| |
| |
| |
Tjibbe Veldkamp
door Wilma van der Pennen
Tjibbe Veldkamp is op 19 oktober 1962 in Groningen geboren. Na de middelbare school studeerde hij in zijn geboortestad psychologie. In 1993 ging hij bij Donald Duck werken, wat hij combineerde met het schrijven van kinderboeken. Sinds 2001 is hij fulltime schrijver. Veldkamp debuteerde in 1992 met het prentenboek Een ober van niks. Hij deed mee aan een prentenboekenwedstrijd van de cpnb, het dagblad Trouw en uitgeverij Ploegsma ter gelegenheid van de Kinderboekenweek 1991. Met de verhaalopzet van Een ober van niks won hij deze wedstrijd. Het was het eerste prentenboek in een reeks die hij samen met illustrator Philip Hopman maakte. Hun verhalen over de avonturen van Wilbur en Otje zijn bewerkt voor televisie. Veldkamp schrijft ook boeken voor jongeren. Daarnaast vertaalt hij kinderboeken uit het Engels (waaronder de Olivia-boeken van Ian Falconer) en uit het Duits.
Veldkamp begon met het schrijven van kinderboeken na het plotselinge overlijden van zijn vriendin. Zij had hem veel eerder al geadviseerd voor kinderen te gaan schrijven. Toen kwam het er nog niet van, maar na haar dood en een jaar in Engeland gewerkt te hebben, zegde hij begin jaren negentig zijn baan als historicus van de psychologie aan de universiteit van Groningen op, en legde hij zich toe op het schrijven en vertalen van kinder- en jeugdboeken.
In 1991 won Veldkamp het Hendrik de Vries-stipendium, een aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars. Vier keer ontving hij de Pluim van de Maand: in 1993 voor Een ober
| |
| |
van niks, in 1998 voor 22 Wezen, in 2001 voor Het schoolreisje en in 2005 voor Tim op de tegels. Dit laatste boek leverde hem ook de Kinderboekwinkelprijs op. Een Leespluim ontving hij in 2008 voor Agent en Boef. In 2002 kreeg hij een Vlag en Wimpel van de griffeljury voor De lievelingstrui; in 2007 ontving hij deze prijs voor SMS. Zilveren Griffels waren er in 2009 voor Agent en Boef en in 2010 voor Tiffany Dop.
| |
Werk
Humor kan als handelsmerk gezien worden van Tjibbe Veldkamp. Meteen in zijn eerste prentenboek Een ober van niks was de toon gezet: het kolderieke verhaal gaat over een ober die zo klunzig is dat hij alle gasten uit restaurant De Vergulde Gans verjaagt met zijn stuntelige gedrag. Pas als een meisje hem onder haar hoede neemt, keert het tij en kunnen de gasten lachen om zijn optreden. Zij heeft namelijk op de deur een bordje gehangen met de tekst ‘Hedenavond Grote voorstelling. Klungel de Clown speelt: “De Ober”’, waarmee ze van een gebrek een deugd weet te maken. De zwierige en hilarische tekeningen van Philip Hopman versterken het verhaal en vormen een hechte eenheid met de tekst. Toch is het verhaal niet alleen kolderiek. Er zit een duidelijke boodschap in, die menig lezer (en voorlezer) een hart onder de riem steekt: iedereen heeft talenten, ook al kost het soms moeite die aan te boren.
In Veldkamps tweede prentenboek Temmer Tom (1994) - ook met illustraties van Philip Hopman - probeert de kleine Tom zijn vader af te helpen van zijn angst voor dieren. Hij doet dit door wilde dieren te temmen en ze deel te laten uitmaken van het interieur, waardoor ze aanvankelijk niet worden opgemerkt. Zo lijkt de getemde ijsbeer op een nieuwe, witte stoel en gaan ook een tijger, een inktvis, een slang, twee pauwen, drie nijlpaarden en drie flamingo's door voor meubilair. Opnieuw wordt een universeel thema, namelijk angst, op humoristische wijze gepresenteerd. Net als in Een ober van niks is het een kind dat de zaak tot een oplossing brengt. Ook deze omkering, een kind kan en weet meer dan een volwassene en is ook dapperder of vindingrijker, is kenmerkend voor Veldkamps werk.
