| |
| |
| |
Julien van Remoortere
door Jan van Coillie
Julien van Remoortere werd op 8 april 1930 geboren te Beveren-Waas (België). Als tiener ontwikkelde hij tijdens de oorlog een grote leeshonger. Na de middelbare school ging hij werken in een metaalfabriek in Hoboken. Later studeerde hij bestuurswetenschappen te Oostende, waar hij secretaris van de burgemeester werd en meteen een indrukwekkende literaire activiteit ontplooide. Hij publiceerde romans, novellen en jeugdboeken, schreef hoorspelen, toneel en een jeugdtelevisiefeuilleton (Het veenmysterie). Ook stelde hij kook-, foto- en kunstboeken, informatieve boeken voor de jeugd en tal van reisgidsen samen. Hij was een tijdlang redactiesecretaris van Vlaanderen en algemeen secretaris van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond. Sinds 1979 leeft hij van zijn pen.
Zijn werk werd diverse malen bekroond: twee maal met de Referendumprijs, drie maal met de literaire prijs van de provincie Oost-Vlaanderen, vijf maal met de literaire prijs van West-Vlaanderen en één maal met de Interprovinciale prijs van het jeugdboek.
| |
Werk
In de jaren zestig maakte Julien van Remoortere, aanvankelijk onder het pseudoniem Piet Mortelmans, naam als auteur van avontuurlijke verhalen die zich afspelen in de toekomst of in de prehistorie. Tussen 1960 en 1964 verschijnt de elfdelige science-fictionserie rond Jan Monter. Ze bevat alle klassieke ingrediënten van het genre: buitenaardse wezens, ruimteschepen, vliegende schotels, koepelsteden, tochten naar verre planeten, ondergrondse raketbasissen en vreselijke monsters. Ontvoeringen, verstekelingen, overvallen en buitenaardse bedreigingen zorgen voor de nodige spanning. De hoofdrol wordt telkens gespeeld door de moedige, stoere en ondernemende knaap Jan Monter.
In de Tom Dolo-reeks (1968-1971) worden de science-fiction elementen minder vergezocht en beter in het verhaal geïntegreerd, maar Tom Dolo, agent nr. 1 van een organisatie voor ontwikkelingshulp, blijft in zijn strijd tegen het gespuis van een misdadige organisatie een typisch onoverwinnelijke held. In deze verhalen zijn maatschappijkritiek en milieuproblematiek duidelijk aanwezig. Zo bevat Ontvoering naar Mars een waarschuwing tegen kernenergie.
| |
| |
De drie delen uit de Ger-serie en Arnold van Woudland spelen in de prehistorie. Ook hier mengt de auteur informatie en een boodschap (van vrede en saamhorigheid) met spannende avonturen, over een mammoetjacht, het temmen van wilde paarden en gevaarlijke trektochten. Doorzettingsvermogen en moed tekenen de heldhaftige hoofdfiguur.
Van Remoorteres idealistische instelling manifesteert zich het sterkst in enkele sprookjesachtige, symbolische verhalen. Het eiland Kimokimono bijvoorbeeld, gaat over de verzoeningstocht tussen de ene en de andere kant van de wereld op de berg Tano.
In 1975 slaat de auteur een andere richting in. In de baanbrekende ‘gele reeks’ van uitgeverij Lannoo brengt hij een aantal boeken rond maatschappelijke problemen. Anti-love-story, dat ook verfilmd is, bevat het dagboek van een meisje dat door een leraar verkracht werd. Als een bliksem gaat over de strijd van een groep jongelui, samen met een kleine commune van gehandicapten, tegen een geplande autoweg. De treinkaping speelt in op de actuele treinkaping door enkele Molukkers in Nederland. Vijf gastarbeiderskinderen kapen een trein en eisen de intrekking van een nieuwe wet die alle gastarbeiders het land uit wil zetten. Het gebeuren wordt afwisselend vanuit verschillende personages en vanuit de media belicht. De actualiteit was overigens
Illustratie van Marion Faber uit De treinkaping
ook al aanleiding geweest voor Van Remoorteres debuut Vechten Ferenc!, over de vrijheidsstrijd van de Hongaren in oktober 1956.
In De waarheid en niets dan de waarheid staat een jongeman, opgegroeid in een opvoedingsgesticht, terecht voor moord op zijn pleegmoeder. Dagboekfragmenten wisselen af met verslagen van aanwezigen in de rechtszaal. De Verliezers brengt de lotgevallen van een Duitsgezinde familie tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog en tijdens de repressie.
