| |
| |
| |
Diet Verschoor
door Janneke van der Veer
Diet Verschoor is op 31 mei 1946 geboren in Santpoort, Noord-Holland. Een groot deel van haar jeugd bracht zij door in Vlissingen. Ze groeide op in een protestants-christelijk milieu waar lezen en schrijven vanzelfsprekende bezigheden waren. Haar vader, Arie Verschoor, was dominee en schreef gedichten; haar moeder, Nel Verschoor-van der Vlis, was kinderboekenschrijfster.
Op zestienjarige leeftijd - ze zat nog op de middelbare school - debuteerde Diet Verschoor met Karin zoekt haar weg (1963). Daarna volgden nog drie boeken over oudere meisjes die te kampen hebben met problemen. Later zei ze over deze jeugdromans: ‘Ik wou dat ze gewoon als manuscript in een la lagen, ze hadden nooit uitgegeven moeten worden. Maar aan de andere kant: het waren boeken van toen, voor de meisjes van toen. Het is zo'n andere wereld. Als ik daaraan terugdenk, ontlokt het me een glimlach.’
Na een afgebroken studie Nederlands en nadat er een eind gekomen was aan haar eerste huwelijk, volgde Verschoor een opleiding tot psychotherapeute. Ze werkte onder meer bij Stichting Centrum '45.
Op haar 28ste begon ze weer te schrijven. Door haar werk met oorlogsslachtoffers en haar huwelijk met één van hen was ze in een persoonlijke crisis beland. Over deze periode schreef ze de roman Wachten op een oor (1980). Sindsdien wisselen boeken voor volwassenen en boeken voor kinderen elkaar af.
Diet Verschoor heeft twee kinderen. Haar zoon Arro van Sen, die beeldend kunstenaar is, illustreerde verschillende van haar boeken, waar- | |
| |
onder Nynke Toverbal (1989) en De brieven van Ilja Irina (1998).
Naast haar werk als psychotherapeute en het schrijven van boeken geeft Verschoor onder meer literaire workshops voor beginnende schrijvers.
| |
Werk
Het oeuvre van Diet Verschoor voor kinderen bestaat uit circa dertig boeken, gericht op verschillende leeftijdsgroepen. De meeste verhalen zijn realistisch, maar ze bevatten vaak sprookjesachtige elementen.
Voor lezers vanaf 6 jaar schreef Verschoor geregeld over dieren. In ieder huis een poes (1984) bevat bijvoorbeeld tien verhalen over katten die een rol spelen in het leven van kinderen. Zo krijgt de poes van Eef en Jim kleintjes en moet de dierenarts de zieke poes van Noortje laten inslapen. De emoties van de kinderen krijgen in deze verhalen veel aandacht.
In boeken voor de leeftijdsgroep 8 tot 10 jaar weet de hoofdpersoon zich vaak staande te houden dankzij de fantasie. Ik heb óók een moeder (1980) gaat over Floortje, die dikwijls alleen is omdat haar ongehuwde moeder in het ziekenhuis werkt. Een gefantaseerde Duingod aan wie Floortje veel vertelt, neemt de plaats in van de afwezige vader. In Evi, de zwarte muis (1983) kunnen Roosjes knuffeldieren praten. Als ze een beugel moet, of als ze op school wordt geplaagd vindt Roosje steun bij een mooie, zwarte speelgoedmuis. In Nynke Toverbal (1989) kan Nynke haar angst voor de wereld van de volwassenen de baas door toverspreuken te bedenken en toverdrankjes te brouwen. Diverse verhalen voor deze leeftijdsgroep gaan over kinderen die opvallen door zelfstandig handelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Floortje in Ik heb óók een moeder en voor de hoofdpersonen in De strandbende (2010). Omdat hun ouders niet naar het zomerfestival op een van de Waddeneilanden willen, besluiten Katja en Sam er samen heen te gaan. Hoewel ze ernstig worden geïntimideerd door een bende vervelende jongens, weten ze zich toch te handhaven.