De twee boeken over Wilbur, een walrus, en otter Otje laten Veldkamps ongebreidelde fantasie zien. De twee vrienden zijn in hun doen en laten precies als kleuters, voor wie de scheidslijn tussen fantasie en werkelijkheid ook vaak heel dun is. En ook hier blijkt de kleinste van de twee de handigste.
Opnieuw kolderieke humor in 22 Wezen (1998), een prentenboek over een weeshuis vol ondeugende bewoners, die de hele dag doen waar ze zin in hebben. Totdat zich op een dag een directrice aanmeldt, die een strenge discipline voorstaat en de
| |
| |
Illustratie van Philip Hopman uit 22 Wezen
kinderen voor altijd naar bed stuurt. Het kan niet anders dan dat zij haar trekken thuiskrijgt.
Agent en Boef (2008) en de vervolgdelen Agent en Boef en de tekenstreken (2009) en Agent en Boef en de Boefagent (2011) zijn slapstickachtige verhalen over Boef die steeds met een smoesje uit zijn cel weet te ontsnappen, daarbij in het eerste deel een spoor van vastgeplakte mensen en objecten achterlatend. In het vervolg zit Boef weer veilig vast. Maar hij weet ook nu steeds te ontsnappen. En dan haalt hij, natuurlijk, boevenstreken uit. In het derde deel heeft Boef zich verkleed als agent terwijl Agent ligt te slapen. Boef ontsnapt opnieuw uit de gevangenis en Agent zet in pyjama de achtervolging in. Deze prentenboeken zijn van illustraties voorzien door Kees de Boer, net als Tim op de tegels (2004). Tim moet van zijn vader op de stoeptegels blijven; het is te gevaarlijk om er vanaf te gaan. Tim volgt het bevel van zijn vader letterlijk op en verschanst zich op een stapel tegels, ook al worden die opgetild door achtereenvolgens stratenmakers, een vrachtwagenchauffeur, havenwerkers en een hijskraan. In zijn poging Tim te redden, is het juist zijn vader die zijn leven waagt door halsbrekende toeren uit te halen. De tekst vertelt het verhaal vanuit het perspectief van Tim. Op de illustraties wordt niet alleen Tim gevolgd, maar ook zijn vader, die verwoede pogingen doet de jongen te redden: hij zet de achtervolging in op een step, botst tegen een paal, loopt een beet van een hond op, et cetera. Net als in veel andere verhalen is het de omkering van wat je verwacht die voor de climax zorgt: Tim redt zijn vader uit het water. En zelfs daarbij houdt Tim zich aan de belofte niet van de tegels af te gaan.
Bijna programmatisch is het prentenboek De coole cowboy (2009), waarin een jongen en een meisje zo opgaan in hun spel, dat het net echt is. De jongen fantaseert dat hij een stoere cowboy is, het meisje is een
| |
| |
Illustratie van Wouter Tulp uit De prins en de puinhoop
prinsesje dat dringend gered moet worden. Veldkamp laat in dit verhaal de fantasiewerelden van jongens en meisjes botsen. Jongens willen actie en avontuur, meisjes verlangen sprookjesachtige romantiek. De coole cowboy lijkt een grappige illustratie bij Veldkamps stelling dat in prentenboeken de smaak van jongens nauwelijks is terug te vinden. Jongens zouden daardoor hun plezier in lezen al snel verliezen. Wouter Tulp maakte bij het verhaal dynamische prenten waarin schermutselingen niet worden geschuwd. Hij roept in zijn tekeningen zowel de sfeer van het Wilde Westen als van het hoofse ridderverhaal op. Vooruitlopend op het aftreden van koningin Beatrix maakten Veldkamp en Tulp in 2010 het prentenboek De prins en de puinhoop, waarin personages die grote gelijkenis vertonen met koningin Beatrix en prins Willem-Alexander de hoofdrollen vervullen.