Met deze ‘probleemboeken’ wil Julien van Remoortere zijn lezers aan het denken zetten en discussies op gang brengen. Verdraagzaamheid en begrip voor het standpunt van de anderen zijn hierbij centrale waarden.
| |
| |
Als een Bliksem is een pleidooi om ‘vrede, liefde en solidariteit’. Door de problemen van verschillende kanten te belichten, probeert de auteur stereotiepen te doorbreken. Hij geeft jongeren als boodschap mee te proberen elkaar te begrijpen, aan welke kant men ook staat. Zo wordt de gegijzelde Peter op een bijzondere manier aangetrokken door Anja, een van de kapers. Hij ‘ontdekt zo'n echt teder, fijn gevoel dat die andere iets voor je betekent’.
Voor jongere kinderen verwerkt Julien van Remoortere meer fantasie en humor in zijn verhaaltjes. Op een eenvoudige, gemoedelijke toon vertelt hij over een moedige veldmuis, een meisje dat op de wolken reist, een wonderkijker, een vossenfamilie, een buschauffeur die burgemeester wordt, een postbode die met de dieren kan praten en een wedstrijd die twee rivaliserende dorpen verzoent. Zijn eerste boekjes bevatten duidelijke zedelesjes, maar ook de latere verhaaltjes geven - zij het minder expliciet - een boodschap mee.
Afgezien van de paar symbolische sprookjes met hun geladen poëtische taal, hanteert Julien van Remoortere een heel directe, gevatte, soms journalistieke stijl. Spreekwoorden en pakkende beelden dienen om het verhaal te verlevendigen. Opvallend zijn de vele vlotte dialogen.
De auteur besteedt veel aandacht aan de opbouw van zijn verhalen en aan de spanning. Om een eenzijdige kijk op de opgeworpen problemen te vermijden, belicht Van Remoortere de gebeurtenissen vaak vanuit verschillende personages of groepen, waarbij hij diverse tekstsoorten als dagboekfragmenten, verslagen of persberichten verwerkt.
| |
Anti-love-story.
‘Dag. Ik heet Marja. Ik kan het niet langer verzwijgen, ik moet het aan iemand kwijt: ik ben verkracht.’ Zo begint het verhaal van de zestienjarige Marja. In een twintigtal dagboekfragmenten geeft ze het relaas van de dagen die volgen op de verkrachting door haar wiskundeleraar. Haar verdriet, schaamte en later de angst voor de zwangerschap palmen haar in. Voor de door geld en ambitie vertekende houding van haar ouders kan ze alleen maar afkeer voelen. Troost vindt ze wel bij haar begrijpende, lieve opa, bij enkele vrienden en vooral bij haar impulsieve, op wraak beluste tweelingbroer Bert. Pas met haar menstruatie kan het echte verwerkingsproces beginnen. Het boek haalt zijn kracht vooral uit de sterke inleving in de gevoelens van Marja, die aangrijpend maar zonder sentimentalileit worden verwoord.
| |
De verliezers
Dokter Vanlaar sympathiseert onwille van zijn Vlaamse overtuiging met de Duitse bezetters. Overigens voelt hij zich geen collaborateur. Zijn levenstaak ligt bij zijn pa- | |
| |
tiënten. Wanneer de oorlog afloopt groeit bij de 16-jarige Wolfgang Vanlaar angst voor wat hun te wachten staat. Het begint met scheldwoorden, maar dan worden er hakenkruisen op de muren geschilderd en wordt hun hond vergiftigd. Op een septembernacht valt een bende hun huis binnen. Vanuit de tuin zien de kinderen Vanlaar hoe hun ouders vreselijk worden toegetakeld. Het eigenlijke verhaal vertelt het leven van het gezin tijdens de laatste oorlogsdagen met alles overheersend Wolfgangs groeiende ongerustheid. Korte, cursief gedrukte stukken brengen het verslag van de bewuste septembernacht. Ook hier worden kinderen geconfronteerd met de harde wereld der volwassenen. ‘Wat doen die volwassenen ons allemaal aan? Wij hebben niet om oorlog gevraagd, weet je wel?’
