| |
| |
| |
Cyriel Verleyen
door Herman Kakebeeke
Cyriel Verleyen werd in 1914 geboren in Baasrode, een dorpje aan de Schelde. De twee pseudoniemen die hij later zou gebruiken, C. van Rode en J. van der Schelde, zijn aan zijn plaats van herkomst ontleend. Na zijn opleiding was hij vanaf 1933 in het onderwijs werkzaam, eerst als onderwijzer en leraar in Mechelen en van 1951 tot 1974 als rijksinspecteur.
Al in de jaren dertig schreef hij radiospelen voor de jeugd. Hieruit ontstonden zijn eerste kinderboeken, met sprookjesachtige verhalen. Het zwaartepunt van zijn schrijverschap ligt echter op het gebied van het historische verhaal.
Hij heeft veel redactioneel werk gedaan: de kinderkrant van De Standaard, het jeugdblad Zonneland en de reeks ‘Historische verhalen voor de jeugd’. Bovendien was hij een veelgevraagd lid voor literaire jury's.
Van zijn werk werd De boodschap van het onzichtbare in 1975 bekroond met de Lode Lavkiprijs en met de Referendumprijs voor het Vlaamse Kinder- en Jeugdboek; Driemaal aan de schandpaal verwierf in 1980 de Prijs van de Provincie Antwerpen voor het beste jeugdboek.
Cyriel Verleyen overleed op 13 januari 1983.
| |
Werk
Verleyen heeft vooral fantasieverhalen en historische verhalen geschreven. Zijn lijst met publikaties begint in 1943 met een aantal verhalen voor kinderen tussen de zes en tien jaar, met titels als Van Bibbel, Bobbel en Babbel; Meneer Arie heeft honger; Humpie Dumpie en Een schip voor de koning. Het waren nog wat stijve verhaaltjes met een tamelijk moeilijke zinsbouw voor jonge kinderen. Hij heeft zich verschillende malen negatief uitgelaten over eenvoudige eenlettergrepige verhalen voor het aanvankelijk lezen:
| |
| |
‘De auteur die zich eraan waagt, legt zichzelf [...] zoveel beperkingen op dat er nog maar zelden een behoorlijk verhaal uit de bus komt.’
Opvallend in sommige fantasieverhalen - bijvoorbeeld de Harlekijntjesverhalen en de verhalen over kabouter Nuk - is de rol die de domheid van sommige figuren erin speelt. In Duimpje op grote vaart fantaseert de schrijver over wat er verder met Klein Duimpje gebeurd is (hij wordt uiteindelijk een Duim); in De kabouter in de kooi speelt hij met de letter k in namen en titels van hoofdstukken (zoals hij dat al eerder deed met de letter b in zijn eerste boek). Verleyen weet, de ene keer meer geslaagd dan de andere, bekende sprookjesmotieven in zijn verhalen te verwerken.
Samen met Jan Vercammen bewerkte hij de Sprookjes van de 1001 nacht. Voor de schoolradio stelde hij talloze programma's over bekende sprookjes samen. Met een opgeheven vingertje spreekt de schrijver zijn lezers soms moraliserend toe.
Vanaf 1952 legde Verleyen zich toe op het historische verhaal. Als bijdrage tot de vernieuwing van het geschiedenisonderwijs gaf hij de aanzet tot de reeks ‘Historische verhalen voor de jeugd’, die tot doel had historische feiten, toestanden en personen op bevattelijke en literair verantwoorde wijze aan de jeugd voor te stellen. Zelf schreef hij meer dan vijfentwintig boekjes voor deze reeks, waarin hij culturele onderwerpen - als Jan van Eyck, Conscience, Vesalius en Orlandus Lassus - behandelde. Goede documentatie en een verzorgd, hoewel soms wat plechtig taalgebruik kenmerken deze bijdragen. Sommige ervan lijken vingeroefeningen voor werk van langere adem: Vesalius, schipbreukeling op Zante, Driemaal aan de schandpaal en Vertel eens wat over Vlaanderen.
In 1973 verscheen De boodschap van het onzichtbare, een verhaal met een actuele thematiek. De hoofdpersoon, Lilo, overleeft een vliegtuigongeluk in een Zuidamerikaans oerwoud en ontmoet op haar barre tocht naar de bewoonde wereld een gevluchte ex-Nazi die haar op zijn sterfbed zijn afschuwelijke levensverhaal opbiecht en haar vraagt zijn boodschap - de mensheid kan niet blijven bestaan als de ene mens de andere uitbuit - door te geven. Door middel van flash-backs en monologue interieur krijgen we een helder beeld van Lilo en van de invloed die de gebeurtenissen op haar leef- en denkwereld hebben. Het boek kreeg vrijwel unaniem lovende kritieken, maar bracht Eric Hulsens tot de opmerking dat het ‘als studie van het fascisme alleen de papiermand waardig is’.
In Vesalius, schipbreukeling op Zante uit 1975 maken we kennis met het afwisselende leven van de uit Brussel afkomstige Andries van Wesele of Vesalius, de grondlegger van de moderne anatomie en later geneesheer van Karel V en Filips II. Dit verhaal, dat een boeiend tijdsbeeld geeft, is een
| |
| |
voortdurend pleidooi voor vrijheid van onderzoek en vrijheid van meningsuiting.