Humor, omkering en grenzeloze fantasie blijven in alle prentenboeken de vaste ingrediënten. In zijn boeken voor jongeren toont Veldkamp zich van een andere kant. In De bezwering (1998) vertelt hij over een ongeveer twaalfjarige jongen die zichzelf allerlei rituele handelingen oplegt. Hoewel de humor niet ontbreekt, is die veel subtieler dan in de boeken voor jonge kinderen. In De lachaanval (2002) maakt de ongeveer vijftienjarige ik-verteller samen met zijn vriend Auke absurde grappen. Hij is in de ban van de kunstenaar Marcel Duchamp en het dadaïsme. Zijn doel is klasgenootje Sybille aan het lachen te krijgen, wat niet lukt, ondanks verwoede pogingen. Hij is er zo door geobsedeerd dat hij niet in de gaten heeft dat er een relatie ontstaat tussen Auke en Sybille. Eenmaal daarmee geconfronteerd, ziet hij dit als verraad van zijn vriend Auke en keert hij hem de rug toe. In
| |
| |
dit verhaal neemt de humor bizarre vormen aan. Zo verzamelt de hoofdpersoon ‘ready-made-grappen’: een brandtrap die maar tot halverwege het gebouw komt, of hekjes op een fietspad waar fietsers zonder vaart te minderen doorheen kunnen fietsen. Toch is ook dit verhaal niet alleen maar grappig. Het vraagt van de lezer wel enige belezenheid om de diepere lagen te kunnen aanboren.
Absurd is ook SMS, een verhaal dat aanvankelijk verscheen in de serie Kidsbibliotheek (2006) en in 2009 is herdrukt. De moeder van Bas is een jaar geleden overleden. Bas' vader is nog niet over haar dood heen, verwaarloost zichzelf en de kinderen en zoekt voortdurend, via seances, contact met haar. Op een door Bas (per ongeluk) gestolen mobieltje komt een sms-bericht binnen, ondertekend met Anna. Hierin zien vader Deur en Bas' kleine broer Bobo een teken van mama. Bas denkt er het zijne van. Het verhaal laat zien hoe de drie hoofdfiguren elk op hun manier omgaan met rouwverwerking. Ondanks het serieuze onderwerp ontbreekt de nodige humor niet.
| |
Tiffany Dop
Dit even hilarische als trieste verhaal gaat over een dertienjarig meisje dat opgroeit in een asociaal milieu in een troosteloze Groningse achterbuurt en - zonder dat zelf nog te beseffen - een baby ziet als mogelijkheid dit milieu te ontvluchten. Tiffany groeit op tussen twee
vechtende en ruziënde halfbroers en een moeder die haar eigen kinderen besteelt en voor Tiffany een loopbaan als prostituee voor ogen heeft. Tiffany besluit zwanger te raken, maar de vraag is hoe ze dat aan moet pakken. Ze schoolt zichzelf wat bij met behulp van pornofilms en biedt zich aan bij een jongen in de bibliotheek. Dit is haar geluk, want deze Olivier weet met smoesjes en trucs te bewerkstelligen dat Tiffany haar besluit uitstelt en uiteindelijk tot het inzicht komt dat ze uit huis moet, maar beter nog even kan wachten met een baby. Tiffany is een stoere, door de wol geverfde meid, die verlangt naar vriendschap en warmte. De auteur
| |
| |
weet haar aangrijpende levensverhaal licht te houden, met zijn gevoelige, soms groteske humor, waarmee hij vaak net op tijd een draai geeft aan een ogenschijnlijk onmogelijke situatie.
In een interview met Joep van Ruiten in Dagblad van het Noorden vertelde Veldkamp: ‘Tiffany Dop is ontstaan vanuit een idee dat vaker in mijn boeken een rol speelt: dat een fysieke aanraking een leven kan veranderen. Tiffany krijgt een baby in de armen gedrukt en voelt de zorgzaamheid in haar opkomen. Het is iets wat meer meisjes van haar leeftijd meemaken, bijvoorbeeld als ze met paarden omgaan. Bij Tiffany is het extremer: ze is dertien jaar en ze wil een baby.’ Het boek is ook verfilmd. Veldkamp schreef zelf het scenario.
| |
Waardering
Veldkamps debuut Een ober van niks werd uitvoerig besproken en algemeen gewaardeerd. Marita Vermeulen: ‘Het vlot vertelde, eenvoudige verhaal is humoristisch en bij momenten vertederend in de ontmoeting tussen de ober en het meisje.’ (Jeugdboekengids). Bas Maliepaard concludeert in 2006 dat in dit eerste boek de toon die ook zijn verdere werk kenmerkt, is gezet. Hij noemt Veldkamps oeuvre ‘frivool, slapstickachtig, absurd, maar vaak met een licht weemoedige ondertoon’. (Trouw). Over Temmer Tom schrijft Lieke van Duin in Trouw dat het sterker is dan Veldkamps eerste boek, zowel qua tekst als illustraties. Ze noemt het ‘een verrukkelijk boek vol visuele verrassinkjes, waarin niets te gek is’. Wordt in de besprekingen van deze prentenboeken nog vaak de nadruk gelegd op de kracht van de illustraties, in de verhalen over Wilbur en Otje waardeert men met name de tekst: speels en goed verteld.
