over De bastaard van Brussel]. In: De Leeswelp, 1-5-2005. |
Herman Kakebeeke, [over Het Hercynische Woud]. In: De Leeswelp, 1-5-2005. |
Karel Berkhout, Twijfel in de Opstand. In: NRC Handelsblad, 13-5-2005. [over De bastaard van Brussel] |
Pjotr van Lenteren, Het ultieme vakantieboekje. In: de Volkskrant, 21-7-2005. |
Ineke van den Bergh, ‘Bij Reve en dat hele stelletje val ik in slaap’. In: de Volkskrant, 30-9-2005. [interview] |
Hanneke van der Bergh, Helderziendheid: een gave of een straf. In: Haarlems Dagblad, 6-10-2007. |
Ruud Kraaijeveld, Jeugdliteratuur - Zij kwamen van Atlantis. Ruud Kraaijeveld bespreekt Het laatste offer van Simone van der Vlugt'. In: Levende talen, jaargang 94 (2007), nr. 6, blz. 19. |
Marja Boonstra, De gave van Zoë. In: Leeuwarder Courant, 1-2-2008. |
Annelies Marin, [over Schuld]. In: De Leeswelp, 1-4-2008. |
Maria Del Grosso, Discipline, energie en focus. In: Leeuwarder Courant, 20-6-2008. |
Ruud Kraaijeveld, Jeugdliteratuur - De indringer. Ruud Kraaijeveld bespreekt Blauw water van Simone van der Vlugt. In: Levende talen, jaargang 95 (2008), nr. 6, blz. 21. |
Dolinde van Kol, [over Vlinders]. In: De Leeswelp, 1-10-2008. |
Herman Stevens, Schrijfbeest. In: HP/De Tijd, 6-3-2009. |
Claudia Lagermann, Kiezen tussen twee werelden. In: KidsWeek, 1-5-2009. [over De rode wolf] |
Sonja de Jong, Van der Vlugt slaat plank mis. In: Haarlems Dagblad, 14-10-2009. |
Elizabeth Kooman, Kostuumdrama over Jacoba van Beieren. In: Nederlands Dagblad, 20-11-2009. |
Els Castelein, [over De rode wolf]. In: Leesideeën Off Line, 31-12-2009. |
Rob Bakker, De historie komt hier tot leven. In: Noordhollands Dagblad, 10-6-2010. |
Marjolijn de Cocq, Bij half Nederland in de koffer. In: Dagblad van het Noorden, 17-7-2010. |
Peter Magnée, ‘Ik hou niet van zoetsappige verhalen’. Interview met schrijfster Simone van der Vlugt. In: Schooljournaal, jaargang 14 (2010), nr. 15, blz. 14-15. |
Jesse Goossens, Simone van der Vlugt. Rotterdam, Lemniscaat, [2011]. |
Thea Detiger, ‘Met jeugdboeken leerde ik het vak’. In: De Telegraaf, 17-8-2010. [interview] |
Sonja de Jong, Terugkeer naar een oude liefde. In: Noordhollands Dagblad, 25-1-2012. |
Marianne Hoksbergen, Het verhaal van Lidewij en Isabella. In: Nederlands Dagblad, 3-3-2012. |
J.L. Vermeulen, Spanjaarden in Narden. In: Reformatorisch Dagblad, 12-3-2012. |
Joukje Akveld, ‘Nu kunnen we gewoon over seks schrijven’. In: Vrij Nederland, 6-10-2012. [interview] |
Websites
|
www.leesplein.nl |
www.simonevandervlugt.nl |
94 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2014
|
|