Dit thema vinden we vaker in Verleyens werk terug, bijvoorbeeld in Driemaal aan de schandpaal (1977): een verhaal over Daniël Defoe, die aan de schandpaal belandde omdat hij als dissenter tegen de Engelse staatskerk gewetensvrijheid voor zichzelf en anderen opeiste. Tijdens de uren aan de schandpaal sluit Defoe zich af voor pijn en bespotting door verschillende episodes uit zijn leven aan zijn geestesoog te laten voorbijtrekken.
Aan het einde van zijn leven schreef Verleyen in opdracht van het Davidsfonds Vertel eens wat over Vlaanderen, waarin hij de Vlaamse Beweging en het loskomen van de Waalse bevoogding behandelt. Vooral aan de romantische vroege periode met namen als Conscience, Snieders, Verriest, Rodenbach besteedt hij veel aandacht. Ten aanzien van de periode na 1914 valt op hoe hij de mening over activisten en collaborateurs tracht te nuanceren. Dat hij niet steeds voldoende objectiviteit weet te bewaren, ligt ‘eerder aan zijn oprecht idealisme dan aan puur fanatiek flamingantisme’, schreef een recensent; een ander beschouwde het boek echter als ‘tendentieuze propaganda’.
| |
Bibliografie
Kinderboeken
|
Cyriel Verleyen, Van Bibbel, Bobbel en Babbel. Geïllustreerd. Brugge, De Kinkhoren, 1943. |
Cyriel Verleyen, De roemrijke daden van Bommetje en Spillebeen. Geïllustreerd. Brugge, De Kinkhoren, 1944. |
Cyriel Verleyen, Hansje en het geheim van de dieren. Geïllustreerd. Brugge, De Kinkhoren, 1946. |
Cyriel Verleyen, Meneer Arie heeft honger. Met illustraties van Wies Peleman. Brugge, De Kinkhoren, 1947. |
Cyriel Verleyen, Meneer Teddy maakt kabaal. Met illustraties van Wies Peleman. Brugge, De Kinkhoren, 1947. |
C. van Rode, Humpie Dumpie. Met illustraties van Frederik Garrels. Antwerpen, Ontwikkeling, 1950. |
Cyriel Verleyen, Een schip voor de koning. Met illustraties van Renaat Demoen. Averbode, Goede Pers, 1951. |
Cyriel Verleyen, Duimpje op grote vaart. Met illustraties van Wies Peleman. Antwerpen, De Sikkel, 1952. |
Cyriel Verleyen, De kabouter in de kooi. Met illustraties van Jan Waterschoot. Lier, Van In, 1952. |
Cyriel Verleyen, De dokter van de keizer. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1953. |
Cyriel Verleyen, De kleine foerier. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1953. |
Cyriel Verleyen, De koning kan niet slapen. Met illustraties van Renaat Demoen. Averbode, Altiora, 1954. |
Cyriel Verleyen, Dootje in het domme dorp. Met illustraties van Renaat Demoen. Averbode, Altiora, 1955. |
Cyriel Verleyen, De ontvoerde koorknaap. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1955. |
Cyriel Verleyen, Leve prins Filips. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1956. |
C. van Rode en J. Humblé, Julius Caesar. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1956. |
C. van Rode en G. Oddery, De graaf van
|
| |
| |
Egmont. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1957. |
C. van Rode en M. Stommels, Jacob van Artevelde. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1957. |
J. van der Schelde, Met de Belgica naar de Zuidpool. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1957. |
C. van Rode en F. Heidendal, Jan van Eyck, de schilder van de hertog. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1958. |
Cyriel Verleyen, Een kroon voor Karel de Stoute. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1958. |
Cyriel Verleyen, Meester Rembert Dodoens. Met illustraties van Chris Fontijn. Antwerpen, De Sikkel, 1960. |
Cyriel Verleyen en P.G. Buckinx, Astrid, de geliefde koningin. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1960. |
Cyriel Verleyen, Granvelle, bisschop en staatsman. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1961. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje en de dieren. Met illustraties van E. Weyts. Lier, Van In, 1962. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje doet domme dingen. Met illustraties van E. Weyts. Lier, Van In, 1962. |
Cyriel Verleyen, Sprookjes uit vijf werelddelen. Geïllustreerd. Lier, Van In, 1962. |
Cyriel Verleyen, Filips van Artevelde. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1962. |
C. van Rode, Mijn goede tante. Geïllusteerd. Antwerpen, De Sikkel, 1963. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje is er weer. Met illustraties van E. Weyts. Lier, Van In, 1963. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje is weer bezig. Met illustraties van E. Weyts. Lier, Van In, 1963. |
Cyriel Verleyen, Hoogovens, locomotieven, schepen. Geïllustreerd. Antwerpen, De Sikkel, 1963. |