Over 22 Wezen meldt Herman Kakebeeke in het juryrapport van de Pluim van de Maand: ‘In dit prentenboek overheersen humor, vrolijkheid en een heerlijke anarchie. Een kind zou haast verlangen om wees te zijn.’ Een groot compliment krijgen Veldkamp en Hopman van Marja Boonstra naar aanleiding van Het schoolreisje: ‘De beide heren beginnen steeds meer te lijken op de ooit gouden combinatie Roald Dahl en Quentin Blake.’ En: ‘Veldkamp schreef een verhaal vol onverwachte wendingen, soepele woordspelingen en dubbele bodems. Een met een Vreselijke Schoolmeester in de beste traditie van Roald Dahl.’ (Leeuwarder Courant).
Veldkamps eerste boek voor jongeren, De bezwering, werd eveneens enthousiast ontvangen. Hanneke de Klerck schrijft in de Volkskrant dat het ‘een mooie, kleine geschiedenis is, die ‘niet in hapklare brokken wordt gepresenteerd’. Er blijft ruimte over voor de fantasie van de lezer. Pjotr van Lenteren stelt vast dat Veldkamp in De lachaanval precies de juiste toon heeft: ‘Hij schildert herkenbare
| |
| |
beelden van een middelbare school waar niks mag, een apart gevoel voor humor en breekbare erotiek in proza dat gutst van het schrijfplezier.’ (Algemeen Dagblad). Over zijn stijl merken Patrick Jordens en Annemie Leysen naar aanleiding van Tiffany Dop in De Morgen op dat Veldkamp schrijft in ‘economische, krachtige zinnen en een authentieke vertelstijl’. Ook Joep van Ruiten is lovend over Tiffany Dop: ‘Op hilarische wijze, balancerend op de grens van het toelaatbare en toch geloofwaardig. En dat is misschien wel het meest bijzondere aan deze jeugdklassieker in de dop.’ (Dagblad van het Noorden). Hanneke van den Berg sluit daarbij aan: ‘Bijna alles in [-] Tiffany Dop is vrij extreem: het onderwerp, de humor, het drama en de afloop.’ Ze vindt dat Veldkamp daarmee af en toe op het randje balanceert, ‘maar hij gaat er zelden overheen’. (Gooi- en Eemlander). Joep van Ruiten is met name te spreken over Veldkamps hoofdpersoon: ‘Met Tiffany Dop heeft Veldkamp een intrigerende heldin in het leven geroepen: een stoer meisje, vastberaden om haar lot in eigen handen te nemen.’ Hij plaatst de auteur in de traditie van Otje van Annie M.G. Schmidt en Polleke van Guus Kuijer. Mirjam Noorduijn schrijft dat het boek werkt als een lachspiegel ‘waarin alles op z'n kop wordt gezet en uitvergroot en daardoor onvergetelijk echt wordt’. (De Groene Amsterdammer)
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken
|
Een ober van niks. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Ploegsma, 1992. |
Temmer Tom. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Ploegsma, 1994. (Herdr.: Rotterdam, Lemniscaat, 2010) |
Wilbur en Otje. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Ploegsma, 1997. |
Wilbur en Otje en het kleine donker. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Ploegsma, 1997. |
De bezwering. Amsterdam, Querido, 1998. |
22 Wezen. Met illustraties van Philip Hopman. Rotterdam, Lemniscaat, 1998. |
Het schoolreisje. Met illustraties van Philip Hopman. Rotterdam, Lemniscaat, 2000. |
De lievelingstrui. Met illustraties van Gerdien van der Linden. Rotterdam, Lemniscaat, 2001. (Herdr.: Zwijsen/Van In, 2009) |
De lachaanval. Met illustraties van Kees de Boer en foto's van Roland Nooteboom. Amsterdam, Van Goor, 2002. |