In boeken voor de leeftijdscategorie 10 tot 12 jaar treden eveneens ondernemende hoofdpersonen op. Kim in Mij zoeken ze niet (1992) gaat samen met klasgenoot Marijn naar Engeland; haar ouders hebben nooit tijd voor haar. Ook in deze verhalen speelt fantasie een rol. De ziekelijke Irina in De brieven van Ilja Irina (1998) bouwt samen met buurkinderen Hugo en Mascha een fantasiewereld op waarin ze elkaar sprookjesachtige verhalen vertellen. Bovendien schrijven ze elkaar brieven. Schrijven speelt in meer verhalen voor deze leeftijdsgroep een rol. Zo houdt de titelfiguur in Tessa (1986) en het vervolg Tessa in de brugklas (1987) een dagboek bij en gaat ze gedichten schrijven. Daarin kan ze haar ver-
| |
| |
Illustratie van Arro van Sen uit Nynke Toverbal
driet over haar overleden vader en haar gevoel van minderwaardigheid ten opzichte van haar oudere broer en zus kwijt.
De boeken voor lezers vanaf 12 jaar gaan veelal over opgroeiende pubers die te maken krijgen met allerhande problemen. Zo heeft de vijftienjarige Emma in Emma's Noorderlicht (2000) het gevoel dat ze als nakomertje niet gewenst is. Dit besef wordt versterkt door het feit dat haar ouders, die allerlei spanningen hebben, niet met haar op vakantie willen. Haar grootmoeder neemt haar dan mee naar haar vakantiehuis op Texel. Daar ontdekt Emma dat haar vader niet haar biologische vader is. Verder zijn er de verwarrende gevoelens die ontstaan wanneer ze verliefd wordt op Hidde, terwijl ze op het vasteland al een intense band heeft met Ton. Ook in Romeo nu (2002) is sprake van een combinatie van familiegeheimen en een serieuze verliefdheid. De zeventienjarige Petter raakt hiervan zo in de war dat hij tijdens het eindexamen instort. Op advies van een psychiater schrijft hij zijn gevoelens en belevenissen op. Hij doet dat in twee schriften: een voor de psychiater en een voor zichzelf. Dit helpt hem zijn inzinking te boven te komen, zich vrij te maken van zijn familie en op reis te gaan.
Het verwerken van problemen door ze van je af te schrijven, is iets wat voorkomt in boeken voor verschillende leeftijdsgroepen, evenals het creëren van een eigen fantasiewereld. Een ander element dat als een rode draad door het werk van Diet Verschoor loopt, is de steun die de hoofdpersonen ondervinden van een ruimdenkende oma, tante of ander familielid. Dit komt niet alleen voor in Emma's Noorderlicht, maar bijvoorbeeld ook in Tessa en Mij zoeken ze niet. Opvallend is verder dat veel verhalen in de buurt van de zee of op een eiland spelen, zoals Ik heb óók een moeder, Nynke Toverbal, Emma's Noorderlicht, De strandbende en het sprookjesachtige De blauwe koning (1991).
Verschoors achtergrond als psychotherapeute blijkt onder meer uit
| |
| |
haar scherpe observaties en zorgvuldige karakteranalyses. Zo is er veel aandacht voor de gedachten en de gevoelens van de hoofdpersonen en voor hun ontwikkeling bij het oplossen van problemen. Er is sprake van een vlotte, directe stijl met veel dialoog. Spanning bouwt Verschoor op door inhoudelijke elementen zoals familiegeheimen, maar ook door suggestief taalgebruik dat een beroep doet op de verbeelding van de lezer. In haar latere werk zet ze dikwijls literaire middelen in, zoals beeldspraak en een poëtisch taalgebruik. Dit is onder meer het geval in Mij zoeken ze niet en De brieven van Ilja Irina.
Naast proza zijn van Diet Verschoor twee poëziebundels voor jongeren vanaf 12 jaar verschenen. Zou het waar zijn wat ik zie? (1985) en Mijn saxofoon speelt sex (1991) bevatten gedichten over onderwerpen die aansluiten bij de wereld van pubers, zoals verliefdheid, ontluikende seksualiteit, school, vriendschap, relatie met ouders en jaloezie. De vormgeving van de gedichten is over het algemeen eenvoudig.
| |
Nu ik!