Cyriel Verleyen, Nuk, de boze kabouter. Geïllustreerd. Lier, Van In, 1964. |
C. van Rode, Zingende klokken. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1964. |
Cyriel Verleyen, Nuk woont op de toren. Geïllustreerd. Lier, Van In, 1965. |
Cyriel Verleyen, Van tijd tot tijd. Deel 1. Met illustraties van Anton Herckenrath en Renaat Demoen. Averbode, Altiora, 1965. |
Cyriel Verleyen, Van tijd tot tijd. Deel 2-4. Met illustraties van Anton Herckenrath. Averbode, Altiora, 1966-1967. |
C. van Rode, Een ketterproces in Mechelen. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1966. |
Cyriel Verleyen, Hobbelpaardje Hop. Met illustraties van André Deroo. Hasselt, Heideland, 1967. |
Cyriel Verleyen, Sprookjes van de dwaze koning. Met illustraties van Ingrid Godon. Lier, Van In, 1967. |
Cyriel Verleyen, Revolutie in Brussel. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1967. |
Cyriel Verleyen, Klontje en Klaartje. Twee delen. Met illustraties van Henri Branton. Lier, Van In, 1967. |
Cyriel Verleyen en Harriët Laurey, De eerste trein. Met illustraties van Henri Branton. Haarlem, Gottmer, 1969. |
Cyriel Verleyen en Harriët Laurey, De ganzen van het Capitool. Met illustraties van Henri Branton. Haarlem, Gottmer, 1969. |
Cyriel Verleyen, Diogenes en zijn ton. Met illustraties van Henri Branton. Haarlem, Gottmer, 1969. |
Cyriel Verleyen, De eerste luchtballon. Met illustraties van Henri Branton. Haarlem, Gottmer, 1969. |
Cyriel Verleyen, De Mona Liza. Met illustraties van Henri Branton. Haarlem, Gottmer, 1970. |
Cyriel Verleyen, Columbus ontdekt Amerika. Met illustraties van Henri Branton. Haarlem, Gottmer, 1970. |
Cyriel Verleyen, Suez, een kanaal door de woestijn. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1971. |
Cyriel Verleyen, De kleine Hendrik. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1972. |
Cyriel Verleyen, Het licht mag weer branden. Met illustraties van A. Panis. Antwerpen, De Sikkel, 1972. |
| |
| |
Cyriel Verleyen en A.D. Hildebrand, Verhalen uit de lage landen. Twee delen. Met illustraties van André Sollie. Lier, Van In/'s-Hertogenbosch, Malmberg, 1972. |
Cyriel Verleyen, Nuk. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Lier, Van In, 1973. |
Cyriel Verleyen, De boodschap van de onzichtbare. Lier, Van In, 1973. |
Cyriel Verleyen, Vesalius, schipbreukeling op Zante. Averbode, Altiora, 1975. |
Cyriel Verleyen, Lach maar liever met Pietje Pennewip. Met illustraties van Gommaar Timmermans. Tielt, Lannoo, 1975. |
Cyriel Verleyen, Keizer Karel in San Yuste. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1976. |
Cyriel Verleyen, Driemaal aan de schandpaal. Averbode, Altiora, 1977. |
Cyriel Verleyen, De keizer van Californië. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1977. |
Cyriel Verleyen, Händel herboren. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1978. |
Cyriel Verleyen, Mohammed. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1978. |
Cyriel Verleyen, Hier is Harlekijntje. Met illustraties van Stef Vanstiphout, Lier, Van In, 1978. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje doet domme dingen. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Lier, Van In, 1979. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje in de stad. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Lier, Van In, 1979. |
Cyriel Verleyen, Harlekijntje in de zomer. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Lier, Van In, 1979. |
Cyriel Verleyen, De pest in Londen. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1979. |
Cyriel Verleyen, Moeten ketters branden? Averbode, Altiora, 1980. |
C. van Rode, De moord op Karel de Goede. Met illustraties van Chris Fontijn. Malle, De Sikkel, 1981. |
Cyriel Verleyen, Met verhalen door de tijd. Twee delen. Met illustraties van André Sollie. Lier, Van In, 1981-1982. |
Cyriel Verleyen, Vertel eens wat over Vlaanderen. Geïllustreerd. Leuven, Davidsfonds, 1982. |
Over kinderboeken
|
Cyriel Verleyen, Leer de kinderen lezen. Met illustraties van Jan van Dijck. Tielt, Lannoo, 1972. |
Over Cyriel Verleyen
|
Fred de Swert, Cyriel Verleyen: De boodschap van de onzichtbare. Lier, Van In/Den Haag, NBLC, 1977. (Refleks, jaargang 1, nr. 2.) |
Fred de Swert, Over jeugdliteratuur. Tielt/Amsterdam, 1977, blz. 413-417. |
Eric Hulsens, Weg met het ‘goede’ jeugdboek. In: Eric Hulsens, Een kinderhoofd is gauw gevuld. Leuven, Kritak, 1980, blz. 20-24. |
Documentatiemappen van Vlaamse jeugdauteurs (Vlaamse Bibliotheek Centrale), jaargang 1 (1983), nr. 1. |
7 Lexicon jeugdliteratuur
april 1985
|
|