Pieperds. Met illustraties van Wouter Tulp. Amsterdam, Van Goor, 2003. |
Tim op de tegels. Met illustraties van Kees de Boer. Amsterdam, Van Goor, 2004. |
Opscheppers. Met illustraties van Wouter Tulp. Amsterdam, Van Goor, 2004. |
Jim en de Joes. Met illustraties van Els van Egeraat. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
Piet en de piraten. Met illustraties van Wouter Tulp. Amsterdam, Blue in Green, 2005. Herdrukt met als titel: Pieratenpieten! Houten, Van Goor, 2008. |
Kleine Aap's grote plascircus. Met illustraties van Kees de Boer. Tielt, Lannoo, 2005. |
Het papegaaienplan. Met illustraties van Philip Hopman. Tielt, Lannoo, 2006. |
Boef in de schoen. Met illustraties van Marijke Klompmaker. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
| |
| |
Ips ei. Met illustraties van Els van Egeraat. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
Na-apers! Met illustraties van Kees de Boer. Tielt, Lannoo, 2006. |
SMS. Rotterdam, Lemniscaat, 2006. (Kidsbibliotheek) (Herdr.: 2009) |
Pik in, zei de rat. Met illustraties van Nicole de Cock. Haarlem, Gottmer, 2007. |
Zop van nop. Met illustraties van Irma Ruifrok. Tilburg, Zwijsen, 2007. |
Wout wil niet. Met illustraties van Marijke Klompmaker. Haarlem, Gottmer, 2008. |
Hotze de botskabouter. Met illustraties van Noëlle Smit. Haarlem, Gottmer, 2008. |
Agent en Boef. Met illustraties van Kees de Boer. Tielt, Lannoo, 2008. |
Tiffany Dop. Rotterdam, Lemniscaat, 2009. |
De coole cowboy. Met illustraties van Wouter Tulp. Houten, Van Goor, 2009. |
Agent en Boef en de tekenstreken. Met illustraties van Kees de Boer. Tielt, Lannoo, 2009. |
De prins en de puinhoop. Met illustraties van Wouter Tulp. Baarn, De Fontein, 2010. |
De verkipping. Met illustraties van Kees de Boer. Tielt, Lannoo, 2010. |
Agent en Boef en de Boefagent. Met illustraties van Kees de Boer. Tielt, Lannoo, 2011. |
Over Tjibbe Veldkamp
|
Marita Vermeulen, [Over Een ober van niks]. In: Jeugdboekengids, jaargang 35 (1993), nr. 6, blz. 207. |
Tilly Stuckens, Een geniaal idee. In: De Standaard, 16-1-1993. |
Baukje Wytsma, [Over Een ober van niks]. In: Leeuwarder Courant, 5-2-1993. |
Carolien Zilverberg, Gouden woeloewoes. In: NRC Handelsblad, 12-2-1993. |
Selma Niewold, Ober maakt pirouettes met pudding. In: de Volkskrant, 6-3-1993. |
André Nuyens, Tjibbe Veldkamp creëert een ober van formaat. In: Westfries Weekblad, 6-4-1993. |
Lieke van Duin, Wie kraaitewaait en sombert daar? In: Trouw, 23-11-1994. |
Herman Kakebeeke, [Over 22 Wezen]. Juryrapport op www.latenlezen.nl/Bekroningen (Pluim van de Maand, september 1998). |
Selma Niewold, Wilbur is een beetje traag. In: de Volkskrant, 2-1-1998. |
Hanneke de Klerck, ‘Ik moet haar aanraken. In: de Volkskrant, 16-10-1998. |
Marja Boonstra, Tobbe bouwt een school. In: Leeuwarder Courant, 12-1-2001. |
Harm de Jonge, De eerste zwemslagen in het pierebadje. In: Nieuwsblad van het Noorden, 20-4-2001. |
Katrien Vloeberghs, [over Het schoolreisje]. In: Leesidee jeugdliteratuur 7 (2001), afl. 4, blz. 156. |
Judith Eiselin, De engel is een hond. In: NRC Handelsblad, 9-8-2002. [Over De lachaanval] |
Marieke Henselmans, Genootschap van de struikelkapstok. In: de Volkskrant, 30-8-2002. [Over De lachaanval] |
Bea Ros, Jongenshumor en meisjespraat. In: Didaktief, 1-10-2002. [Over De lachaanval] |