Net als haar broer Harm heeft de dertienjarige Puck er moeite mee dat haar ouders nog steeds niet heen zijn over het verlies van hun dochtertje Christien. Dit bepaalt voor een belangrijk deel de sfeer in het gezin. Christientje is op vierjarige leeftijd verdronken, kort voor de geboorte van Puck, die als tweede naam Pauline kreeg, net als het overleden zusje. In huis hangt een grote foto van Christientje. Puck praat geregeld tegen haar en verbeeldt zich dan dat Christientje terugpraat. Vaak heeft Puck het gevoel dat alles in huis om Christientje draait. Ze voelt zich daardoor dikwijls boos en onzeker.
De toneellessen op school, gegeven door de inspirerende leraar Siem, zijn voor Puck een uitlaatklep, evenals haar dagboek. Ook krijgt ze veel steun van haar vriendinnen en van haar klasgenoot Boris, op wie ze verliefd is.
Op zeker moment besluit Puck het lot in eigen hand te nemen. Ze
| |
| |
laat haar rode krullen bleken, zodat ze net zulk witblond haar heeft als Christientje, en besluit zich Pauline te noemen. Hierdoor voelt Puck zich sterker, maar ze ervaart ook momenten van onzekerheid doordat de dubbele persoonlijkheid haar verwart. Bovendien hoort ze in haar hoofd Christientje steeds vaker onaardige dingen zeggen.
De ommekeer komt wanneer Puck tijdens de generale repetitie van de musical waaraan ze meedoet, instort. Ze meent Christientje te zien, die haar pest en haar voorhoudt dat niet alleen zíj, maar ook haar moeder verdronken is: in tranen. Puck valt flauw en wordt ziek naar huis gebracht. Door deze gebeurtenis zien haar ouders in dat er iets moet veranderen.
Het verhaal is geschreven in de ik-vorm. De beschrijvende passages worden afgewisseld met fragmenten uit het dagboek van Puck. Een jaar na Nu ik! (2008) verscheen Gewoon anders. Centraal in dit verhaal staat de homoseksualiteit van Pucks broer Harm.
| |
Waardering
De meisjesboeken die Diet Verschoor schreef toen ze nog op de middelbare school zat, kregen vooral aandacht omdat de schrijfster nog zo jong was. Ze werden matig gewaardeerd, commentaar was er vooral op de schrijfstijl. ‘De soms zeer hoogdravende taal doet afbreuk aan deze roman, waarin de gestelde problemen meisjes zeker zullen aanspreken’, aldus Boek en Jeugd (1967) over Zeven dagen (1966). Over haar latere werk is in de vakliteratuur overwegend positief geoordeeld. Boek en Jeugd '81/'82 vermeldt over Ik heb óók een moeder (1980): ‘Ondanks de soms wat eigenwijs overkomende Floor en haar vriendje, een zeer positief vlot verteld verhaal voor kinderen van ca. 9 j.’ Over Tessa (1986) schreef Boek en Jeugd '87/'88: ‘Direkt geschreven, herkenbare emoties. De dagboekstijl is erg geconstrueerd.’ Nu ik! (2008) wordt in Boek en Jeugd Online een ‘aangrijpend, goed uitgewerkt verhaal’ genoemd. Rob van Veen (Jeugdliteratuur in de basisvorming) vindt Emma's Noorderlicht (2000) een ‘juweel van een boek’; hij heeft waardering voor compositie, stijl, sfeer en vooral voor de uitwerking van de personages. Naar aanleiding van Gewoon anders (2009) komt Ger van Hoek tot een meer algemeen oordeel: ‘Diet Verschoor kan zich goed inleven in de pubers en schrijft dat alles met een zeker gemak en vakbekwaamheid op’ (Jeugdliteratuur in de praktijk).