| |
Waardering
De heldenverhalen van Julien van Remoortere werden door de religieus geïnspireerde bladen indertijd om hun ‘jongensdeugden’ geprezen. De heruitgaven in de jaren zeventig maakten kritiek los, vooral op de ongeloofwaardige plot, de stereotiepe karakters en de soms slordige taal. Zijn probleemboeken lokten verschillende reacties uit, al naargelang de recensenten zich lieten meeslepen door de problematiek. Door velen werden Van Remoorteres jeugdboeken als boeiend, gedurfd en actueel geprezen. Kritische stemmen echter wezen op overtrokken passages, een oppervlakkige, te weinig doorleefde aanpak en een soms goedkoop inspelen op het publiek.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Vechten, Ferenc! Brussel, Arbeiderspers, 1959. |
De beeldenstormers van Sint-Elooi. Brussel, Arbeiderspers, 1959. |
De grot van de zon. Met illustraties van D. van den Broek, Leuven, Davidsfonds, 1960. |
Vlug, het wilde paard (o. ps. Piet Mortelman). Met illustraties van G. Véte. Brugge, Desclée de Brouwer, 1960. |
Jan Monter-serie (eerste delen o. ps. Piet Mortelman; elf delen). Brugge, Deslée-de Brouwer, 1961-1964. |
Hippel-Trippel-serie (5 delen). Hasselt, Heideland, 1961 en 1967. |
Ger-serie (3 delen). Met illustraties van J. Kuiper. Den Haag, Van Goor, 1961, 1962 en 1964. |
Jongens uit de polder. Leuven, Davidsfonds, 1962. |
De familie Doodgewoon. Leuven, Davidsfonds, 1964. |
Het eiland Kimokimono. Leuven, Davidsfonds, 1965. |
Met een wolkje op reis - Vosje, pas op!, De wonderkijker. Met illustraties van B. Dolhain. Den Haag, Van Goor, 1965. |
De autobus van Abel naar Babel en omgekeerd. Met illustraties van Th. van Laar. Den Haag, Van Goor, 1966. |
Ontvoering naar Mars. Leuven, Davidsfonds, 1966. |
Arnold van Woudland. Met illustraties van R. Demoen. Averbode, Altiora, 1968. |
Jeugdomnibus. Antwerpen, Standaard, 1968. |
Tom Dolo-serie (vier delen) Lier, Van In, 1968-1971. |
| |
| |
De postbode van Liefhuizen. Met illustraties van A. Crüll. Tielt, Lannoo, 1969. |
Het sprekende geweer. Met illustraties van W. Verschelde. Lier, Van In, 1969. |
De brug tussen Rooddorp en Blauwdorp. Met illustraties van H. de Drijver. Den Haag, Van Goor, 1972. |
Met H. Ponette, Mieke en Jan werden groot en kregen een kindje. Met illustraties van P. Wagemaus en P. Weets. Kapellen, De Sikkel, 1972. |
Science-fiction omnibus voor de jeugd. Met illustraties van M. Boeyens. Antwerpen, Standaard, 1972. |
Anti-love-story, een verhaal voor langharig tuig. Tielt, Lannoo, 1975. |
Als een bliksem. Averbode, Altiora, 1977. |
Met B. Davidse, Mijn logboek, Tielt, Lannoo, 1977. |
De treinkaping; Liefdesverhaal voor tieners. Met illustraties van M. Faber. Tielt, Lannoo, 1978. |
Jan zonder Vrees-serie (2 delen). Antwerpen, Opdebeek, 1979, 1980. |
De waarheid en niets dan de waarheid. Tielt, Lannoo, 1981. |
Met J. Wauters, Sport en jeugd, Tielt, Lannoo, 1981. |
Natuurencyclopedie voor de jeugd. Tielt, Lannoo, 1982. |
Ons leefmilieu. Orbis en Orion, 1982. |
Het veenmysterie. Brussel, BRT, 1982. |
De verliezers; Een verhaal over de repressie. Tielt, Lannoo, 1985. |
Over Julien van Remoortere
|
Fred de Swert, Over jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1977, blz. 43, 52, 139, 147, 154, 155, 362-367. |
Documentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 5 (1981), nr. 20. |
Jan van Damme, Julien van Remoortere. In: Geboekstaafd. Leuven, Davidsfonds, 1988, blz. 213-216. |
Marita de Sterck, Julien van Remoortere. In: Schrijver gezocht. Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1988. blz. 282-284. |
23 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1990
|
|