Pjotr van Lenteren, Geinponems met de toon van Grunberg. In: Algemeen Dagblad, 1-11-2002. |
Mai van Loon, [Over De lachaanval]. In: Leesidee jeugdliteratuur 8 (2002), afl. 8, blz. 356. |
Pjotr van Lenteren, Verrassingen voor wie net kan lezen. In: de Volkskrant, 21-11-2003. [Over: Pieperds!] |
Bea Ros, [Over Pieperds!]. In: Didaktief, 1-3-2004. |
Jan van Coillie, [Over Tim op de tegels]. In: de Leeswelp 10 (2004), afl. 7, blz. 167. |
Marita Vermeulen, [Over Opscheppers]. In: De Standaard, 17-3-2005. |
Jan van Coillie, [Over Kleine Aap's grote plascircus]. In: Leesideeen Off Line, 1-1-2006. |
Bas Maliepaard. Prentenboekenmaker Tjibbe Veldkamp troost met zijn boeken. Hij wil graag lezen dat het met iedereen goed komt. In: Trouw, 17-5-2006. |
Bas Maliepaard. Koffie schudden met de buren. In: Trouw, 28-10-2006. [Over: Na-apers!] |
| |
| |
Annemarie Terhell, Verdriet doet gekke dingen. In: Kidsweek, 15-12-2006. [Over SMS] |
Karel Berkhout, Sterk verhaal over dode moeder in ‘SMS’ van Tjibbe Veldkamp. In: NRC Handelsblad, 19-1-2007. [Over SMS] |
Harm de Jonge, Een sms-bericht uit het Hiernamaals. In: Dagblad van het Noorden, 26-1-2007. [Over SMS] |
Inge Umans, [Over Na-apers]. In: de Leeswelp 13 (2007), afl. 1, blz. 14. |
Mirjam Noorduijn, [Over SMS]. In: De Groene Amsterdammer, 12-10-2007. |
Marieke van Twillert, [Over: Pik in, zie de rat]. In: NRC Handelsblad, 26-10-2007. |
Els Van Steenberghe, [Over Pik in, zei de rat]. In: de Leeswelp 14 (2008), afl. 3, blz. 90-91. |
Coosje van der Pol, [Over Wout wil niet]. In: de Leeswelp 14 (2008), afl. 6, blz. 206. |
Liesbeth Verlinden, [Over Hotze de botskabouter]. In: de Leeswelp 14 (2008), afl. 8, blz. 301. |
Jan van Coillie, [Over Tim op de tegels]. In: Leesideeen Off Line, 31-12-2008. |
Hanneke van den Berg, Lachen en huilen met Tiffany Dop. In: Gooi- en Eemlander, 4-2-2009. |
Joep van Ruiten, [Over Tiffany Dop]. In: Dagblad van het Noorden, 6-2-2009. |
Marja Boonstra, Boterhammen mee en schrijven maar. In: Leeuwarder Courant, 13-2-2009. [Over Tiffany Dop] |
Karel Berkhout, De soavrije seksmachine, graag. In: NRC Handelsblad, 13-2-2009. [Over Tiffany Dop] |
Bas Maliepaard, Tiffany is dertien en wil een baby. In: Trouw, 21-2-2009. |
Marit Trioen, [Over Tiffany Dop]. In: de Leeswelp 15 (2009), afl. 4, blz. 154. |
Hanneke van den Berg, Op de rand van de zandbak. In: Haarlems Dagblad, 18-3-2009. [Over De coole cowboy] |
Mirjam Noorduijn, [over Tiffany Dop]. In: De Groene Amsterdammer, 15-5-2009. |
Joep van Ruiten, ‘Kijken en lezen, lezen en kijken. In: Dagblad van het Noorden, 26-6-2009. [Over De coole cowboy] |
Patrick Jordens en Annemie Leysen, [Over Tiffany Dop]. In: De Morgen, 1-7-2009. |
Hanneke van den Berg, Tweede keer is 't minder leuk. In: Haarlems Dagblad, 25-11-2009. [Over Agent en Boef en de tekenstreken] |
Joep van Ruiten, ‘Ik heb het eigenlijk niet verdiend’. In: Dagblad van het Noorden, 12-6-2010. |
Hanneke van den Berg, Als een varken gaat verkippen. In: Noordhollands Dagblad, 7-7-2010. [Over De verkipping] |
Patrick Jordens, [Over Temmer Tom]. In: De Morgen, 14-7-2010. |
Pjotr van Lenteren, [Over De verkipping]. In: de Volkskrant, 21-8-2010. |
Nora Janssens, [Over De verkipping]. In: de Leeswelp 16 (2010), afl. 7, blz. 248. |
Websites
|
www.tjibbeveldkamp.nl |
www.leesplein.nl |
86 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2011
|
|