Het oordeel van recensenten van dagbladen en tijdschriften is genuanceerd. Anton van der Kolk (Utrechts Nieuwsblad) is van mening dat Ik heb óók een moeder (1980) ‘van een erg wisselend niveau’ is. Hij heeft vooral kritiek op het feit dat niet duidelijk wordt wat er met de vader van Floortje, ‘die er toch eens geweest moet zijn’, is gebeurd, temeer daar bewust
| |
| |
ongehuwd moederschap centraal staat in het verhaal. Martje Breedt Bruyn vindt Tessa (1986) een ‘vlot en levendig boek’, maar twijfelt aan het nut van de dagboekfragmenten, omdat het hele verhaal in de ik-stijl is geschreven en de dagboekgedeelten en de ‘gewone’ stukken daardoor nauwelijks van elkaar verschillen (Vrij Nederland). Diverse recensenten waarderen de stijl van Diet Verschoor. Bregje Boonstra schrijft naar aanleiding van Nynke Toverbal (1989): ‘Verschoor schrijft levendig en direct, in korte zinnen zonder poespas’ (NRC Handelsblad). Een vergelijkbare mening heeft Roos Truwant over Het fluisterpotlood (1996): ‘Met korte, krachtige zinnen wordt een wereld van emoties opgeroepen’ (Leesidee jeugdliteratuur).
Over de twee dichtbundels zijn de meningen verdeeld. Frank Herzen is positief over Zou het waar zijn wat ik zie? (1985), omdat de ‘“ik” van het kind’ eerlijk aanwezig is (Elseviers Magazine). Jan Van Coillie (Jeugdboekengids) prijst de herkenbaarheid van de onderwerpen in Mijn saxofoon speelt sex (1991), maar vindt de uitwerking ervan matig: ‘In veel gedichten is de verwoording te opdringerig, te expliciet. Ze zetten niet aan tot verder denken of voelen’.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Wachten op een oor [1980], Gekleurde motregen [1980], Oeri, bomen spreken tot mensen [1981], Schorrebloem (1983), De vrouw in het blauw (1984), Zeventien september (1985), Dronken van dauw (1987), De Razende Bol en de groene schoen (2000), Zomersprookjes (2007). |
Keuze uit de kinder- en jeugdboeken
|
Karin zoekt haar weg. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1963]. Herdruk: Hoorn, Westfriesland, [1985]. (Witte Raven) |
Morgen begint nu. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1964. Herdruk, met illustraties van Herson: Hoorn, Westfriesland, [1969]. (Witte Raven) |
Zeven dagen. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, Gloria-reeks, [1966]. Herdruk, met illustraties van Herson: Hoorn, Westfriesland, [1971]. (Witte Raven) |
Nanja. Roman voor jonge mensen. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1967]. |
Vakantie in Amsterdam. Met illustraties van H. Sturris. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1972]. |
Roderick en Roosje. Met illustraties van Saskia Noorman. Den Haag, Omniboek, [1979]. |
Ik heb óók een moeder. Met illustraties van Liselot Ribbens. Den Haag, Omniboek, [1980]. |
Evi, de zwarte muis. Met illustraties van Paul Menses. Haarlem, Holland, 1983. |
Het vers dat Bas niet zingen mocht. [Met illustraties van Ch.A. Hermine Müller]. Haarlem, Holland, 1984. |
In ieder huis een poes. Met illustraties van Tineke Schinkel. Haarlem, Holland, 1984. |
Zou het waar zijn wat ik zie? Met illustraties van Annemie Heymans. Haarlem, Holland, 1985. (De Zonnewijzer) |
Tessa. Haarlem, Holland, 1986. |
Tessa in de brugklas. Haarlem, Holland, 1987. |
Nynke Toverbal. Met illustraties van Arro van Sen. Haarlem, Holland, 1989. |
| |
| |
Verder kijken dan je neus lang is. Met illustraties van Jolet Leenhouts. Haarlem, Holland, 1989. |
De nachtclown. Haarlem, Holland, 1990. |
Mijn saxofoon speelt sex. Met illustraties van Fiel van der Veen. Haarlem, Holland, 1991. (De Zonnewijzer) |
De blauwe koning. Met illustraties van Charlotte Dematons. Haarlem, Holland, 1991. |
Sinterklaas is verliefd. Met illustraties van Jolet Leenhouts. Haarlem, Holland, 1991. |
Mij zoeken ze niet. Haarlem, Holland, 1992. |
Het fluisterpotlood. Met illustraties van Thea Peters. Haarlem, Holland, 1995. |
De brieven van Ilja Irina. Met illustraties van Arro van Sen. Haarlem, Holland, 1998. |
Emma's Noorderlicht. Haarlem, Holland, 2000. (Life) |
Romeo nu. Haarlem, Holland, 2002. (Life) |
De bruiden van Branca. Haarlem, Holland, 2003. (Life) |
Nu ik! Amsterdam, Leopold, 2008. |
Gewoon anders. Amsterdam, Leopold, 2009. |
Het geheim van de gifgeest. Met illustraties van Saskia Halfmouw. Amsterdam, Leopold, 2009. |
De strandbende. Met illustraties van Els van Egeraat. Amsterdam, Leopold, 2010. (Rugzakavontuur) |
Over Diet Verschoor
|
[Anoniem], Erg veel schrappen. In: Provinciale Zeeuwsche Courant, 8-5-1963. |
C. Rijnsdorp, Debuut. In: Nieuwe Haagsche Courant, 27-6-1963. |
F.B.-B., [over Karin zoekt haar weg]. In: De Christelijke Bibliotheek, juli/augustus 1963. |
[Anoniem], Diet Verschoor: een 17-jarige schrijfster. In: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 7-3-1964. |
[Anoniem], [over Morgen begint nu]. In: De Christelijke Bibliotheek, april 1964. |
C. Rijnsdorp, Diet Verschoor ‘Morgen begint nu’. In: De Rotterdammer, 5-9-1964. |
[Anoniem], ‘Morgen begint nu’: tweede boek van Diet Verschoor'. In: Trouw, 30-9-1964. |
[Anoniem], [over Zeven dagen]. In: De Christelijke Bibliotheek, 1967. |
[Anoniem], Boek en jeugd: Gids voor Jeugdlectuur: Supplement 1970. Samengesteld door en onder verantwoordelijkheid van het Bureau Boek en Jeugd der Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken te 's-Gravenhage, 's-Gravenhage/Amsterdam, H.P. Leopolds |
Anton van der Kolk, [over Ik heb óók een moeder]. In: Utrechts Nieuwsblad, 10-5-1980. |
Ab Visser, Jeugd in soorten. In: Leeuwarder Courant, 29-8-1980. |
[Anoniem], [over Ik heb óók een moeder]. In: Elseviers Magazine, 22-11-1980. |
[Anoniem], [over Ik heb óók een moeder]. In: Leeuwarder Courant, 24-5-1982. |
Herman Leys, Gesloten ik. In: De Standaard, 16-7-1983. |
[Anoniem], Evi, de zwarte muis. In: Nederlands Dagblad, 30-1-1984. |
[Anoniem], Eerste exemplaar boek schrijfster uit Heemstede. In: Haarlems Dagblad, 16-3-1984. |
Liesbeth van der Jagt, [over Evi, de zwarte muis]. In: Het Vrije Volk, 25-5-1984. |
Paul Muylaert, Tussen suiker en kristal: 6 vrouwen. In: De Morgen, 23-7-1984. |
Willy Vanheybeeck, [over Evi, de zwarte muis]. In: Jeugdboekengids, jaargang 26 (1984), nr. 3. |
Lucy Th. Vermij, Diet zoekt haar weg: van meisjesboeken tot literatuur. In: Homologie, jaargang 6 (1984), nr. 5, september/oktober, blz. 12-14. |
Cisca Dresselhuys en Kees de Leeuw, ‘Zondagen waren dagen van spanning. In: Het glazen huis; gesprekken met domineeskinderen. Baarn, Bosch & Keuning, 1985, blz. 67-79. |
[Anoniem], [over Zou het waar zijn wat ik zie?]. In: Leeuwarder Courant, 30-5-1986. |
Frank Herzen, Nieuwe kinderpoëzie; geen kindje spelen maar kind zijn. In: Elseviers Magazine, 6-7-1985. |
Jan Van Coillie, [over Zou het waar zijn wat ik zie?]. In: Jeugdboekengids, jaargang 27 (1985), nr. 9. |
| |
| |
[Anoniem], [over Zou het waar zijn wat ik zie?]. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 12 (1985), nr. 9. |
Jan Van Coillie, [over Het vers dat Bas niet mocht zingen]. In: Jeugdboekengids, jaargang 27 (1985), nr. 10. |
Bregje Boonstra, [over Zou het waar zijn wat ik zie?]. In: NRC Handelsblad, 25-10-1985. |
Els de Groen, [over Zou het waar zijn wat ik zie?]. In: Hervormd Nederland, 1-2-1986. |
Joke Linders-Nouwens, Brugkoter. In: Algemeen Dagblad, 13-12-1986. |
Wim Vogel, Peter Kouwenburg en Diet Verschoor; twee prachtige novellen. In: Haarlems Dagblad, 28-2-1987. |
Joke Dieben-Frerichs, Tessa. In: Haarlems Dagblad, 30-5-1987. |
Wieke Goeman-van Randen, [over Tessa]. In: Leeuwarder Courant, 29-6-1987. |
Ria de Schepper, [over Tessa]. In: Jeugdboekengids, jaargang 29 (1987), nr. 6. |
Martje Breedt Bruyn, Het nut van grootouders. In: Vrij Nederland, 7-3-1987. |
Rob Vooren, Literaire novelle kleinkunst (te) weinig beoefend. In: Leidsch Dagblad, 5-8-1987. |
Mariëlle Osté, Drie herdrukken en nieuwe novelle van Diet Verschoor: soft focus proza. In: Utrechts Nieuwsblad, 28-8-1987. |
Jos van Hest, Tessa drinkt een potje thee. In: Het Parool, 21-1-1988. |
Wieke Goeman-van Randen, [over Tessa in de brugklas]. In: Leeuwarder Courant, 14-3-1988. |
Esther Bootsma, [over Verder kijken dan je neus lang is]. In: Trouw, 5-10-1989. |
[Anoniem], Anthony Browne en Diet Verschoor openen Haarlemse kinderboekenweek. In: Haarlems Dagblad, 6-10-1989. |
Joke Dieben-Frerichs, [over Nynke Toverbal]. In: De Waarheid, 17-11-1989. |
Joke Dieben-Frerichs, [over Verder kijken dan je neus lang is en Nynke Toverbal]. In: Haarlems Dagblad, 14-12-1989. |
Bregje Boonstra, [over Nynke Toverbal]. In: NRC Handelsblad, 16-3-1990. |
Joyce Kammer, Geen moraal. In: Haagsche Courant, 6-3-1992. |
Jan Van Coillie, Zien wat je voelt, voelen wat je zegt. In: Jeugdboekengids; kritisch-bibliografisch tijdschrift, jaargang 34 (1992), nr. 1. |
Roos Truwant, [over Het Fluisterpotlood]. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-1-1996. |
Rob J. van Veen, Emma's Noorderlicht. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming; tijdschrift voor docenten in de basisvorming, jaargang 6 (2001), nr. 1. |
Rob J. van Veen, Emma's Noorderlicht’. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming; tijdschrift voor docenten in de basisvorming, jaargang 6 (2001), nr. 3. |
Mai van Loon, Romeo nu. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-3-2003. |
Simone Arts, De bruiden van Branca. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming; tijdschrift voor docenten in de basisvorming, jaargang 9 (2004), nr. 2. |
Marijke Potters, Nu ik!. In: Jeugdliteratuur in de praktijk; lesideeën voor het fictiedossier, jaargang 14 (2009), nr. 1. |
Ger van Hoek, Gewoon anders. In: Jeugdliteratuur in de praktijk, jaargang 15 (2010), nr. 1. |
Hannie Humme, Gewoon anders. In: Jeugdliteratuur in de praktijk, jaargang 15 (2010), nr. 2. |
Websites
|
www.dietverschoor.nl |
www.boekenjeugd.nl |
86 Lexicon jeugdliteratuur
jini 2011
|
|